Sigrid Kaag is in Nederland als politica verketterd door radicaal-rechts. Een uiterst bekwame vrouw die carrière had gemaakt binnen de VN, werd door Wilders afgeschilderd als een ‘heks’. De verdedigingslijn van radicaal rechts kwam niet verder dan dat ze een elitaire vrouw was die geen binding had met het ‘volk’. Het betreurenswaardige vertrek van Kaag is tekenend voor de omslag die politiek Den Haag het afgelopen jaar heeft gemaakt: ware politieke professionals moeten het veld ruimen voor populistische praatjesmakers.

Historische perspectief: professionalisering van het politieke ambt

Sinds de negentiende eeuw is de Nederlandse politiek verder geprofessionaliseerd. In plaats van dat politieke functies enkel voorbehouden waren aan welgestelden die een politieke functie vooral beschouwden als een parttime baan, konden (competente) mensen uit lagere sociale klassen ook een titel binnen het politieke bedrijf ambiëren. Dit werd onder andere mogelijk door de salariëring te verhogen, waardoor de professie een volwaardige fulltime baan werd.

Naast de professionalisering van de politiek werd het bestuur, dat de dominante opvattingen moet vertalen in beleid, verder getechnocratiseerd en gebureaucratiseerd. Het aantal ambtenaren groeide aanzienlijk, en de ambtelijke functies werden specialistischer. Het neoliberale denken – dat nauw samenhangt met de technocratisering – begon daarbij een belangrijkere rol te spelen binnen de politieke elite. Politici begonnen een bedrijfsmatige benadering te hanteren van het bestuur, waarbij middelen zo efficiënt mogelijk worden besteed en waarbij de burger een consument werd.

De technocratisering en professionalisering van de politiek zijn niet per definitie negatief te noemen. Echter, het is te ver doorgeschoten. Politieke partijen uit het midden zijn hierdoor te veel op elkaar gaan lijken. Het electoraat ziet het populisme daardoor als het enige ware alternatief. Deze populistische partijen zijn de antithese van de opkomende bestuursculturen van de afgelopen jaren. De politiek wordt nu gedomineerd door politieke amateurs, die met mooie marketingcampagnes en simplistische en/of xenofobe oneliners kiezers aan zich hebben weten te binden. In plaats van dat de middenpartijen zich opnieuw hebben weten uit te vinden met een sterk ideologisch verhaal voor de huidige tijd, is er nu een machtig blok bestaande uit agro-populisten en islamofobe populisten. De actualiteit van slechts deze week laat zien waarom dit problematisch is.

LandbouwBBBeleid stort Nederland in een nieuwe bestuurlijke crisis

We zagen deze politieke amateurs van BBB zich weer eens van hun beste kant laten zien inzake het landbouwbeleid, met minister Wiersma en Van der Plas als hoofdrolspelers. In het Hoofdlijnenakkoord is besloten dat de financiële middelen, die beschikbaar waren gesteld om de agrarische sector toekomstbestendig te maken (verduurzaming en innovatie), gekort worden met maar liefst 15 miljard. De plannen om deze omslag te maken, werden deze week eveneens geschrapt door het landbouwdepartement, dat tegenwoordig bemand wordt door BBB’ers. Provincies, belangenorganisaties van de agrarische sector en natuurorganisaties hebben er bijna vier jaar over gedaan om deze plannen te formuleren. Deze ondoordachte manier van politiek bedrijven kreeg hevige kritiek. Tijdens het landbouwcommissiedebat sprak Pieter Grinwis (CU) van ‘pyromanenpolitiek’. Maar niet alleen de voltallige oppositie was geschokt door de roekeloze politiek van BBB, ook de coalitiepartners leken niet erg onder de indruk. Thom van Campen (VVD) leek allesbehalve gerust op een goede afloop van het landbouwbeleid van BBB; hij moest het allemaal nog zien

Caroline van der Plas, ook lid van de commissie, vond de kritiek van de rest van de commissie onredelijk. Iedereen moest eerst rustig afwachten tot het departement de plannen presenteerde. Daar ben ik het niet mee eens. Alle indicatoren wijzen erop dat we afstevenen op een bestuurlijke crisis: de plannen om de doelstellingen (waar opnieuw 3,5 jaar aan gewerkt is) te bereiken, zijn door de shredder gehaald en de financiële middelen om de doelen te behalen zijn geschrapt.

Haar andere argument is dat er geen paniek heerst bij de provincies. Van der Plas had haar BBB-gedeputeerden gesproken, en die verkeren niet in paniekachtige toestand. Ook dat is geen steekhoudend argument. Alsof de eigen gedeputeerden van de BBB het eigen BBB-landbouwbeleid al in zo’n vroeg stadium zouden neersabelen. Gedeputeerde Mirjam Sterk van de provincie Utrecht laat daarnaast een geheel ander geluid horen: ‘We hebben plannen gemaakt (‘…’) en vandaag hebben we gehoord dat de plannen van tafel gaan, het geld is uit het Hoofdlijnenakkoord, maar er zijn wel allerlei verwachtingen gewekt. Ik vraag me dan af, als gedeputeerde, wat moet ik daar dan mee? We hebben zo hard gewerkt, met zoveel mensen, en die grote onzekerheid is nu wel op tafel gekomen.’ Ook andere betrokken organisaties luiden een noodkreet. Bouwend Nederland zegt bijvoorbeeld ‘verbouwereerd’ te zijn door de recente besluitvorming van minister Wiersma. De enige organisatie die stond te juichen bij de aangekondigde plannen, was de geradicaliseerde boerenbelangenorganisatie Farmers Defence Force. Dat enkele feit alleen al zou te denken moeten geven.

De BBB liet dus een staaltje amateurisme zien deze week. De uitgebreide plannen om de stikstofproblematiek aan te pakken, worden zonder enige aarzeling in de prullenmand gegooid. En nu moet er binnen een tijdsbestek van enkele weken een alternatief, beter plan gepresenteerd worden. Over die plannen is nog weinig bekend. Wiersma verklaarde wel dat er ‘scherpe keuzes’ gemaakt zullen worden. Er staat dus naar alle waarschijnlijkheid een ijskoude sanering te wachten voor boeren die niet verder kunnen met de transitie van hun bedrijf. Een ernstig conflict tussen ‘Brussel’ (vingerwijzen naar de EU) en ‘Den Haag’ ligt ook in de lijn der verwachting. Nederland wordt dus zeer waarschijnlijk opnieuw in een bestuurlijke crisis gestort.

PVV: bekrompen nationalistisch ideeën, onprofessionele mentaliteit en regentesk

De PVV is wellicht nog wel een aantal gradaties amateuristischer dan de BBB. We zijn nog geen drie maanden onderweg en we zien al dat de PVV zorgvuldig bezig is met het bestuurlijke verval van Nederland. Zowel in de Kamer als in de regering is het afbraakbeleid reeds te aanschouwen. Ik zal eerst de bewindspersonen behandelen en dan de modus operandi van de PVV-Kamerfractie.

Faber: gemeenten worden in de steek gelaten

Asielminister Faber moet het boegbeeld worden van de PVV in dit kabinet. Voor de PVV en zijn achterban draait het om één ding: ‘de asielkraan dichtdraaien.’ Het lijkt er echter op dat het asiel- en migratiebeleid een grote puinhoop gaat worden.

In het Hoofdlijnenakkoord wordt ‘het strengste asielbeleid ooit’ geambieerd, waarbij men zich tegelijkertijd houdt aan alle verdragsrechtelijke kaders. Verder wordt naar verluidt de Spreidingswet ingetrokken, terwijl een overweldigende meerderheid van gemeenten, verenigd in de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten), juist voorstander is van het behoud van deze wet om de opvangcrisis definitief te bestrijden. Sinds het aantreden van Faber als minister is de relatie tussen de gemeenten en het Rijk sowieso ernstig verslechterd, terwijl lokale overheden een cruciale rol spelen in het migratiedossier. Zij organiseren namelijk de opvang van migranten en stellen (leegstaande) locaties beschikbaar.

De gemeenten worden momenteel geconfronteerd met ad-hoc crisismaatregelen om het overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel te ontzien. Deze maatregelen werden nauwelijks gecommuniceerd en kwamen voor veel gemeenten over als een decreet van hogerop. Faber lijkt het probleem van dit top-down beleid echter niet te zien; volgens haar is de werkelijke kwestie de asielinstroom. Als die instroom, onder haar leiding, snel opdroogt, zijn ad-hoc maatregelen niet langer nodig. Maar het opdrogen van die instroom lijkt onwaarschijnlijk, aangezien we gebonden zijn aan internationale verdragen, zoals ook in het Hoofdlijnenakkoord is vastgelegd.

Om de instroom te verlagen had Faber deze zomer al het lumineuze idee om meer marechaussee-personeel bij de grenzen te stationeren. Dit is een schoolvoorbeeld van symboolpolitiek, aangezien asielmigranten gewoon een procedure kunnen aanvragen, en extra grenstoezicht daar niets aan verandert. Toen Faber hierover bevraagd werd, stelde ze dat het desondanks aantoont dat er ‘meer controle is.’ Dit plannetje uit de koker van Faber zal dus geen enkel merkbaar effect hebben op de instroom. Daarnaast rekent Faber op de asielcrisiswet, die extra juridische mogelijkheden zou moeten bieden om de instroom te beperken. Echter, de Europese Commissie moet nog goedkeuring verlenen aan deze wet, en rechters kunnen Faber corrigeren als blijkt dat de wet in strijd is met Europees recht.

De instroom zal dus niet snel beperkt worden. Tegelijkertijd wordt de Spreidingswet ingetrokken of genegeerd, wat betekent dat gemeenten in de toekomst vaker zullen worden geconfronteerd met decreten van Faber. De PVV was tegen de Spreidingswet en noemde het een ‘dwangwet’, maar ironisch genoeg zal Faber mogelijk juist meer dwang van bovenaf moeten toepassen omdat ze enerzijds de asielketen niet op orde wil brengen en anderzijds geen substantiële verlaging van de instroom zal realiseren.

Een andere kwestie die de relatie tussen de gemeenten en Fabers ministerie heeft verstoord, is de passieve houding van het Rijk inzake de opvang van Oekraïners. Opvanglocaties in verscheidene provincies zijn overvol, en er moeten nieuwe locaties worden gevonden. De VNG vindt dat het Rijk de gemeenten hierbij moet ondersteunen en samen met hen meerjarig beleid moet uitwerken, met voldoende financiële dekking. Faber stelt echter dat dit ‘hun pakkie-an’ is, oftewel: de gemeenten moeten het zelf maar uitzoeken.

Tot slot zet Faber per 1 januari een streep door de ‘bed-bad-brood-regeling’ voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Deze mensen moeten volgens haar zo snel mogelijk het land verlaten. Ze doet echter alsof dit eenvoudig te realiseren is, terwijl eerdere kabinetten er ook niet in zijn geslaagd om deze groep binnen korte tijd uit te zetten. Hiervoor is een omvangrijk diplomatiek charmeoffensief nodig richting islamitische landen. Dat zal niet eenvoudig zijn met de islamofobe PVV in dit kabinet en een twitterende Wilders die zich regelmatig negatief uitlaat over de islam.

Het resultaat van dit wensdenken laat zich raden. Gemeenten zullen worden opgescheept met dakloze uitgeprocedeerden die door de steden zullen zwerven, wat op zichzelf al voor veel maatschappelijke problemen zal zorgen. Het gebrek aan toekomstperspectief zal er eveneens voor zorgen dat veel van deze jonge migranten in de criminaliteit belanden. Opnieuw worden gemeenten dus opgezadeld met de gevolgen van Fabers roekeloze beleid.

Kortom, Faber heeft een zeer slechte relatie met de gemeenten. Ze laat hen in de kou staan en de negatieve gevolgen van haar beleid komen op het bordje van de lokale overheden. Daarnaast wordt er niets opgelost: de opvangproblematiek wordt aangepakt met top-down besluiten die meer op crisismanagement lijken, zonder permanente oplossingen. Dit terwijl Faber ervanuit gaat dat dit niet nodig is, zolang de instroom beperkt wordt.                                                                              

Hierdoor schiet Faber op twee fronten tekort: er komen geen structurele oplossingen voor de opvangcapaciteit en er is geen zicht op een vermindering van de asielinstroom. Het lijkt onvermijdelijk dat het een puinhoop wordt, waarbij Faber op dit moment haar krediet bij de gemeenten al aan het verspelen is.

Agema: bekrompen nationalisme leidt tot humanitair leed in Afrika

We zien bij zorgminister Agema (PVV) wat bekrompen nationalistisch gedachtegoed kan veroorzaken. Sinds enkele weken woedt er een nieuwe variant van het apenpokkenvirus die vooral huishoudt in Afrika. Honderden Afrikanen zijn al overleden aan deze nieuwe variant. Gelukkig is er een effectief vaccin op de markt dat dit virus kan bestrijden. Afrikaanse landen zijn echter volledig afhankelijk van de ontwikkelde wereld, omdat de vaccins betrekkelijk duur zijn. Om een medische catastrofe te voorkomen in Afrika en om de verspreiding van het mpox-virus bij de bron aan te pakken, wordt er gerekend op het Westen.

‘Onze’ minister Agema wil echter niets weten van het exporteren van deze vaccins. Volgens haar moet Nederland klaar zijn om binnen onze landsgrenzen de ziektegevallen te bestrijden. Dit betekent dat er nu letterlijk Afrikaanse mensen sterven omdat onze minister, bevangen door nationalistische sentimenten, weigert meer vaccinaties te leveren. Bovendien is ook voor Nederland van belang dat het mpox-virus geen bedreiging vormt voor de mondiale volksgezondheid, en daarmee ook voor de nationale.

Het toont temeer aan dat bekrompen nationalistisch beleid vrijwel nooit in het nationale belang is, of überhaupt verstandig is. Met de export van mpox-vaccins door Nederland zouden we kunnen bijdragen aan het inperken van de apenpokkenuitbraak, waardoor ook geen reële dreiging is om zich verder te verspreiden. En wellicht nog belangrijker: we zouden onnodig menselijk leed in Afrika kunnen voorkomen. Het is kort gezegd gewoon asociaal. Gelukkig denkt de meerderheid Kamer er net zo over als ik, en ik hoop dan ook dat de vaccinaties zo snel mogelijk in Congo en andere getroffen landen gebruikt kunnen worden.

PVV parlementariërs: disfunctioneel én regentesk

Zowel Agema als Faber lijken dus ongeschikt voor het ministerschap en maken een zeer amateuristische indruk. De Tweede Kamerfractie spant echter de kroon; het is het toonbeeld van onprofessionaliteit. Zoals inmiddels algemeen bekend functioneert een groot deel van de PVV-fractie niet. De nieuwe PVV-Kamerleden (november 2023-nu) zijn nauwelijks aanwezig bij debatten en maken zelden gebruik van het parlementaire instrumentarium. Daardoor ligt een grotere last bij de resterende Kamerleden (ongeveer driekwart van het parlement) om het technische parlementaire werk te verrichten en de regering te controleren

Op dinsdag vond het eerste volwaardige debat plaats in de Kamer. Dit ging over de verbranding van de Koran door Pegida als protestactie. De andere Kamerleden hielden uitgebreide betogen over de verhouding tussen groepsbelediging en het demonstratierecht. Sommige partijen, zoals Denk, vonden dat dit soort demonstraties wettelijk verboden moesten worden, omdat ze aanzetten tot haat jegens een religieuze bevolkingsgroep. Daarnaast zou het vernietigen van heilige geschriften van religieuze groepen een hatelijke, beledigende actie zijn. Andere Kamerleden, zoals Ingrid Michon-Derkzen (VVD), maakten duidelijk dat zij de Koranverbranding walgelijk vonden, maar dat het recht op demonstratie zwaarder woog dan de mogelijke beledigende implicaties van het verbranden van religieuze boeken. Het was dus een fundamenteel debat over het recht op demonstratie en de oprukkende islamofobie in Nederland. PVV-Kamerlid Emiel van Dijk was echter zichtbaar ongeïnteresseerd. Zijn betoog was in recordtempo afgehandeld; het duurde slechts 15 seconden. Tijdens de zeldzame momenten dat de PVV aanwezig is bij een debat, doet de partij geen enkele moeite om op een professionele manier te participeren.

Ook tijdens het debat over arbeidsongeschiktheid afgelopen donderdag maakte de PVV geen enkele indruk. Als politiek geïnteresseerde keek ik naar dit plenaire debat. Ik merkte op dat alle grote politieke partijen de noodzaak voelden om een motie in te dienen. Zo maakte NSC zich zorgen over de bestaanszekerheid van arbeidsongeschikten, zeker door het recente nieuws waarbij het UWV de uitkeringen verkeerd zou hebben berekend. Mariëtte Patijn van GL-PvdA was van mening dat er dringend maatregelen nodig waren om arbeidsongeschikten te helpen; een stelselherziening zou te laat komen. Ze diende bovendien een motie in voor een wettelijk verbod op het uitsluiten van mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn.

De urgentie was bij alle Kamerleden was voelbaar. Je zou verwachten dat dit een sociaal-maatschappelijk thema zou zijn voor de PVV waar het de regering wil bijsturen en bovenal waar ze zich op wil profileren. De PVV zegt immers altijd op te komen voor Nederlanders die grote sociaal-maatschappelijke onrechtvaardigheid ervaren. Maar de PVV-Kamerleden zaten achterovergeleund toe te kijken, terwijl de andere Kamerleden de regering probeerden te bewegen om iets te doen voor arbeidsongeschikten. Dit was voor mij tekenend voor hoe een groot deel van de PVV-fractie functioneert: de passiviteit en totale disfunctionaliteit kwamen duidelijk naar voren.

Ik kaartte dit aan op X, dat de PVV-Kamerleden opnieuw niet aanwezig waren bij het debat. Kamerlid Maikel Boon reageerde dat ‘Brammetje’ ongelijk had, want de PVV-Kamerleden waren wel degelijk fysiek aanwezig; ze ademden tenslotte in dezelfde ruimte als de andere Kamerleden! Volgens de PVV betekent aanwezigheid bij een Kamerdebat tegenwoordig simpelweg fysiek aanwezig zijn, niet actief participeren in het debat. Een nieuwe semantische truc dus, om de totale passiviteit van de partij te maskeren.

Vanzelfsprekend hoeft een Kamerlid niet altijd parlementaire middelen aan te wenden om de regering bij te sturen of te controleren. Maar het Kamerlid dat lid is van de betreffende commissie, in dit geval Eric Esser, heeft volgens OpenKamer.org nog nooit een motie ingediend.[1]

U kunt zich dus afvragen wanneer zo’n Kamerlid wel de behoefte voelt om een motie in te dienen, of anderszins actief wordt. Of is de PVV sinds november 2023 verworden tot een slaafse Kamerfractie die het regeringsbeleid blindelings volgt? Dit lijkt mij opmerkelijk voor een partij die altijd zo vocaal is geweest.

Naar mijn mening toonde dit voorval de amateuristische omwenteling in de politiek aan. De PVV-fractie is niet geïnteresseerd in interne reflectie op het eigen parlementaire functioneren. Kritische burgers worden denigrerend bejegend (‘Brammetje’) en ten onrechte aangevallen. Die onfatsoenlijke houding tegenover mij persoonlijk is geen probleem voor mij, maar het moet veel principiëler bezien worden; het gaat het om de verhouding tussen de volksvertegenwoordigers van de PVV en de burger. Het blijkt dat de PVV geen enkel respect heeft voor de burgers die zij vertegenwoordigen en een totale regenteske houding aanneemt ten aanzien van de burger. Dit is namelijk niet de eerste keer dat dit gebeurt. Oud-woordvoerder van de PVV en tegenwoordig Europarlementariër, Sebastian Kruis, bejegende mij op een vergelijkbare wijze (‘Brammetje’) en stelde dat ik nauwelijks zou kunnen nadenken omdat ik ‘erbarmelijke’ tweets schrijf. Vandaag maakte Kruis zich opnieuw schuldig aan deze onfatsoenlijke wijze van communiceren. Wouter van der Weerd uitte op X zijn zorgen over het asielbeleid van minister Faber. Kruis vond het nodig om op een onfatsoenlijke wijze te reageren door hem aan te duiden als ‘Woutertje’. De anti-elitaire PVV kijkt dus structureel neer op het kritische volk, terwijl ze riante salarissen ontvangen (die uiteraard door ‘het volk’ worden betaald) tegen betrekkelijk weinig tegenprestaties. D66 werd onder leiding van Sigrid Kaag altijd geframed als een elitaire, arrogante partij die los was geraakt van het volk. Maar er is maar één partij waarvan de Kamerleden zulk elitair en arrogant gedrag vertonen: dat is de PVV.


[1] OpenKamer.org is niet gelieerd aan de Tweede Kamer en houdt op eigen initiatief en vrijwillige basis het werk van individuele Kamerleden bij. Het platform volgt het Kamerwerk zo nauwkeurig mogelijk, maar er zit een foutmarge in. Om toch enige indicatie te hebben van het Kamerwerk van politici, wordt dit platform als bron aangehaald.

Conclusie

Kundige politici, zoals Sigrid Kaag, hebben dus plaats moeten maken voor populistische politici die een proces van chaotisering van het openbaar bestuur zijn begonnen. Het landbouwbeleid van BBB lijkt op het eerste gezicht een ramp te worden voor de boeren en de regionale bestuurders. Faber maakt een puinhoop van het asiel- en immigratiebeleid en de gemeenten kunnen de ontstane chaos gaan oplossen. In Afrika vindt er onnodig leed plaats, omdat Agema vasthoudt aan bekrompen nationalistische waanbeelden. En het sluitstuk is de totaal disfunctionele en passieve PVV-fractie, die ook nog eens neerkijkt op kritische burgers. We moeten zo snel mogelijk van dit kabinet af, dat is duidelijk. Maar of de kiezer zal inzien dat de agro-populisten en islamofobe populisten geen redelijk alternatief zijn voor het te technocratische midden, is maar de vraag.

De gepopuliseerde media, zoals De Telegraaf, pompen nog altijd het apocalyptische frame rond dat immigratie een existentiële bedreiging vormt voor ons vaderland. En de EU wordt ook met gemak afgeschilderd als het Spaans-Habsburgse Rijk van de eenentwintigste eeuw. Opiniemaker Wierd Duk had deze week weer zo’n ‘prachtige’ column waarin de gewone man en vrouw aan het woord waren, en waarin de Nederlandse steden zoals Rotterdam werden aangemerkt als het ‘Bagdad aan de Maas’. De bekende xenofobe zondeboktheorie werd dus opnieuw van stal gehaald. Of de kiezer zal inzien dat niet de EU en niet de immigranten het probleem zijn, maar de populistische politieke stromingen (ook de nieuwe populisten die op het toneel verschijnen), is maar zeer de vraag. Het immigratieframe blijkt toch maar zeer moeizaam te doorprikken…

Steun het anti-populistische geluid!

Wil je dit opiniërende platform maandelijks steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Dat kan via deze link: Columns (stripe.com) Of steun het platform eenmalig met een bedrag naar keuze invullen: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc