Bewindspersonen PVV: ‘Het minst effectieve asielbeleid ooit’
Dit is deel 2 van ‘De polder-Trump Geert Wilders en zijn kornuiten’, voor het eerste deel kun je op de volgende link drukken.
Minister Faber was door het stikstofdossier even op de achtergrond verdwenen. Daar is recentelijk verandering in gekomen. De afgelopen tien dagen heeft Faber meermaals de actualiteit gehaald. Dat is echter geen prestatie van formaat, ze haalt het nieuws vanwege vanwege haar starheid, haar solistische en directieve werkwijze en vanwege doofheid voor kritiek. De enige persoon waarvan ze de kritiek serieus neemt is Wilders. Faber is daardoor toch vooral een vooruitgeschoven post van Wilders
Het vernietigen van de asielketen gaat door
Minister Faber heeft ervoor gekozen de asielketen te ontmantelen door structureel te korten op de financiering van de asielketen. Dit voornemen kan tweezijdig geïnterpreteerd worden. Faber gelooft daadwerkelijk dat door haar kordate optreden de instroom zal opdrogen; er zijn dan geen asielfaciliteiten en ketenpartners meer nodig. Wat het meest voor de hand ligt, is dat er gestreefd wordt naar onmenselijke opvangomstandigheden voor asielzoekers, om een afschrikwekkende werking te creëren. Mevrouw Faber zal dan te boek komen te staan als een minister die asielzoekers toch vooral niet ‘pampert’. Daarnaast leidt ondermaatse financiering ertoe dat het frame van ‘ongebreidelde asielmigratie’ weer flink kan resoneren. Het beeld van asielzoekers die noodgedwongen moeten slapen in het gras zal die perceptie immers versterken.
Het plan van mevrouw Faber om 2/3 van de subsidie richting Vluchtelingenwerk af te knijpen, lijkt onderdeel uit te maken van de eerste genoemde strategie van Faber: het versoberen van de leefomstandigheden van asielzoekers en hen van de meeste basale mensenrechten beroven. Vluchtelingenwerk is een ketenpartner die belangrijk werk verricht ten behoeve van de rechtszekerheid van asielzoekers, asielzoekers worden onder andere door de organisatie juridisch geadviseerd en ze worden geïnformeerd over de werking van het Nederlandse asielsysteem. Als Vluchtelingenwerk een aanzienlijk deel van haar subsidiëring niet meer ontvangt, dan kan ieder weldenkend mensen beredeneren wat dat doet met de juridisch-maatschappelijke positie van vluchtelingen: die zal verslechteren. Daarnaast zal de asielketen nog verder op slot dreigen te raken, omdat de IND belast wordt met asielzoekers die niets begrijpen van het asielsysteem.
Deze versobering van de asielketen heeft op het moment van schrijven al negatieve effecten. In het aanmeldcentrum in Ter Apel is er nu (!) al sprake van mensonwaardige omstandigheden. Zo wordt niet voldaan aan de minimale vereisten voor brandveiligheid en verblijven er te veel mensen in de opvang. Het meest schrijnende is wel dat kinderen geen toegang hebben tot de meest basale voorzieningen, zo krijgen kinderen maandenlang geen onderwijs. Deze situatie doet zich al twee jaar voor. Terwijl de asielinstroom het afgelopen jaar is gekelderd, is er nog altijd geen verbetering te zien in de leefomstandigheden binnen de asielketen. Het is dus geen capaciteitsprobleem, maar politieke onwil. Asielzoekers dienen behandeld te worden als vuil; dát is hoe we het ‘strengste asielbeleid ooit’ moeten interpreteren.
Faber gunt Syriërs niks, ook niet als het voordelig is voor haar eigen politieke doelstellingen
Dat ‘strengste asielbeleid ooit’ is daarnaast ook—vanwege die afgunst voor vreemdelingen—nauwelijks effectief. In Syrië is de politieke situatie door de val van het Assad-regime enigszins veranderd. We moeten nog zien hoe de aard van het HTS-regime zich zal uitkristalliseren, maar er is een gerede kans dat het een gematigder en pragmatischer bewind zal zijn dan het schrikbewind van Assad. Syriërs zouden daarom bereid kunnen zijn om terug te keren naar hun voormalige woongebied om met eigen ogen te zien of er toekomstperspectief is. Syrische vluchtelingen zijn echter bang dat dit consequenties heeft voor hun asielstatus als zij hiervoor terugkeren.
Om deze zorg weg te nemen, stelden Kamerleden zoals Bontenbal (CDA) en Kati Piri (GL-PvdA) voor dat gezinsleden konden terugkeren, zónder dat dit gevolgen zou hebben voor iemands asielstatus. Een degelijk plan dus, waarmee terugkeer gefaciliteerd wordt zonder dat het gepaard gaat met dwang. Als je wil dat er veel minder vreemdelingen in Nederland wonen, zou iedere weldenkende minister dit plan direct uitwerken. Maar deze minister heeft het ‘strengste’ asielbeleid voor ogen, niet het meest ‘effectieve’ asielbeleid.
Syriërs ondersteunen bij een eventuele wens om terug te keren? Dat kan natuurlijk niet; dat zou een veel te genereus aanbod zijn. Dan zou Faber een menselijk gezicht krijgen—een politica die in alle redelijkheid tot beslissingen komt. Nee, haar tegenargument is simpel: ‘Weg is weg.’ Als Syriërs daar naartoe durven te gaan, kunnen ze daar ook wel blijven. Een kortzichtiger antwoord kun je nauwelijks geven. Immers, zo’n tijdelijke terugkeer is juist bedoeld om te beoordelen of het veilig is en of de omstandigheden daar geschikt zijn om bijvoorbeeld kinderen te laten opgroeien.
In plaats daarvan ziet Faber liever dat Syriërs met dwang en pressiemiddelen worden teruggestuurd, zoals Trump dat doet. Dat doet het in de beeldvorming veel beter: Faber als strenge asielminister die eens flink doorpakt en al het ‘asieltuig’ terugstuurt.
Bij deze asielminister draait het alleen om beeldvorming; dat is sinds dag één van haar ministerschap duidelijk. Tijdens de formatie hoorden we voor het eerst de quote ‘het strengste asielbeleid ooit’. Sindsdien heeft Faber deze slogan toegeëigend en is het haar verkooppraatje geworden. Achter dat verkooppraatje is er echter nog niets te zien van dat strengste asielbeleid als het gaat om de instroom. Die is licht gedaald, uitsluitend door externe oorzaken (zoals de internationale situatie).
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen zagen we vervolgens dat Faber een nietszeggend briefje naar de Commissie stuurde met het verzoek om een opt-out voor het asiel- en migratiebeleid. Dat hiervoor een verdragswijziging (in samenspraak met de lidstaten) nodig is, kon iedere deskundige en ambtenaar op voorhand vertellen. Maar ook hier had Faber maling aan. Er werd toch even een signaal afgegeven aan de buitenwereld dat het kabinet-Schoof menens is.
En dan hebben we het nog niet eens over de terugkeerborden gehad. Het enige wat je met zoiets bereikt, is dat vreemdelingen zich wellicht wat minder welkom voelen. Maar vooral zorg je ervoor dat Nederland op dit punt het lachertje van Europa zou zijn geworden. Gelukkig heeft Faber er dan ook van afgezien na veel kritiek vanuit de Kamer.
Faber is doof voor kritiek
Faber gaat echter ongestoord door met haar symbolische anti-vreemdelingenbeleid. Vanaf deze week hebben we het advies van de Raad van State kunnen inzien over het voornemen om het tweestatusstelsel te herintroduceren en de verblijfstermijn te beperken. De Raad van State gaf het een c-dictum: stuur de wetten niet naar de Kamer, ze zijn onuitvoerbaar en ineffectief. De wetten van Faber leiden, kort gezegd, tot meer bureaucratie en extra druk op het rechtssysteem. Bovendien wordt gesteld dat Fabers beleid geen effect zal hebben op de asielinstroom—dat is in ieder geval niet wetenschappelijk aangetoond.
Faber wil echter nauwelijks afwijken van haar wetsontwerp: ‘Hoogstens een punt en een komma’. Er is volgens haar haast geboden, want we zitten midden in een gigantische asielcrisis. Een zeer eigenaardige crisis is het wel, want er kwamen vorig jaar slechts 30.000 rechtmatige asielzoekers naar Nederland—een stad ter grootte van Aalsmeer. Omgerekend betekent dit dat er voor elke 600 Nederlanders één ‘levensgevaarlijke’ statushouder in ons land zou zijn.
Daarom is zelfs het verbeteren van Fabers waardeloze wetsontwerpen door de rechtse oppositie (die ook in de asielcrisis-mythe gelooft) aan dovemansoren gericht. In de plenaire zaal zei Faber deze week dat ze ‘helemaal niks gaat aanpassen’. Ze laat zich niet langer tegenwerken door ‘ongekozen bureaucraten’ (zoals Wilders het noemt) of door ‘linkse’ partijen in het parlement of de regering. Nederland wil resultaat zien, is de gedachte. Dat het enkel tot politieke symboliek leidt en tot meer administratief werk voor IND-ambtenaren, is vers twee.
Dit ontbloot opnieuw dat de PVV helemaal niet geïnteresseerd is in degelijke wetgeving. Immers, een complex internationaal vraagstuk als asielmigratie, met verschillende grondoorzaken die vaak ook op elkaar ingrijpen, kan helemaal niet met wat nationale wetgeving grondig worden opgelost. De PVV is dus issue owner op een politiek thema dat zich helemaal niet zo makkelijk laat oplossen met nationale wetgeving. Daarom moet er gezocht worden naar symboolpolitiek en politiek theater in de plenaire zaal en voor de camera’s van de Nederlandse pers.
Het zou hoogstens op Europees niveau opgelost kunnen worden. ‘Toevallig’ wordt er volgend jaar een omvangrijke Europese migratiewet geïmplementeerd. Daar zou Faber haar energie in kunnen steken, in de ordentelijke uitvoering van die wet. Maar in plaats daarvan maakt ze het migratiebeleid extra complex door er nog extra (ineffectieve) nationale wetgeving aan toe te voegen—een kritiekpunt dat ook door de Raad van State werd benoemd.
Onproductiviteit van PVV-ministers, wel ambtenaren als vuil behandelen
Is Faber dan een uitzondering op de regel? Nee, uit onderzoek van De Groene Amsterdammer blijkt dat dit kabinet zeer onproductief is: ‘Er worden nauwelijks wetten weggestuurd, de ministerraad is besluiteloos en in de senaat was het in twintig jaar niet zo rustig.’
Dan zou je toch verwachten dat PVV-bewindspersonen zich binnen hun eigen ministeries constructief zouden opstellen en respectvol zouden omgaan met ambtenaren—zeker omdat ze na járen radicale onzin aan de zijlijn, zonder bestuurlijke verantwoordelijkheid, nu opeens de ministeries betreden. Dat lijkt bij Madlener (PVV, partijloos) en Chris Jansen (PVV, partijloos) niet het geval.
Madlener heeft niets bereikt of noemenswaardig uitgevoerd als minister. Zijn grootste politieke prestatie tot nu toe? De aankondiging dat we op maar liefst drie stukken snelweg weer 130 km/u mogen rijden. Dit komt neer op 86 kilometer snelweg. Daar zal ‘de Nederlander’ vast van staan te juichen, daar ben ik van overtuigd.
Madlener zit ons vooral in de weg. Hij doet er alles aan om het aantal vliegbewegingen op Schiphol zo groot mogelijk te houden, ondanks de overlast voor omwonenden en ondanks dat we met een stikstofcrisis opgescheept zitten. Wat symbolisch staat voor het nietsdoen van Madlener is de fatbike-kwestie. De Kamer wil dat de minister eindelijk eens met concrete plannen komt om de uitwassen rondom fatbikes aan te pakken. De minister weigert daarentegen om ook maar iets te doen: ‘Kan niet, wil niet’ is het motto bij Madlener. Zelfs coalitie-Kamerleden zijn ontsteld over deze houding. Zo wordt van Kamerlid Veltman (VVD) bijvoorbeeld wat meer ‘creativiteit’ verwacht van Madlener.
Madlener en Chris Jansen wanen zich echter als vorsten op het ministerie, ondanks hun weinig indrukwekkende prestaties als minister en staatssecretaris. Werknemers bij het ministerie melden dat er een onveilige werksfeer heerst. Er zijn zelfs aantijgingen van discriminatie en racisme. Los van het feit dat grensoverschrijdend gedrag en een onveilige werksfeer altijd afkeurenswaardig zijn, is het opmerkelijk dat dit juist gebeurt onder deze onderpresterende bewindspersonen. Het lijkt er sterk op dat deze ministers hun wanprestaties willen compenseren met pestgedrag.
Verder ligt dit ook in de lijn der verwachting bij bewindspersonen uit PVV-huize. Mensen die zich actief inzetten voor het PVV-gedachtegoed hebben doorgaans al een zeer verwerpelijke grondhouding jegens alles wat kwetsbaar is en alles wat ‘anders’ is. Dat dit dan ook op interpersoonlijk niveau tot uiting komt, is niet geheel verrassend.
PVV-minister: lui, onfatsoenlijk en incompetent
Kortom, de PVV-bewindspersonen hebben nog niets gepresteerd. En als ze al tot noemenswaardige wapenfeiten komen, dan kun je niet anders dan concluderen dat die kortzichtig, inhumaan of simpelweg ondermijnend zijn voor het algemeen belang.
In het geval van Faber lijkt het er bovendien op dat ze het asielbeleid volledig wil bureaucratiseren. Er gaat geen cent meer naar mensen die de asielketen draaiende houden, maar tegelijkertijd zal een blik ambtenaren opengetrokken moeten worden om al die onzinnige additionele administratie op te vangen. Dat de PVV-bewindspersonen het lef hebben om zich—ondanks hun bedroevende staat van dienst—als onaantastbare vorsten te gedragen, maakt het plaatje compleet. Het beeld van de PVV-minister na een half jaar is dan ook als volgt: lui, onfatsoenlijk, inhumaan en incompetent. Wat is Henk en Ingrid daarmee geholpen!
Steun het anti-populistische geluid!
Wil je dit opiniërende platform maandelijks steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Dat kan via deze link: Columns (stripe.com) Of steun het platform eenmalig met een bedrag naar keuze: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc
