In mijn eerste stuk ‘regenten van BBB’ werd duidelijk dat de partij haar regenteske partijstructuur weet te verhullen middels perfect uitgevoerd performatief populisme. Daardoor krijgt een groot deel van het electoraat het idee dat de BBB een ware volkspartij is: voor het volk én door het volk. In werkelijkheid blijkt dit niet zo te zijn, zoals dr. Chris Aalberts evident heeft aangetoond. In dit tweede deel wil ik inzichtelijk maken dat de BBB haar regenteske gedrag ook projecteert op anderen. De BBB denkt het namelijk allemaal beter te weten en te kunnen dan collega-politici en wetenschappers. Deze arrogante, elitaire houding is dus niet alleen intern te bespeuren, maar zeer zeker ook buiten de eigen partijkaders. Gelukkig wordt, zo zal blijken in dit stuk, de partij al in sommige gevallen afgestraft voor haar regenteske houding jegens anderen. In het vervolg van dit stuk zal ik een aantal opvallende voorbeelden van het regenteske BBB uiteenzetten.

Tijdens een uitzending van OP1 eind mei was de tweede man van BBB, Henk Vermeer, aanwezig. Over het voornemen van het reactionaire kabinet om het eigen risico te halveren, werd Vermeer stevig bevraagd door presentator Jort Kelder. Kelder legde aan Vermeer voor dat uit onderzoek blijkt dat dit plan voor een enorme druk op de gezondheidsketen zorgt en dat er wachtlijsten zullen ontstaan. Vermeer was hier niet in geïnteresseerd en geloofde niet in deze ‘modellenwerkelijkheid’. Hiermee sloeg hij wetenschappelijke onderzoeken in de wind, want Vermeer weet het allemaal beter en hoeft niet geadviseerd te worden door specialisten. Deze feitenvrije ideologie,  gedreven door agro-populisme, wordt dus gepresenteerd als de absolute waarheid.

In dezelfde uitzending van OP1 stelde Vermeer dat de afgelopen kabinetten Rutte de belangen van Nederland te veel hebben verkwanseld, vooral met betrekking tot de stringente Brusselse stikstofregelgeving en de mestproblematiek. Hij vond dat bewindspersonen in Brussel ‘keihard’ met de vuist op tafel moesten slaan in plaats van te redeneren vanuit bureaus. Dat de politiek-bestuurlijke realiteit veel gecompliceerder ligt, ondervond Van der Plas niet zo lang geleden. ‘Brussel’ is het namelijk zat dat Nederland constant vraagt om uitzonderingsposities, terwijl Nederland in het recente verleden voor de regelgeving heeft getekend. Na haar teleurstellende bezoek aan ‘Brussel’ gooide Van der Plas het over een andere boeg: er moest geïnvesteerd worden in zeer goede relaties. Zo hoopt ze op termijn weer een nieuwe mestvrijstelling te kunnen krijgen van Brussel. Voor het eerst werd aan het grote publiek zichtbaar dat arrogante beloftes en uitspraken van BBB vroeg of laat afgestraft zullen worden door de complexe politiek-bestuurlijke realiteit.

Caroline van der Plas kon haar arrogantie en zelfgenoegzaamheid ook niet verbergen op het medium X. Op 17 mei plaatste Van der Plas een tweet over het interruptiedebat tussen Piri en Tuinman. Piri bevroeg Tuinman over de historische grond voor de vestiging van de Nederlandse ambassade in Israël te Tel-Aviv, naar aanleiding van de intentie van het reactionaire kabinet om de ambassade te verplaatsen naar Jeruzalem. Piri kreeg een zeer geleerd antwoord van Tuinman, waarin bijvoorbeeld het exacte nummer van de VN-resolutie hieromtrent werd genoemd. Voor Van der Plas toonde dit antwoord van Tuinman de ongekende competentie van de BBB-Kamerleden aan en dat Verenigd Links voortaan een toontje lager zou moeten zingen. Ze tweette: ‘Die voortdurende arrogantie van beroepspolitici bij GL/PvdA. En dan zo badinerend je vraag stellen aan een man die de hoogste militaire onderscheiding in NL heeft. Die missies heeft uitgevoerd. Die meer kennis heeft van buitenlandse zaken in zijn pink dan Piri in haar hele lichaam. Kijk!’

Volgens Van der Plas mocht Piri dus geen feitelijke vragen meer stellen aan het superieure Kamerlid Tuinman vanwege diens militaire onderscheidingen. Van der Plas gebruikte hiermee een drogreden: omdat de BBB-Kamerleden een geweldige staat van dienst hebben in het praktische werkveld, moeten de ‘beroepspolitici’ van Verenigd Links zich nederiger gaan opstellen. Dit toont derhalve een gebrek aan respect voor collega-Kamerleden, specifiek afkomstig uit de Verenigd Links-fractie.

Dat de BBB daadwerkelijk denkt dat ze een superieure Kamerfractie zijn ten opzichte van Verenigd Links, bleek wel tijdens het debat inzake de Regeringsverklaring op 3 juli. Tijdens de debatdeelname van Timmermans interrumpeerde Van der Plas en stelde zij dat  GL-PvdA niets wist van de Nederlandse mestproblematiek: ‘Die hoek heeft helemaal geen verstand van deze materie [mestproblematiek].’ Heden ten dage blijkt echter dat BBB het helemaal niet beter weet dan de rest, in ieder geval niet beter dan de vorige kabinetten Rutte. EenVandaag schreef woensdagochtend namelijk dat de Nederlandse boeren te maken hebben met torenhoge financiële tegenvallers en volle mestkelders. Dit terwijl de BBB het ministerie van landbouw bemenst. Dit is dus de tweede casus waarbij de BBB wordt afgestraft voor hun tamelijk arrogante houding jegens collega-politici!

De BoerBurgerBeweging is er ook niet vies van om het zogenoemde democratie-argument in te zetten tijdens debatten. Tijdens het debat over het eindverslag van de informateur stelde Jetten (D66) terecht vragen over plannen van het nieuwe kabinet om het stikstoffonds (15 miljard euro) af te schaffen. Dit fonds was in het leven geroepen om Nederlandse boeren de overstap te kunnen laten maken naar een duurzaam bedrijfsmodel en een toekomstbestendig verdienmodel. En om ervoor te zorgen dat boeren die willen stoppen zeker kunnen zijn van een warme sanering. Van der Plas kon deze inhoudelijke vraag enkel pareren met het democratie-argument: ‘Een ding weet ik zeker, de partij die de boeren in ieder geval niet heeft geholpen de afgelopen jaren is D66, en dat is uitgekomen in het zetelaantal op 22 november 2023. Er is geen boer met gezond verstand in Nederland die op D66 stemt.’ Geen inhoudelijk verweer dus. Nee, er moest aan de collega-politici duidelijk gemaakt worden dat de BBB veel beter in de smaak valt dan D66 en dat iedere boer (met gezond verstand) toch zeer zeker voor BBB heeft gestemd. Je zou, als boer zijnde, wel erg dom zijn om op D66 te stemmen, is de boodschap. Waarom de boerenkwestie dan behartigd wordt door de BBB via het totstand gebrachte reactionaire kabinet wordt niet duidelijk, dat behoeft geen inhoudelijke argumentatie. Van der Plas beschouwt dat immers als een vanzelfsprekendheid dat de boerenzaak bij haar in veilige handen is.

Woonminister Mona Keijzer, en voorheen kandidaat-premier namens de BBB (over arrogantie gesproken), liet zien dat BBB’ers hun eigen particuliere belangen belangrijker vinden dan die van de samenleving. Keijzer probeerde plannen voor een woonzorgcomplex voor dementerende ouderen te stoppen. Waarschijnlijk om zo overlast in haar directe woonomgeving te voorkomen, want de minister droeg milieuargumenten aan, terwijl de BBB fel tegenstander is van dergelijke milieuvoorschriften (stikstofrichtlijnen). Het ligt dus voor de hand dat Mona Keijzer deze milieuvoorschriften inzette als gelegenheidsargument. In het hoofdlijnenakkoord staat bovendien dat bezwaarprocedures tegen woonplannen bemoeilijkt dienen te worden, en hier is de kersverse woonminister verantwoordelijk voor. BBB-bewindspersonen hinderen dus de gigantische woonbouwopgave met het starten van procedures, maar andere burgers mogen dat in de toekomst niet meer doen. Dit is echt het toonbeeld van regentesk gedrag: het plebs mag minder dan de regenten van de BBB. Dit soort dubbele standaarden ondermijnt niet alleen het vertrouwen in de politiek, maar bevestigt ook de hypocriete en elitaire aard van BBB.

.

Tot slot verwacht de BBB dat haar achterban een geprivilegieerde behandeling krijgt ten opzichte van andere groeperingen in de samenleving. Waar de BBB-voorvrouw, Caroline van der Plas, eiste dat de politie de-escalerend optrad tijdens de boerenprotesten, moesten reltrappende pro-Palestina studenten keihard aangepakt worden. Op X schreef Van der Plas dat de campus van de UvA ‘schoongeveegd’ moest worden. De achterban van de BBB, bestaande uit de agrarische beroepsbevolking, zou dus een bevoorrechte positie moeten hebben in Nederland. Waarom zult u denken? Omdat de boeren belangrijker zijn en voor een gewichtigere zaak staan dan de pro-Palestina demonstranten. De verschillende standaarden die voor de twee groeperingen worden gehanteerd, kunnen niet anders geduid worden dan pure hypocrisie en getuigen (opnieuw) van regentesk gedrag.

Hoewel radicaal-rechts de voorgaande bestuurspartijen-met name D66- vaak framen als elitaire partijen die niet luisteren naar ‘de burger’, blijkt de zogenaamde anti-establishment partij BBB veel arroganter te opereren. Dit wordt duidelijk uit zowel de interne organisatiestructuur als de gebezigde taal van de BBB. Voorbeelden hiervan zijn Vermeer’s afwijzing van wetenschappelijk onderzoek en zijn roep om harde actie in Brussel, Van der Plas’ minachting voor kritische vragen van collega-Kamerleden, de dubbele standaarden tussen burger en BBB-politicus en de eis voor een geprivilegieerde behandeling van haar achterban. Het is duidelijk dat de BBB, ondanks haar populistische retoriek, niet minder arrogant is dan de partijen die ze daarover bekritiseerd heeft in het recente verleden, integendeel!

Steun het anti-populistische geluid!

Wil je dit opiniërende platform maandelijks steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Dat kan via deze link: Columns (stripe.com) Of steun het platform eenmalig met een bedrag naar keuze invullen: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc