Wie mij kent, weet dat ik een muziekliefhebber ben. Muziek wordt soms getransponeerd, in een andere toonsoort gezet, en dat kan heel verrassende resultaten opleveren. Dit bracht mij op het idee om iets dat mij zeker niet als muziek in de oren klonk, van 4 februari jongstleden, te ‘transponeren’ naar 85 jaar geleden en dat ziet er dan zo uit:
“Voorzitter, afgelopen zaterdag werd een 11-jarig meisje op straat doodgestoken door een Jood van 29. En mag ik om te beginnen de nabestaanden van dit meisje van 11 [- sorry, ik heb inderdaad niet even de moeite genomen om na te gaan hoe ze heet -] heel veel sterkte en kracht toewensen met dit grote verlies. Voorzitter, ons land wordt al decennia lang geteisterd door criminelen, vaak van Joodse afkomst, die onze gezinnen en kinderen terroriseren. Ik breng in herinnering december vorig jaar, de explosie in Tarwekamp, waarbij 6 personen om het leven kwamen. Van de 4 verdachten van die misdaad zijn er 3 Jood en ik kan nog vele andere voorbeelden noemen. (…) Minister (…) geef nu ook antwoord op de vraag hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat deze Joodse, gevaarlijke gekken, die een strafdossier hebben van hier tot Tokyo en in een cel of inrichting zouden moeten zitten, dat die vrij op straat rondlopen. Hoe kan dat? Waarom heeft u daar geen antwoord op? Nederland, voorzitter, gaat kapot aan dit Joodse geweld en we zouden daar ook wat aan gaan doen. We hebben afspraken gemaakt om te kijken, bijvoorbeeld, hoe we Joodse criminelen met een dubbele nationaliteit hun Nederlandse paspoort kunnen afpakken, zodat ze ons land worden uitgezet. (…) Nederland is onveilig. Ik spreek hier met de minister van Justitie en Veiligheid, ik voel geen begin van urgentie, maar ik hoor smoesjes, ambtelijke prietpraat. Woorden hebben we niet nodig, maar daden. En ik vraag aan de minister, hoeveel dodelijke slachtoffers zijn er nodig, voordat deze Joodse criminelen worden tegengehouden, van de straat worden geplukt, in een gevangenis of in een inrichting verdwijnen, hun paspoort kwijtraken, uit Nederland verdwijnen? Bevrijd ons land van deze Joodse ellendelingen en kom niet met bureaucratische, nietszeggende antwoorden.”
Simpelweg elke keer dat Geert Wilders het woord Marokkaan gebruikte of daar met een andere, meer verhullende term naar terugverwees, heb ik dit vervangen door die andere zondebok, van 85 jaar geleden, waarvan we het lot allemaal zo goed kennen.
Geschrokken? Vind u het ook zo stuitend dat een politicus dit gewoon mag zeggen? Of misschien is er een verschil tussen wat een politicus in een café mag roepen en wat hij als volksvertegenwoordiger in de Kamer kan zeggen. Maar hoe moet je in die zin het Vragenuurtje opvatten, één van de weinige parlementaire momenten in de week waarvan elke politicus zich donders goed bewust is dat het heel wat meer Nederlanders bereikt en een groter schokeffect teweeg kan brengen dan een doorsnee commissievergadering? Heeft een politicus daarin niet een grote verantwoordelijkheid om niet te polariseren, haat te zaaien of uit te sluiten? Hoe lang zou het duren voordat ca. 3 miljoen kiezers, als Wilders en zijn volgelingen hiermee door mogen gaan en ooit besluiten hun focus te verleggen, weer gewend zouden zijn aan die onterechte zondebok van weleer of aan al even onterechte nieuwe, zoals Syrische, Iraanse, Irakese, Afghaanse, Palestijnse of Oost-Europese vluchtelingen of ‘gewoon’ weer alle moslims?
Wilders en de Sohani-zaak
Ik heb mijn oprechte deelneming betuigd aan het gezin van Sohani en hun familie en vrienden. Een jong, onschuldig kind op deze gruwelijke manier verliezen moet één van de meest afschuwelijke ervaringen in een mensenleven zijn en heb hen alle kracht en sterkte gewenst die zij nodig zullen hebben om daarmee te leven. Mijn hart gaat naar hen uit.
Dit artikel schrijf ik niet omdat ik hun tragische verlies wil gebruiken voor politieke doeleinden, maar omdat een toxische, buitensluitende politicus dat deed. Sohani werd op afschuwwekkende wijze vermoord door een verward en gewelddadig mens, die door ons systeem – dat door opeenvolgende regeringen de afgelopen 15 jaar lang kapot is gemaakt en gelaten – niet kon worden verhinderd om opnieuw toe te slaan. Wilders misbruikte dat om met weloverwogen, geslepen bewoordingen een hele bevolkingsgroep (en andere groepen van niet-westerse afkomst) tot zondebok te maken en weg te zetten, in zijn zoveelste poging om hen te marginaliseren en te ontmenselijken.
Door dat te doen zaait Wilders haat en zet hij aan tot het uitsluiten van groepen van de open samenleving die ooit Nederlands grootste kwaliteit was en misschien wel onze meest kenmerkende traditie is. Meer nog dan een eenduidig te definiëren christelijke traditie – en de door veel partijen toegeëigende term ‘joods-christelijke traditie’ is al helemaal een fictief verhaal, een constructie (lees voor de achtergrond ervan vooral dit openhartige artikel), kent ons land namelijk een rijke, pragmatisch humanistische traditie. Een partij als de VVD, bijvoorbeeld, vermeldt in haar beginselen dat zij zich mede baseert op de waarden uit het humanisme en de Verlichting.
Daar tegenover bieden Wilders, en in zijn PVV’s kielzog momenteel ook die van VVD, het NSC en de BBB, ons als perspectief alleen het behoud van de ‘eigen groep’ en uitsluiting van de ander. Het zet niet de kracht van onze meest kenmerkende levensbeschouwelijke tradities centraal, maar een denkbeeldige nationalistische traditie. Wilders gaat met zijn coalitiepartners uit van waarden als ongelijkheid, verdeeldheid en vijanddenken en daarmee creëert hij alleen maar angst en achterdocht, die ons land verzwakken. De opvattingen van de regeringspartijen, hun hoofdlijnenakkoord en hun zogenaamde beleid tot dusver staan daarmee zelfs haaks op de waardengedreven, levensbeschouwelijke tradities waarmee zij zich in hun partijprogramma’s en -beginselen afficheren. Zij gaan niet uit van gelijkwaardigheid van iedereen, maar van verschillen tussen mensen. Ze sturen niet op de ontwikkeling van kennis en cultuur en de voor een democratie noodzakelijke diversiteit, maar op een zo groot mogelijke eenduidigheid, die tot norm moet worden verheven. Ze beschermen kortom zogenaamd de ‘eigen groep’ tegen de veronderstelde boze buitenwereld.
Maar wie is die ‘eigen groep’? In iedere geval niet de zwijgende meerderheid die ik ken als mijn landgenoten. In de traditionele waarden waar mijn Nederland voor staat, ligt de nadruk op zowel de vrijheid van het individu als de verantwoordelijkheid die iedereen heeft voor de medemens en de gemeenschap. Gemeenschapszin, verantwoordelijkheid, eerlijkheid, gelijkheid, menswaardigheid, kennisontwikkeling en cultuur, het streven naar rechtvaardigheid en zorg voor de ander zijn de kernwaarden die vrijwel alle Nederlanders, van elke afkomst en levensovertuiging, delen. En voor de meer humanistisch ingestelden, die zich niet voorbestemd of gestuurd weten door een godheid, komt daar zelfbeschikking nog bij.
Op het VVD-congres in Den Bosch, op 30 november 2024, werden twee belangrijke moties aangenomen van (nieuw) liberale VVD’ers. De eerste roept namens de VVD verkozen volksvertegenwoordigers en de door de VVD-fracties voorgedragen bestuurders op om zich uit te spreken tegen voorstellen die schendingen van de liberale kernwaarden in zich dragen en die ook niet zelf in te dienen dan wel te steunen. De tweede gaat over generaliserende en stigmatiserende uitspraken, zoals de bovenstaande ‘rant’ van Wilders en betekent dat de leden zich uitspreken vóór een verbindende en tegen een polariserende koers. Je zou denken dat vergelijkbare uitgangspunten voor het NSC, met haar christelijke wortels, helemaal gesneden koek zijn. Maar de moties zijn een voorzichtig begin van een terugkeer naar het redelijke politieke midden.
Uitsluiting zal onze samenleving nooit humaner en sterker kunnen maken. De zwijgende meerderheid in mijn Nederland wil, door elkaar te blijven ontmoeten bij verenigingen, op schoolpleintjes, op speelveldjes, in buurtcentra, -huizen en -theatertjes, bij de bloemist, in de supermarkt en bij elkaar op de koffie of aan de thee, met elkaar in verbinding kunnen blijven, met elkaar dromen kunnen delen en problemen kunnen delen en oplossen. Niemand uitgezonderd. Want mijn Nederland beseft dat dat de enige manier is waarop we het ooit echt met elkaar hebben gerooid en zullen rooien.
