Het publieke debat werd gedomineerd door het onbeduidende asielmigratie-onderwerp. Eindelijk lijkt dit thema een beetje op de achtergrond te zijn geraakt, doordat Trump de wereldorde aan het verbouwen is en de VS de facto wil afsluiten van de rest van de wereld. In Europa kwamen daardoor defensie, strategische autonomie, innovatiekracht en een heroriëntatie van het Europese buitenland- en handelsbeleid hoger op de politieke agenda te staan. De volgende fundamentele vraag kwam zodoende aan bod: ‘Wie zijn wij (= Europa) in deze nieuwe wereld, en hoe willen we onze existentie waarborgen?’
In het dorp Nederland leek het feit dat we op een kruispunt in de geschiedenis staan nooit helemaal te zijn doorgedrongen, gezien het feit dat de PVV conditionele eisen stelt aan de steun aan Oekraïne en hogere uitgaven aan defensie: “Meer defensie-uitgaven is prima, maar dan wel meer geld voor Henk en Ingrid.” En wat te denken van NSC en BBB, die met het huishoudboekje in de hand zich kranig verzetten tegen de Rearm Europe-plannen, omdat er voor slechts enkele honderden euro’s per Europeaan (150 miljard in totaal) aan gemeenschappelijke leningen werd voorgesteld door de Commissie?
De PVV heeft deze week geprobeerd om de tijd weer terug te zetten — terug naar het Nederland van vóór de Trumpistische elektrische schok. De partij heeft namelijk nooit doordachte plannen uitgewerkt over werkelijk belangrijke thema’s, en evenmin over geopolitieke kwesties. Het blijft altijd beperkt tot blinde liefde voor Israël als democratisch bastion in het donkere, door de islam gedomineerde Midden-Oosten, Russofilie, een voorliefde voor autocraten in het Westen (behalve Erdogan, want hij staat een islamitisch-reactionaire ideologie voor) en foeteren op de EU en ontwikkelingshulp. Vooral de voorliefde voor autocraten (in dit geval Trump) en de Russofilie spelen nu parten. Een serieuze loyaliteitsvraag ligt op tafel, en kiezers zijn niet vergeten dat Wilders een bezoek heeft gebracht aan de Doema, vier jaar na MH17. Zijn kiezers zijn daarnaast verdeeld over het Oekraïne/EU-thema. De PVV-voorman moet daardoor schipperen tussen zijn pro-Oekraïne en pro-Rusland-electoraat, wat ervoor zorgt dat Wilders een weifelende indruk maakt en hele vage, ambigue standpunten inneemt.
Dit maakt het meer dan logisch dat Wilders, samen met zijn politieke dienstmaagd asielminister Faber, er alles aan doet om ‘Oekraïne’ en ‘Trump’ zoveel mogelijk naar de achtergrond te drukken. En zo kwamen Faber en Wilders tot het plan om de goedkeuring van lintjes voor vijf vrijwilligers die statushouders jarenlang hebben geholpen (bijvoorbeeld het geven van taalles) eens flink te politiseren. De goedkeuring van deze lintjes zou niet passen bij haar beleid. Het tragikomische is dat dit, tenminste als je ervanuit gaat dat de PVV van goede wil is, wel degelijk past bij het beleid van dit PVV-kabinet. Immers, tijdens de rellen in Amsterdam (november ’24) werden er allerlei alarmistische kreten uitgeslagen dat de integratie mislukt was- zulke hulp van vrijwilligers zou dan een bescheiden bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van dat integratieproces. Maar de PVV is niet van goede wil, de PVV is uit op het bestendigen van zijn macht en daarvoor moet de asielmigratieproblematiek voortbestaan. Daarvoor moet de integratie niet enkel een compleet fiasco worden onder de noemer ‘asielzoekers mogen we niet meer pamperen’, het moet vooral in de beeldvorming een centraal thema blijven. Daarvoor hebben Wilders en Faber de lintjesaffaire doorgespeeld naar De Telegraaf. Wilders vindt dat journalisten ‘tuig van de richel’ zijn, daarbij nuanceerde hij door ‘uitzonderingen daargelaten’ erbij te vermelden, daarmee zal hij ongetwijfeld de Telegraaf-journalisten bedoelen die zijn relletje zonder al te veel moeite in de krant hebben geplaatst.
Het vragenuurtje met de PVV-chatbot
Tijdens het vragenuurtje mocht Faber zich verantwoorden voor het politiseren van lintjes voor vrijwilligers, en voor het feit dat zij daarmee de eenheid van het kabinetsbeleid ondermijnde. Immers, Faber weigerde haar goedkeuring te geven aan de lintjes, terwijl Uitermark (NSC, Binnenlandse Zaken) en minister-president Schoof die wél gaven. Twee tegenstrijdige signalen werden er dus afgegeven.
Wederom ontpopte Faber zich tot een PVV-robot die herhaaldelijk dezelfde anti-immigratiequotes spuide: ‘Het moet nu echt anders, het tij moet gekeerd worden, de asielinstroom moet geminimaliseerd worden.’ Maar daar ging het debat helemaal niet over. Het was daardoor een regelrechte schoffering van de Kamer, omdat zij haar controlerende taak helemaal niet naar behoren kon uitvoeren met zulke platte anti-immigratieretoriek. Zelfs wanneer Kamerleden expliciet het antwoord aanstuurden, zodat ze onmogelijk haar stevige quotes kon herhalen, kwam er niets anders uit. Een kunst op zich.
Ook over de eenheid van het kabinetsbeleid werden door Faber onnavolgbare sprongen gemaakt. Ze was geen ‘stempelmachine’ (dit werd ook eindeloos herhaald). Ze kon onmogelijk haar handtekening zetten onder deze lintjes, want het zou passen binnen de pamperomstandigheden zoals we die voor asielzoekers zouden hebben georganiseerd. Maar Faber steunde het wél dat andere leden van de ministerraad er goedkeuring aan gaven. Dat komt dus over alsof er overeenstemming is dat iedereen maar zelf mag bepalen wat hij of zij doet binnen het kabinet. De eenheid zit ’m erin dat men geoorloofd de ruimte krijgt om op eigen houtje wat te ondernemen: eenheid in verscheidenheid.
Het is overigens walgelijk dat Faber nog altijd de misvatting bevestigt dat asielzoekers in de watten worden gelegd, om op grond daarvan de leefomstandigheden van asielzoekers nóg verder te verslechteren. Terwijl asielzoekers, mede dankzij mevrouw Faber, nu al onder erbarmelijke omstandigheden worden opgevangen. Vooral kinderen zijn de dupe van het misdadige asielregime dat mevrouw Faber in het leven houdt. Zij krijgen niet de ruimte om buiten te spelen, en toegang tot educatie is ook geen vanzelfsprekendheid.
Het debat over de vertrouwenskwestie Faber: terecht, maar ongelukkig getimed
Er volgde na het vragenuurtje een debat waarbij de vertrouwensvraag rondom minister Faber serieus op tafel kwam te liggen. De robotachtige beantwoording van Faber tijdens het vragenuurtje en haar weigering om ook maar enigszins haar wangedrag toe te geven, bleken de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen.
Een aantal maanden geleden zei ik al dat Faber de slechtste minister ooit is uit onze parlementaire geschiedenis. Ik was dus tevreden met het feit dat er in ieder geval een kans was om Faber naar huis te sturen — al had dat debat eigenlijk al veel eerder moeten plaatsvinden.
De eindeloze proefballonnetjes, zoals een provinciale opvangcarrousel; het verwaarlozen van het wetgevingsproces, waarbij betrokken partijen geen degelijke consultatie konden doen over Fabers wetgeving; het negeren van het advies van de Raad van State, waaruit bleek dat haar wetsvoorstel vooral een bureaucratische puinzooi veroorzaakt binnen de asielprocedure; het schofferen van de Kamer door nauwelijks in gesprek te gaan met Kamerleden en geen degelijke antwoorden te geven tijdens plenaire debatten en commissiedebatten; de belachelijke neiging tot het bedrijven van symboolpolitiek, zoals het plaatsen van terugkeerborden en het sturen van vijftig man van de marechaussee om meer dan 800 grensovergangen te controleren; en de absurde uitspraken — zoals dat Zelensky een dictator zou zijn — ondersteunen mijn stelling dat al geruime tijd een motie van wantrouwen gerechtvaardigd was.
De timing van het debat was daarnaast wel erg ongelukkig, omdat het in de beeldvorming vooral leek alsof het slechts over lintjes zou gaan. Wilders bleek daar ook handig op in te spelen: de oppositie zou zich bezighouden met onzinnige zaken. Oppositiepartijen zouden zoiets onbenulligs als een lintjesaffaire aangrijpen om deze ‘geweldige’ minister pootje te haken. Op X zei Wilders voorafgaand aan het lintjesdebat dan ook het volgende: “Een motie van wantrouwen vanwege lintjes, Henri Bontenbal? Krankzinnig.” Deze minister zou volgens Wilders zelfs een lintje verdienen vanwege het geweldige werk dat ze als minister aflevert: “Eindelijk een vrouw met een ruggengraat.”
Het was de zoveelste poging om de schuld af te schuiven op ‘links’. Het zojuist opgesomde feitenrelaas over minister Faber laat zien dat het niet de oppositie is, maar Faber zelf die niet verder komt dan clowneske, inhumane politiek. Het is slechts een reactie op een opeenstapeling infantiel wangedrag van Faber, die de oppositie ertoe dwingt om in de plenaire zaal een hele dag te wijden aan het toekennen van lintjes aan vrijwilligers.
Daarnaast was het ook een principiëlere kwestie dan Wilders ons deed voorspiegelen. Het is immers een staatkundig vraagstuk: het fundamentele principe van eenheid van kabinetsbeleid werd geschonden. Maar het simplistische frame dat Faber wordt tegengewerkt door ‘links’, en dat links er alles aan doet om de PVV — met zijn indrukwekkende anti-immigratieagenda — op de knieën te krijgen en daar alles voor uit de kast haalt, zelfs zoiets onzinnigs als lintjes, is vanwege zijn inherente simplisme natuurlijk veel overtuigender. Daarmee lijkt Wilders deze week zijn zin gekregen te hebben door de aandacht naar zich toe te trekken en zich eens lekker af te zetten tegen ‘links’ nota bene gedurende een debat over ‘zijn’ onderwerp: asiel en migratie.
Afloop debat: populistische theater blijft onbestraft door NSC en VVD
Faber deed geen enkele belofte om haar ministerschap voortaan professioneler en volwassener in te vullen. NSC en VVD steunden desondanks de motie van wantrouwen aan het adres van Faber niet, terwijl deze partijen ook zichtbaar geërgerd waren door haar optreden en er hoorbare kritiek kwam van zowel Van Vroonhoven als Yesilgöz. Dan zou je verwachten dat, bij onvoldoende zelfreflectie van Faber, een motie van wantrouwen op zijn plaats is.
Maar bij de VVD en NSC mogen ministers die niets presteren, niet tot constructieve samenwerking komen met betrokken partijen in het beleidsveld (burgemeesters, ketenpartners, Kamerleden, etc.), en Nederland trakteren op vooropgezette populistische theateroptredens (lintjesaffaire), gewoon aanblijven. Niet omdat dit in het algemeen belang is, maar omdat deze partijen daar zelf belang bij hebben. De cynische partijpolitiek staat boven het algemeen belang in politiek Den Haag.
Voor NSC draait het er namelijk om zo lang mogelijk op het pluche te kunnen blijven zitten. En in de tussentijd kunnen ze wellicht nog wat zetels erbij snoepen in de peilingen door onzinnige plannetjes in de publiciteit te brengen — bijvoorbeeld over het pensioenstelsel. Daarmee lijkt NSC te verworden tot een soort neo-50PLUS. De VVD wacht ondertussen geduldig af tot zich een strategisch moment voordoet waarop ze kunnen breken met het kabinet.
Een verkwiste week ten gunste van Wilders
Het is dus, onder de streep, een verspilde week. Politiek Den Haag heeft (opnieuw) zijn kostbare tijd en middelen gestoken in het populistische theaterstuk dat door Wilders en Faber is geregisseerd. Die tijd gaat niet naar het oplossen van de stikstofcrisis, het aanpakken van het ravijnjaar — waardoor 75% van de gemeenten in ernstige financiële problemen raakt — het dichten van het gat in de begroting na het afschieten van de btw-verhoging op boeken en sport, het oplossen van de netcongestie waardoor bedrijven niet op het stroomnet aangesloten kunnen worden, of de gigantische woningbouwopgave. Enzovoort.
Bij dit kabinet is het eigenlijk nog vele malen erger, want zelfs als het wél de tijd zou hebben om zich te focussen op werkelijke beleidsmatige problematiek, dan gebeurt er nog niets. Het populistische theaterstuk van Wilders maskeert bovenal de nietsdoenerij en het geblunder.
Terwijl de tandem Wilders-Faber alle aandacht naar zich toetrekt, de oppositie verwijt dat die er alles aan doet om de PVV tegen te werken, en met man en macht probeert om asiel en migratie weer relevant te maken, konden we vernemen dat de ministeriële commissie geen enkele voortgang boekt op het stikstofdossier. We weten al zes jaar wat we moeten doen op dit terrein: het extensiveren van de veehouderij. Met een weldenkende, welwillende groep ministers zou je binnen een week tot concrete uitvoeringsplannen kunnen komen. Maar de BBB (en ook de PVV) gelooft in de agro-religie: de stikstofkwestie is slechts een wettelijk probleem, en de veehouderij kan in zijn huidige vorm blijven bestaan. Als je de noodzakelijke oplossingen taboeïseert, dan gebeurt er dus niets.
En het kroonjuweel van de PVV — namelijk de halvering van het eigen risico — blijkt bovendien ongekend dom te zijn: de zorgverzekeringspremie wordt 200 euro hoger. Vooral gezonde mensen met een middeninkomen worden keihard geraakt. De kosten bedragen 4 miljard euro: geld dat je zou kunnen gebruiken om bijvoorbeeld de bezuinigingen op het onderwijs terug te draaien. En dan blijft er nog genoeg over om het gat in de begroting te dichten én het ravijnjaar te verzachten.
Kunnen de Duitsers ons niet uit de bestuurlijke modder trekken?
Kortom, Nederland snakt naar politici en bestuurders die het algemeen belang prioriteren. Naar mensen die geïnteresseerd zijn in de saaie, technocratische aspecten van het landsbestuur, die zich minder laten leiden door beeldvorming — ondanks de opkomst van de hysterische massamediacultuur — en, belangrijker nog: die impopulaire, maar noodzakelijke keuzes durven te maken. Omdat dát de enige weg vooruit is.
BBB, VVD, NSC en PVV zijn daarentegen alleen maar bezig met het redden van hun eigen hachje. Natuurlijk is het naïef om te denken dat partijen die eventuele middencoalities mogelijk maken, helemaal niet aan partijbelangen of beeldvorming denken. Maar deze coalitie denkt enkel en alleen daaraan. Hun incompetentie, hun desinteresse voor het openbaar bestuur en hun focus op politieke profilering zorgen ervoor dat de beleidsvorming volledig wordt verwaarloosd.
Als dit kabinet blijft doormodderen, dan zal de schade niet beperkt blijven tot het politieke domein. Het zal daadwerkelijk doorsijpelen in de maatschappij — zeker als dit kabinet ook tijdens de Voorjaarsnota geen knopen doorhakt. Als dat gebeurt, dan is mijn grote wens dat SPD en CDU op maandagochtend besluiten om Nederland er gewoon bij te doen, en dat wij naar rato van onze economie geld inleggen in het Duitse noodinvesteringsfonds. Dan zit er tenminste weer schot in de zaak.
Steun het anti-populistische geluid!
Wil je dit opiniërende platform maandelijks steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Dat kan via deze link: Columns (stripe.com)
Of steun het platform eenmalig met een bedrag naar keuze invullen: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc
