De afgelopen twee dagen waren buitengewoon beschamend in de Tweede Kamer. Tijdens de Regeringsverklaring bleek dat de PVV zich nog steeds niet heeft ontwikkeld tot een verantwoordelijke bestuurspartij die de belangrijke uitdagingen van Nederland kan aanpakken: energietransitie, woningbouwopgave, bestaanszekerheid, strategische autonomie, enzovoort. De PVV kwam niet verder dan het bekende niveau van de pestkop op het schoolplein. Daarnaast beschouwt de PVV de politiek als een soort bezoek aan het casino: gokken, risico’s nemen en dan kijken waar het schip strandt. Dit spreekwoordelijke schip is echter het Nederlandse landsbestuur, en het is werkelijk ongelooflijk dat er zo kinderachtig met het nationale bestuur wordt omgegaan. De PVV zal snel meer verantwoordelijkheidsgevoel moeten ontwikkelen, anders zal dit reactionaire kabinet niet lang missionair zijn. Nederland lijkt daardoor af te stevenen op een chronische demissionaire toestand.

Het onfatsoenlijke gedrag begon al tijdens de eerste termijn. Tijdens het debat van Frans Timmermans lachte de voltallige PVV-Kamerfractie Timmermans glashard uit toen hij het belang van de Keti Koti-herdenking benadrukte. Volgens Timmermans zou het Wilders hebben gesierd als hij ook aanwezig was geweest bij deze herdenking. Dit werd door de PVV-fractie kennelijk als zo grappig ervaren dat het gelach vanaf het spreekgestoelte te horen was. De tragische familiegeschiedenis van Surinaamse en Caribische Nederlanders wordt dus niet serieus genomen door de PVV: “Natuurlijk zal Wilders niet aanwezig zijn tijdens de jaarlijkse herdenking van het slavernijverleden in Amsterdam.”

Nadat de leider van de grootste oppositiepartij het woord had genomen, was het de beurt aan Wilders namens de grootste politieke partij, de PVV. Aan de interruptiemicrofoon ondervroeg Rob Jetten Wilders stevig over racistische complottheorieën die door PVV-bewindspersonen in het recente verleden waren geuit. Wilders kwam echter niet verder dan een infantiele opmerking over het zetelaantal van D66, nadat de D66-fractie met tromgeroffel hun fractieleider probeerde aan te moedigen: “Mager applaus, maar je hebt ook niet meer zoveel leden, dus dat kan ik u ook niet kwalijk nemen.” De fractieleider van de grootste partij van Nederland vindt het dus nodig om een electoraal wedstrijdje ver plassen aan te gaan: “Wij hebben lekker meer zetels dan jullie.” De kiezers hebben niets aan dit soort antwoorden; het inhoudelijke debat wordt gewoonweg gefrustreerd door kinderachtige, pesterige opmerkingen. Ook dit was weer van een bedenkelijk niveau.

Tijdens datzelfde interruptiedebat tussen Jetten en Wilders roerde de PVV-Kamerfractie zich opnieuw. Jetten was van plan vragen te stellen over het dogmatische pro-Israël standpunt van de PVV: “Wilders is een vriend van Israël, dhr. Markuszower is een zeer groot vriend van de staat Israël…” Deze interruptie van Jetten werd abrupt onderbroken. Markuszower kon zich namelijk niet inhouden en bulderde door de plenaire zaal: “Mond houden.” Eerder zagen we al dat de PVV – Wilders voorop – haar politieke opponenten frame als zure, zeurderige huilstruiken. Die politieke tegenstanders moesten niet zoveel zeuren naar aanleiding van de totstandkoming van het eerste PVV-kabinet; oftewel, ze moesten eens stoppen met inhoudelijke kritiek leveren. Deze retoriek heeft dus een nieuw dieptepunt bereikt na het ‘Mond houden’-incident. De vrijheid van meningsuiting is enkel belangrijk als de PVV in de oppositie zit. Indien de partij in het centrum van de macht staat, dan moet iedereen zijn of haar ‘mond houden’. Markuszower vergeet daarbij dat het helemaal niet is toegestaan om zomaar door de plenaire zaal te schreeuwen zonder dat er een formeel spreekmoment is aangevraagd bij de Kamervoorzitter. Kamerlid Markuszower is dus niet in staat zich te houden aan de regels binnen de Kamer en respecteert een grote democratische verworvenheid niet: de vrijheid van meningsuiting.

De aangehaalde incidenten zijn slechts het topje van de ijsberg. Het ordinaire en arrogante gedrag werd ook geprojecteerd op de collega-Kamerleden die samen met Wilders het kabinet-Schoof mogelijk maken. Omtzigt had tijdens zijn debatbijdrage in de eerste termijn kritiek geuit op de interne organisatiestructuur van de PVV. Het is algemeen bekend dat de partijstructuur van de PVV dictatoriale kenmerken vertoont. Als eenmansfractie heeft Geert Wilders de volledige macht over de partij en politieke en bestuurlijke functies worden verdeeld onder PVV’ers op basis van loyaliteit aan Wilders; de kwaliteit van de personen is van ondergeschikt belang. De kritiek van Omtzigt op de partijorganisatie van de PVV richtte zich dan ook op deze ondemocratische structuur. Omtzigt vond een democratische partijstructuur belangrijk om afdoende tegenspraak te organiseren binnen de partij. Wilders’ reactie daarop was kortaf: “Waar bemoei jij je mee.” De lichaamstaal was daarnaast uiterst provocerend. De PVV-voorman duldt dus geen kritiek; collega-Kamerleden mogen geen opmerkingen maken over het eenmansbedrijf van de PVV. Het weerspiegelt overigens de wijze waarop de PVV intern georganiseerd is: kritiek op de PVV-voorman wordt niet getolereerd.

Ook de eigen regeringsleden van Geert Wilders moesten het ontgelden. Toen de oppositie Dick Schoof ondervroeg over zijn vertrouwen in de PVV-bewindspersonen, herhaalde Schoof dat hij achter zijn mensen staat en hen ook vertrouwt. Dit antwoord gaf Schoof ook toen Esther Ouwehand (PvdD) ministers Klever en Faber (PVV) als racisten kwalificeerde. Dat vond Geert Wilders een te mager antwoord; hij vond dat Schoof zijn PVV-bewindspersonen feller moest verdedigen en verontwaardigder moest zijn over wat Ouwehand stelde. Wilders noemde de antwoorden van Schoof “slappe hap”. Wilders maakte zijn eigen minister-president dus publiekelijk belachelijk en wilde de ware machtsverhoudingen laten zien door de woordkeuze van Schoof te bepalen. Zover kwam het niet, maar er werd wel een frontale aanval geopend op de minister-president, die Wilders niet zo lang geleden zelf heeft voorgedragen. Enkelen beweren dat dit het kenmerkende dualisme is waar de coalitiepartijen voor hebben gepleit: grotere afstand tussen Kamer en regering. Maar dit is geen dualisme. Dualisme is als de coalitiepartijen vanuit de Kamer, onafhankelijk van de regering, met creatieve ideeën komen die soms zelfs haaks staan op het Hoofdlijnenakkoord. Daarbij is niet alles dichtgetimmerd door een verstikkende coalitiediscipline. Dat is dus inhoudelijke, onderbouwde kritiek. Wat Wilders heeft gedaan jegens Schoof is niet anders dan het bedrijven van populistische, provocatieve politiek om de persoon Schoof te kleineren en zijn reputatie te beschadigen.

Dat de PVV ook niet goed om weet te gaan met de regeringsverantwoordelijkheid en het bewaken van de eensgezindheid binnen de regering, werd gisteren duidelijk tijdens ‘Agema-gate’. Na twee dagen kabinet-Schoof ondermijnde PVV-minister Fleur Agema, tevens eerste vicepremier, de eensgezindheid van het kabinet. Na het pleidooi van Esma Lahlah (GroenLinks-PvdA) over de keuzevrijheid van islamitische vrouwen om een hoofddoek te dragen, probeerde Dick Schoof via Lahlah een brug te slaan naar de islamitische gemeenschap. Schoof zei tegen Lahlah dat zij in de eerste plaats een mens was. Deze poging van Schoof om het vertrouwen van de Nederlandse moslims te winnen werd vervolgens volledig ondermijnd door een tweet van Agema. Zij vond het nodig om op Twitter een vergelijking te maken tussen de column van burgemeester Halsema uit 2009, waarin ze hoopte dat vrouwen hun hoofddoek spoedig af zouden doen, en haar bemoedigende woorden op sociale media voor het pleidooi van Lahlah, waarin de keuzevrijheid voor het dragen van de hoofddoek juist werd onderstreept. Agema zorgde er dus voor dat de verbindende boodschap van Schoof aan de islamitische gemeenschap ongeloofwaardig werd. Hierdoor ontstond het beeld van een ideologisch gefragmenteerde regering en creëerde Agema een grote puinhoop die door de kersverse minister-president moest worden opgeruimd.

De incidenten laten zien dat de PVV niet in staat lijkt te zijn om de partij en haar ‘leden’ te transformeren tot een verantwoordelijke, fatsoenlijke bestuurspartij. De partij lijkt zich nog te wanen in de oppositierol, waarin tegenstanders met de grond gelijk werden gemaakt, en waarin deze opponenten verdacht werden gemaakt en beschuldigd van verraad aan het Nederlandse volk, omdat de enorme influx aan asielzoekers gemakshalve werd toegestaan. Het is dan ook niet geheel verwonderlijk dat de partij moeite heeft om zich te schikken naar deze nieuwe rol. Het vulgaire populisme zit in het DNA van de PVV; om dan over te gaan naar een verantwoordelijke bestuurspartij vergt enorm veel inspanning. Daarnaast is die rol uiteraard veel moeilijker te vervullen dan schreeuwen aan de politieke zijlijn. Ik vraag me daarom ten zeerste af of de PVV wel in staat is om aan de nieuwe eisen en verwachtingen te voldoen. De partij moet daarvoor een grondige hervorming ondergaan. Wellicht ziet Wilders dit ook, en doet hij er alles aan om middels destructieve politiek deze bestuurlijke verantwoordelijkheid niet te hoeven nemen.

Steun het anti-populistische geluid!

Wil je dit opiniërende platform maandelijks steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Dat kan via deze link: Columns (stripe.com) Of steun het platform eenmalig met een bedrag naar keuze invullen: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc