In politiek Den Haag is het kerstreces aangebroken. Voor de bestuurders en politici van de coalitiepartijen biedt dit een uitgelezen kans om te reflecteren op een half jaar kabinet-Schoof. Vooral de partij van Pieter Omtzigt, Nieuw Sociaal Contract (NSC), heeft deze tijd hard nodig. De partij werd vorig jaar opgericht met als doel het openbaar bestuur grondig te verbeteren en zo de beschadigde vertrouwensrelatie tussen overheid en burger te herstellen. Daarnaast wil NSC de rechtsstaat herstellen, die tijdens het toeslagenschandaal pijnlijk heeft gefaald.
Het kabinet-Schoof lijkt weinig ambitie te tonen om deze doelen na te streven, laat staan te realiseren. Tot nu toe maakt de regering een uiterst instabiele indruk. Wekelijks lijkt een kabinetsval nabij, vaak als gevolg van onvoorziene beperkingen in het regeringsbeleid. Ondertussen lijken de coalitiepartners van NSC vooral gedreven door electoraal gewin, waarbij polarisatie en het zaaien van haat goedkope en effectieve middelen blijken. Deze aanpak maakt het voor BBB’ers en PVV’ers verleidelijk om de grenzen van de rechtsstaat op te zoeken, of zelfs te overschrijden.
Waarom NSC dit toelaat, blijft voor mij een groot raadsel. Zeker wanneer je deze schendingen in samenhangend verband bekijkt, rijst de vraag op: wanneer is de maat vol? Daarom zal ik een terugblik op het afgelopen kwartaal geven, waarin de naïeve en principeloze werkwijze van NSC pijnlijk zichtbaar wordt.
Ik heb me al vaker afgevraagd waarom NSC ervoor heeft gekozen deze regeringssamenwerking aan te gaan. De partij verschuilt zich deels achter procedurele overeenkomsten met de anti-parlementaire, rabiate PVV, zoals het rechtsstatelijke basislijnakkoord. Volgens Omtzigt zou dit akkoord de PVV binnen rechtsstatelijke grenzen kunnen houden. Het is echter een uiterst naïeve gedachte om te veronderstellen dat de handtekening van de PVV (en de BBB) enige waarde heeft op dit gebied.
PVV-politici hebben jarenlang opzienbarende uitspraken gedaan die volledig haaks staan op onze parlementaire normen. Het idee dat dit politieke socialisatieproces door enkele krabbeltjes zou worden uitgewist, is absurd. De afgelopen drie maanden, van de Algemene Politieke Beschouwingen tot nu, hebben dit wekelijks bewezen.
Acht voornemens van kabinet-Schoof ondermijnen rechtsstaat
Allereerst wil ik ingaan op een rapport van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), waarin begin oktober de rechtsstatelijkheid van de regeringsverklaring werd getoetst. De commissie concludeerde dat op verschillende punten de rechtsstatelijkheid van de verklaring als ‘zorgwekkend’ moet worden beschouwd. Vooral het destijds voorgestelde asielnoodrecht, dat nog boven de markt hing, werd scherp bekritiseerd. Hoewel NSC erin slaagde dit na onderhandelingen van tafel te krijgen, blijft dit slechts een van de vele plannen van het kabinet die de grenzen van de rechtsstaat opzoeken, of zelfs overschrijden.
Voorbeelden hiervan zijn het afschaffen van rechtsbijstand voor kansarme asielzoekers, het detineren van kansarme en overlastgevende asielzoekers, en het afschaffen van gunstigere voorwaarden voor gezinshereniging voor jongvolwassenen. Al deze maatregelen zijn in strijd met het Europese asielrecht en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Uiteindelijk tellen deze onrechtsstatelijke plannen in het rapport op tot negen voornemens die de rechtsstaat ernstig ondermijnen. Hoewel het asielnoodrecht van tafel is, zijn de overige plannen onaangeroerd gebleven. NSC heeft geen enkele poging ondernomen om deze onrechtsstatelijke voorstellen te schrappen. Dit enkele feit alleen al onderstreept het politiek-morele faillissement van de partij: NSC ondersteunt nu zelf plannen die de rechtsstatelijkheid van ons bestuur onder druk zetten.
NSC gokt erop dat de rechterlijke macht of de Eerste Kamer deze onzalige plannen naast zich neer zullen leggen. Deze passieve houding is verwerpelijk. De regering heeft zélf een verantwoordelijkheid om binnen de kaders van de rechtsstaat te opereren; zij moet het goede voorbeeld geven. Nu worden (nieuwe) fricties met de PVV vermeden, en deze hoofdpijndossiers worden als het ware uitbesteed aan de Eerste en Tweede Kamer of aan rechterlijke (advies)organen. NSC zou, als zelfverklaarde rechtsstatelijke geweten, zélf deze kwesties moeten oppakken, zeker omdat het klip-en-klaar is dat deze voornemens de rechtsstaat gewoonweg ondermijnen. Daar is helemaal geen discussie over.
Nu rijdt NSC willens en wetens tegen de rechtsstatelijke vangrails aan. Hoe dat getypeerd kan worden als ‘goed bestuur’ of ‘herstel rechtsstaat’ is mij een raadsel. Het enige wat men met deze nalatige houding bewerkstelligt, is dat er een voedingsbodem ontstaat voor wantrouwen richting deze neutrale instituten: de rechterlijke macht, die de PVV-plannen annuleert. Daarmee wordt de rechterlijke macht mogelijk betrokken bij het publieke debat, terwijl NSC in een vroege fase al een stokje voor deze plannen had kunnen steken. Als de PVV in het verweer komt, dan rest er slechts één ding: stoppen met het meest radicale kabinet uit onze geschiedenis.
Dit mechanisme is niet enkel een theoretische hypothese. Het werd vorige week bewaarheid. De verzamelwet van Faber (waaronder een aantal maatregelen dat ook door de NovA als onrechtsstatelijk werd aangemerkt) om ‘het strengste asielbeleid’ te gaan voeren, werd tijdens een uitzonderlijk korte inzagefase door rechterlijke organen en andere instanties als uitermate negatief bevonden. Desondanks heeft het kabinet-Schoof, met NSC als regeerpartij, ‘gewoon’ ingestemd met Fabers vervaardigde wetgeving. NSC zadelt dus de Raad van State en mogelijk ook de Kamer op met onbehoorlijke wetgeving. De verantwoordelijkheid wordt daarmee verlegd naar met name de Raad van State. Een directe confrontatie met de PVV wordt uit de weg gegaan, want NSC zal zich verschuilen achter het oordeel van de Raad van State. De Raad van State wordt zodoende, door de behoefte van NSC om het conflict intern uit de weg te gaan, gepolitiseerd.
Kortom, NSC is op dit moment niet bezig met het herstellen van de rechtsstaat. De partij is op dit moment bezig met het oprekken van de grenzen van de rechtsstaat en de verantwoordelijkheid voor de bescherming ervan wordt belegd bij andere actoren.
NSC als blinde rechtsstatelijke scheidsrechter
NSC is binnen de eigen coalitie nauwelijks een afschrikwekkende waakhond van de rechtsstaat. Het basislijnakkoord dat in februari van dit jaar werd gefabriceerd, en waar PVV, VVD, NSC en BBB hun handtekening onder hebben gezet, blijkt een dode letter te zijn. Ik zei eerder in dit stuk al dat zulks voor de hand lag: meer dan 15 jaar socialisatie binnen de PVV werk je niet weg met de ondertekening van zo’n akkoord. Nu dat akkoord toch gesloten is, dient NSC zich als een soort rechtsstatelijke scheidsrechter op te stellen en met duidelijke sancties op de proppen te komen als het basislijnakkoord wordt geschonden.
Toegegeven, NSC heeft wel een enkele keer adequaat opgetreden als scheidsrechter. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het annuleren van het asielnoodrecht. Hiermee heeft NSC weten te voorkomen dat ingrijpende wetgevende bevoegdheden werden aangewend voor niet-bestaande ‘crises’. Maar voor de rest heeft NSC veel te veel getolereerd, en dat zit hem dan met name in de huidige bestuurscultuur bij de vier coalitiepartijen. De rechtsstaat is niet een statistisch gegeven; het wordt iedere dag vormgegeven door bestuurders en politici die zich voortdurend moeten verhouden tot die rechtsorde. Die verhouding tussen rechtstaat en coalitiepoliticus is afkeurenswaardig.
Het aantal ‘incidenten’ waar die verhouding tot de rechtsstaat discutabel is, is dusdanig omvangrijk dat er eigenlijk helemaal niet gesproken kan worden van incidenten. Deze is structureel van aard. Vooral de blinde, onvoorwaardelijke liefde voor Israël bleek bij de radicaal-rechtse coalitiepartners boven de rechtsstaat te staan. Nadat het Internationaal Strafhof een arrestatiebevel had uitgevaardigd voor de Israëlische premier Netanyahu, twitterde Wilders al dat hij het een ‘knettergekke’ beslissing vond. Volgens Wilders maakt Israël zich niet schuldig aan oorlogsmisdaden; de extreemrechtse regering zou zich uitsluitend verdedigen tegen islamitisch terrorisme. Dit kan niet anders beschouwd worden dan een regelrechte interventie in het rechtsproces. De heer Wilders heeft dus maling aan de scheiding der machten.
Daarna was Wilders vastbesloten om, ondanks het arrestatiebevel, de hand te schudden met de verdachte Israëlische premier: “Laat er geen misverstand over bestaan: ik spreek in binnen- en buitenland met wie ik wil en ik ga waarheen ik wil. Niemand houdt me tegen.” Officieel geldt enkel voor ministers en regeringsleiders dat zij de contacten met verdachten bij het ICC moeten beperken tot slechts essentiële contactmomenten. Dus strikt genomen heeft Wilders zich gehouden aan de richtlijnen van het internationale recht. Maar de geldigheid van het ICC wordt met zijn handelen wel degelijk aangetast. In de eerste plaats omdat Wilders zich negatief uitlaat over het arrestatiebevel via het medium X, hoezo trias politca? Maar ook omdat hij met zijn Israël-reis liet blijken dat het eigenlijk heel normaal is om met verdachten van oorlogsmisdaden te poseren voor een grote journalistieke mensenmassa.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over zijn bezoek aan de voorman van de illegale nederzettingen. Als je een van de belangrijkste initiatiefnemers bent van de kolonisatie van Palestijns woongebied, dan zal Wilders spoedig arriveren om je de hand te schudden. Dat is de rechtsstatelijke norm die de belangrijkste parlementariër van Nederland hanteert: als Israël zich misdraagt, dan zal Wilders de instituties die het internationale recht uitvoeren in diskrediet brengen en hij zal voor de verantwoordelijke figuren in het openbaar applaudisseren.
NSC neemt dus deel aan een coalitie waar vermoedelijke overtreders van het internationale recht in het zonnetje worden gezet. Omtzigt werd tijdens het debat over de Europese top bevraagd over Wilders’ pr-reis. Jan Paternotte (D66) vroeg zich af hoe die reis zich verhield tot het basislijnakkoord. Omtzigt zei daarop dat hij zo’n reis ook onverstandig vond, maar dat hij als politicus ook veelvuldig contact had met politici die andere opvattingen hadden dan hij. Deze vergelijking gaat mank. Omtzigt heeft ongetwijfeld in de Raad van Europa gesproken met corrupte politici e.d., maar dat is echt fundamenteel anders dan een bezoek aan controversiële figuren om zoveel mogelijk media-aandacht te genereren. Daarnaast was het geen bezoek aan deze personen vanwege bittere noodzaak, maar enkel en alleen om de hechte vriendschap met deze politici te beklinken.
Ook in het parlement lijkt het basislijnakkoord niets waard te zijn
Niet enkel de buitenparlementaire activiteiten van dhr. Wilders waren opzienbarend in de context van het basislijnakkoord, ook in de Tweede Kamer lieten de radicaal-rechtse partijen hun ware onrechtsstatelijke karakter zien. Zowel BBB als PVV stemden tegen de motie-Piri, die opriep het arrestatiebevel tegen Netanyahu te steunen. Henk Vermeer (BBB) beweerde tijdens een stemverklaring dat het een “politiek gemotiveerde aanklacht” was. De BBB (en PVV) zeggen, blijkens hun ondertekening van het basislijnakkoord, wel dat ze zich aan de rechtsstaat willen houden, maar dan alleen als dat hun ideologische overtuigingen dient. Als de uitspraak van het ICC hen onwelgevallig is, gaat men over tot het verdacht maken van zo’n instituut.
Deze overtreding van het basislijnakkoord was (opnieuw) voor NSC geen aanleiding om te stoppen met dit catastrofale kabinet. De motie-Piri was daarmee het levendige bewijs dat het basislijnakkoord een dode letter is: participanten van de coalitie eerbiedigen het niet, en vervolgens volgt er geen rigoureuze sanctie van NSC om zulke overtredingen bikkelhard af te straffen.
Immers, het was ook niet de eerste keer dat BBB en PVV het internationale recht aan hun laars lapten, na ondertekening van het basislijnakkoord. De Roon (PVV) zei bijvoorbeeld in de Kamer dat de Palestijnen een ‘nepvolk’ waren, waarmee het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen werd ontkend. De Roon was toen blijkbaar vergeten dat het Internationaal Gerechtshof in 2004 nog expliciet bevestigde dat het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen niet ter discussie staat.
Daarnaast vond Henk Vermeer het in oktober ook wel een goed idee om van Oekraïne een bufferstaat te maken tussen de EU en Rusland. Daar gaat dhr. Vermeer helemaal niet over; het is internationaalrechtelijk vastgelegd dat landen zelfstandig mogen bepalen bij welke partnerschappen zij zich aansluiten en welk buitenlandbeleid zij willen voeren, maar daar stapte Henk Vermeer gemakshalve overheen. Henk Vermeer vindt dat kleinere landen zich maar moeten schikken naar de wensen van de grotere mogendheden, zoals Rusland.
Bovendien is het ook gewoon een kortzichtig en bovenal egoïstisch standpunt. Het komt er met andere woorden op neer dat Oekraïne mag fungeren als een militair stootkussen, waardoor West-Europa geen last heeft van mogelijke militaire dreiging. Vermeer ziet het liefst dus dat Oekraïne wordt opgeofferd voor onze veiligheid. De enige moreel juiste beslissing is dat Oekraïne zo snel mogelijk veiligheidsgaranties krijgt en dat het Westen deze veiligheidskwestie als één collectief aanpakt, niet alleen Oost-Europa of Oekraïne.
Dit zijn slechts de meest bekende gevallen, maar PVV-Kamerleden tonen bovendien keer op keer aan dat zij helemaal niks geven om de trias politica. Wanneer zich vandalisme voordoet tijdens een pro-Palestina demonstratie, dan staan de PVV-Kamerleden zo snel mogelijk bij de interruptiemicrofoon om er schande van te spreken: ‘Hoe is het mogelijk dat het OM niet hogere straffen eist.’
Kabinet jaagt polarisatie aan tussen bevolkingsgroepen
Deze onrechtsstatelijke borrelstrategen en Palestijnhaters krijgen van NSC alle ruimte. Er is even wat ophef, en dan volgt er geen bindende sanctie. Dat zagen we ook tijdens de aaneenschakeling van ‘incidenten’ binnen het kabinet-Schoof. Staatssecretaris Chris Janssen liet tijdens het programma ‘Goedemorgen Nederland’ blijken dat hij nog altijd pal achter de minder-Marokkanen-uitspraak van Wilders stond: ‘Absoluut, ja’. Janssen schreef daarna een briefje aan de Kamer waarin hij zich toch, als staatssecretaris, van die uitspraak distantieerde, en toen was het voor NSC allemaal acceptabel. Tijdens het eindejaarsinterview van Omtzigt bij Rick Nieman stond Omtzigt er even bij stil. Hij vond het ‘pijnlijk’ en ‘ingewikkeld’ omdat het raakte aan ‘het wezen’ van mensen. Het bleef dus enkel bij woorden; er werd even met het vingertje gewapperd, en dat was het.
Het ontbreken van een rechtsstatelijke ruggengraat bij de NSC-fractie kwam misschien wel het best aan het licht na afloop van de rellen in Amsterdam. Na afloop van de rellen werden er ongegronde uitspraken gedaan over de stand van de integratie van islamitische landgenoten, bijvoorbeeld door staatssecretaris Nobel (VVD). Daarnaast deed Wilders voorstellen die de rechtsgelijkheid van Nederlanders ondermijnen. Hij pleitte namelijk voor een verruiming van het afnemen van het paspoort bij het plegen van een misdrijf. Wilders zal er ongetwijfeld niet bij hebben stilgestaan of dit wel binnen de kaders van het basislijnakkoord past, maar dat maakt toch niks uit, want NSC spreekt af en toe zijn afschuw uit, en dan houdt het op: ‘Blaffende honden bijten niet.’
Daarna kwam deze situatie tot een kookpunt in de ministerraad. Of er destijds wel of geen racistische uitspraken zijn gedaan (ik denk van wel), doet er eigenlijk niet zoveel toe. De regering en de coalitiepartijen waren actief aan het participeren in het stigmatiseren van bevolkingsgroepen en zetten groepen tegen elkaar op. Een overheid dient betrouwbaar te zijn en onpartijdig te handelen – dat hoort bij ‘goed bestuur’ – maar hier leek het toch alsof de regering vooral beleid wilde formuleren om één bevolkingsgroep te treffen. Als er dan ook nog sprake zou zijn geweest van racistische uitspraken in de ministerraad, dan had een gewetensvolle partij een streep in het zand gezet en definitief gebroken met dit kabinet. Dat is niet gebeurd, want NSC heeft geen principes, of deze zijn in ieder geval zeer buigzaam.
Kortom, NSC stelt zich wel op als de rechtsstatelijke scheidsrechter, maar de gele en rode kaarten lijken niet in de binnenzak te zitten. Bovendien weet deze scheidsrechter helemaal niet wat de spelregels zijn, gezien het feit dat NSC acht (!) onrechtsstatelijke plannen steunt. Het is tragisch om te constateren dat een partij die is opgericht om het bestuur en de rechtsstaat te verbeteren, oogluikend toestaat dat het omgekeerde gebeurt. Maar deze partij tolereert dat niet enkel, zij dragen er ook actief aan bij. Kijk bijvoorbeeld hoe onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) ervoor heeft gezorgd dat op het allerlaatste moment zijn begroting wordt gesteund door het ‘monsterverbond’. Bruins had al aan het einde van de zomer kunnen weten dat zijn onderwijsbegroting niet op een meerderheid kon rekenen, maar desondanks heeft hij het in het honderd laten lopen. Hiermee heeft NSC eraan bijgedragen dat het regeringsbeleid van crisis naar crisis hobbelt en dat er nauwelijks tijd is om beleid op de middellange termijn uit te rollen.
NSC is een groot fiasco
NSC is op dit moment dus het grootste politieke fiasco sinds de LPF, en daar gaat in de toekomst ook geen verandering in komen. In plaats van dat NSC duidelijk maakt aan zijn coalitiepartners wanneer de gele en rode kaarten worden getrokken bij overschrijding van het basislijnakkoord, heeft Van Vroonhoven in de NRC aangegeven zich ‘constructiever’ te willen opstellen. NSC wordt door de andere coalitiepartners gezien als een moreel verheven partij. De partij zou oppositie voeren tegen de eigen coalitie. Dat de NSC moreel verheven zou zijn ten opzichte van de andere coalitiepartijen, lijkt mij geen lastige opgave. BBB is een agropopulistische partij die haar ideeën baseert op de onderbuik, de VVD is een machtspolitieke partij die enkel geïnteresseerd is in het verwerven van het ambt van minister-president, en de PVV kan enkel xenofobische onzin roeptoeteren. Dus die morele lat ligt niet al te hoog. Ik zou daarom zeggen tegen NSC: wees werkelijk die rechtsstatelijke waakhond en dreig met ingrijpende sancties bij overtreding ervan!
Steun het anti-populistische geluid!
Wil je dit opiniërende platform maandelijks steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Dat kan via deze link: Columns (stripe.com) Of steun het platform eenmalig met een bedrag naar keuze invullen: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc

Het falen/disfunctioneren van het kabinet Dick Schoof typeerde Freek de Jonge in zijn kerstconference zoals geen ander dat kan. Het was de climax in de metafoor waarbij de niets wetende, ondeskundige vervanger van de dronken loods zich als Dick Schoof voelde.En wat betreft het koesteren van enige hoop zei hij weliswaar confronterend maar o zo treffend: “Het enige wat ons nog kan overkomen is dat ons lot een wending neemt.”
Historicus Mark Thiessen wijst op het gevaar van uitholling van ons rechtssysteem als populisten of radicaalrechtse partijen aan de macht komen. Het kan heel lang duren totdat kiezers zeggen dat dit toch niet is wat ze zochten, maar dan is de schade al aangericht.’
LikeLike