Het debat tussen Timmermans en Wilders was wellicht het meest opmerkelijke moment gedurende de debatten omtrent de Regeringsverklaring. Het debat tussen de twee grootste partijen ging over de geradicaliseerde anti-immigratie- en vreemdelingenretoriek die PVV-ministers in het recente verleden hebben gebezigd.
Als je het fragment van 10 minuten bekijkt, lijkt het een gelijkwaardig debat te zijn. Vooral Wilders weet met zijn verontwaardigde en scherpe toon indruk te maken. Echter, als je het debat getranscribeerd analyseert, dan zie je dat de argumenten van Wilders in geen enkel opzicht hout snijden. Dhr. Wilders maakt gebruik van een onterechte, omgekeerde slachtofferrol, gebruikt zijn voorliefde voor Israël als gelegenheidsargument en rechtvaardigt zijn denkbeelden op basis van de grootte van zijn achterban (het democratie-argument). In het resterende deel van het artikel zal ik dit debat verder analyseren.
Timmermans stelt dat de nieuwe PVV-bewindslieden in het verleden racistische complottheorieën hebben gepropageerd. Dit klopt; de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft deze theorie in hun rapport beschreven als xenofoob en racistisch gedachtegoed. De omvolkingstheorie wordt namelijk uitgedragen door de extreemrechtse stroming ‘accelerationisme’. Deze extreemrechtse stroming schuwt terroristisch geweld niet om een blanke etnostaat te kunnen creëren. De omvolkingstheorie kan – volgens de NCTV – een gevaarlijke invloed hebben op de Nederlandse samenleving.
Verder is Timmermans van mening dat de PVV moslims en migranten ontmenselijkt en dat deze ontmenselijkingsretoriek doet denken aan de duistere jaren in Europa. Ook deze bewering is historisch juist. Vorig jaar heeft Faber bijvoorbeeld beweerd dat asielzoekers “hordes parasiterende gelukszoekers” zijn. Asielzoekers worden dus voorgesteld als ongedierte dat profiteert van de Nederlandse welvaart. Timmermans stelt dat deze dehumanisering doet denken aan “duistere jaren van de Europese geschiedenis”, refererend aan de jaren ’30 en ’40 waarin joden door nazistische propaganda werden ontmenselijkt. Het nazistische propagandistische beeldmateriaal vertoont inderdaad gelijkenissen; denk aan Der Ewige Jude (1940), waarin Europese joden worden geportretteerd als ratten en besmettelijke ziekten. Maar deze ontmenselijking van andere volkeren is al veel ouder: vanaf de vroegmoderne tijd werd de omvangrijke trans-Atlantische slavenhandel gelegitimeerd door Afrikaanse slaven te dehumaniseren. Europese mogendheden trachten de inheemse volkeren van Afrika (en daarvoor van Zuid-Amerika) af te schilderen als inferieure submensen, en dus was hun lot als slaaf een vanzelfsprekendheid. Vanaf de achttiende eeuw werd deze racistische dehumanisering verder wetenschappelijk onderbouwd. Europese wetenschappers trachten menselijke rassenverschillen op basis van empirisch en rationeel ‘bewijs’ te categoriseren en te rangschikken. Het dehumaniserende PVV-discours verhoudt zich dus tot een lange historie van Europees superioriteitsdenken dat sinds het Europese kolonialisme is ontstaan.
Wilders is verontwaardigd door deze (historisch accurate) vergelijking: “Ja, voorzitter, hoe haalt de heer Timmermans het in zijn hoofd? Hoe haalt hij het in zijn hoofd? Waar haalt hij het lef vandaan om onze mensen tot racist te bestempelen?” Verder distantieert Wilders zich van het woord ‘omvolking’ en haar nazistische achtergrond, want men was niet op de hoogte van de achterliggende betekenis. Dat is allereerst al heel vreemd. Politici zouden uitermate geïnteresseerd moeten zijn in politieke geschiedenis, en zouden kennis moeten hebben opgedaan over de historische connotatie van gewichtige, controversiële termen, zoals omvolking. Klaarblijkelijk zijn PVV-politici dus geenszins diepgaand geïnteresseerd in hun eigen vakgebied, of ze hebben er in ieder geval geen kennis over opgedaan. Dat is natuurlijk zeer ongeloofwaardig; de PVV’ers hebben hun politieke taal getechnocratiseerd omdat men de macht rook. Zoals overigens Timmermans ook terecht constateert tijdens zijn debatinbreng.
Bovendien kruipt Wilders ten onrechte in de slachtofferrol en beschuldigt hij Timmermans ervan dat hij hem bestempelt als een racist. In plaats van dat Wilders diepgaand reflecteert op het PVV-gedachtegoed, in dit geval de dehumaniserende retoriek over moslims en immigranten, is Wilders verontwaardigd over wat Timmermans slechts constateert. Want dat is wat Timmermans enkel doet: hij benoemt de verwerpelijke uitspraken door PVV-bewindspersonen en stelt terecht dat dit in een lange historische traditie staat van Europees superioriteitsdenken. En daarom kan dit taalgebruik absoluut niet door de beugel. Wilders framet de uitspraken van Timmermans zodanig dat het lijkt alsof Timmermans PVV-bewindspersonen aanmerkt als Nazi’s, maar dat heeft de fractieleider van Verenigd Links geenszins gedaan. Hij heeft slechts gemarkeerd dat dit angstvallig lijkt op nazistisch gedachtegoed, en dat ieder weldenkend mens zich daar verre van moet houden: “Het lijkt op de duistere jaren van Europese geschiedenis.”
Wilders verdraait dus de woorden van Timmermans. Hierdoor kan Wilders ten onrechte een moreel verheven positie innemen: ‘Zie eens waar Timmermans ons voor uitmaakt.’ Daarnaast wordt de verantwoordelijkheid verschoven naar dhr. Timmermans; hij wordt nu geforceerd zijn (verdraaide) uitspraken te verantwoorden. Timmermans doet dat ook en haalt de citaten van PVV-bewindspersonen aan die betrekking hebben op het dehumaniserende gedachtegoed: “Laat ik een paar citaten aan u voorleggen. In aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen vorig jaar sprak minister Faber over ‘hordes parasiterende gelukszoekers’. Minister Klever zei dat asielzoekers TBC, hepatitis, polio, cholera, tyfus en andere exotische ziektes met zich meebrengen. U heeft zelf eind april nog bij ‘CPAC’ in Hongarije gezegd dat het beleid van open grenzen leidt tot ‘verdunning van onze joods-christelijke en humanistische beschaving’. Ook heeft mevrouw Faber gezegd: ‘We moeten niet de Nederlandse bevolking gaan inwisselen voor een islamitische bevolking.’ Verder zei ze: ‘Er wordt een agenda uitgerold van antisemitisme, terrorisme en omvolking.’ Dit alles onderstreept wat ik heb gezegd, en ik hanteer daarbij het begrip racisme. U kunt zeggen wat u wilt, daar blijf ik aan vasthouden. U kunt daar staan gillen wat u wilt. Ik vind dit racisme, en dat zal ik blijven onderstrepen, voorzitter.”
De andere argumenten van Wilders tijdens het debat met Timmermans raken eveneens kant noch wal. Wilders stelt dat miljoenen mensen de PVV steunen omtrent asielmigratie, en dat de partij niet voor niets de grootste is geworden: “Nogmaals, wat door miljoenen mensen wordt gedeeld over de invloed van immigratie en asiel, daar zullen we het over hebben en niet meer over die verschrikkelijke theorie.” Dit is geen legitiem, inhoudelijk argument; het is het welbekende ‘democratie-argument’: een argument waarbij de politicus zijn gelijk tracht te halen op basis van zijn of haar immense steun binnen de bevolking. Zo’n argument hoort wellicht thuis in een plebiscitaire democratie, maar niet in een beschaafde parlementaire democratie. De steun voor de ideeën van Wilders zegt immers niets over of de PVV-leider deze ideeën ook degelijk heeft onderbouwd; het zegt enkel iets over de aantrekkingskracht van zijn ideeën op dit moment.
Daarnaast gebruikt Wilders zijn voorliefde voor Israël en het Joodse volk als argument dat de PVV geen geradicaliseerd gedachtegoed zou propageren: ‘Wij zijn hier de grootste vriend in dit huis, zo ongeveer, van het Joodse volk en de staat Israël. Hoe durft u ons dat in de schoenen te schuiven?’ Dit is natuurlijk een gelegenheidsargument, alsof extremistisch gedachtegoed alleen betrekking zou hebben op joden. Zoals ik al heb vermeld, werd ontmenselijking ook toegepast op inheemse volkeren uit Zuid-Amerika en Afrika. Het is zodoende totaal irrelevant of de PVV ‘de grootste vriend’ is van Israël; elke groepering kan het slachtoffer worden van blinde haat door politieke actoren. De PVV kan zich opwerpen als verdediger van Israël en het jodendom, maar dat pleit de partij niet vrij om andere groeperingen te dehumaniseren.
Tot slot kwam het vulgaire, ordinaire gedrag van radicaal-rechts opnieuw naar voren, ditmaal dus tijdens de clash tussen Wilders en Timmermans. Timmermans benadrukte het belang van de Keti Koti-herdenking.Hij vindt dat de aandacht gevestigd moet worden op de collectieve verantwoordelijkheid die de samenleving heeft om historisch gegroeid racisme uit te bannen, voortkomend uit die trans-Atlantische slavenhandel. De voltallige fractie van de PVV lachte Timmermans hierom uit. Het bekende arrogante pestgedrag dat we kennen van radicaal-rechts. In hetzelfde debat schreeuwde Markuszower namelijk dat Jetten zijn mond moest houden, Wilders was neerbuigend naar Jetten omdat hij zetels had verloren op 22 november, en Omtzigt mocht niets zeggen over de autoritair geleide partijstructuur van de PVV: “Waar bemoeit hij zich mee?” En tijdens het debat tussen Wilders en Timmermans werd de tragische familiegeschiedenis van honderdduizenden Surinaamse en Caribische Nederlanders weggelachen. Een regelrechte belediging voor deze bevolkingsgroep.
Al met al kan er niet anders betoogd worden dan dat Wilders een geweldige debater is. Hij weet zijn drogredenen, feitelijke onjuistheden en vulgaire pestgedrag met zijn geweldige spreekvaardigheden te verbloemen. Die debatstijl zorgt ervoor dat hij vaak de absolute winnaar is van het debat. Maar indien je zijn debatinbrengen uitschrijft, dan wordt de inhoudsloosheid van zijn uitspraken pas echt blootgelegd.
Steun het anti-populistische geluid!
Wil je dit opiniërende platform maandelijks steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Dat kan via deze link: Columns (stripe.com) Of steun het platform eenmalig met een bedrag naar keuze invullen: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc
