Dat Caroline van der Plas in WNL Op Zondag weer eens schaamteloos haar opportunistische en populistische, niet in de waarheid geïnteresseerde karakter van politiek vedergewicht etaleerde, behoeft geen nadere toelichting. Sommige mensen zijn qua inhoud, moraliteit en integriteit zo licht, die dwarrelen op de thermiek naar boven vóór ze onvermijdelijk in de modder belanden.
Goed, de andere antidemocratische, niet door staatsrechtelijke kennis gehinderde lijsttrekkers kunnen nu uit hun hoofd leren: de afdeling Advisering van de Raad van State telt 17 staatsraden, waarvan er 2 een duidelijke D66-signatuur hebben en 2 een GroenLinkse. Ze mogen net als Lientje1967 zelfs vinden dat dat “veel te veel” ‘linkse’ leden zijn.
Waarop hun antwoord minder gratuit en populistisch zal moeten zijn, is de vraag wat ze willen bereiken. Zonder werkelijk staatsrechtelijk inzicht (waarvan geen van de fractievoorzitters van PVV, VVD, BBB, JA21, SGP, FvD en CU bij recente stemmingen op moties en wetsvoorstellen veel blijk heeft gegeven) wordt dat nog een hele uitdaging om uit het hoofd te leren. Is het wellicht de bedoeling dat staatsraden voortaan alleen voorgedragen kunnen worden voor benoeming als ze eerst zijn gescreend als lid van een ‘Wetskamer’, à la de gehate Kultuurkamer? En wie bepaalt de inhoud van die screening; wordt dat een kwestie van een dictatuur van de – door de meest rechts-conservatieve partijen van ons land zo vurig gehoopte – meerderheid in de Staten-Generaal, op basis van conformiteit aan niet-‘woke’, niet-‘links’, niet-‘entartet’ – of gewoon of Wilders je mag, zoals binnen de PVV? Of is er in het ‘denken’ van rechtstaatpyromanen als Wilders, Yesilgöz, Van der Plas, Eerdmans, Stoffer en De Vos, ergens ruimte voor de notie dat onafhankelijkheid, ervaring, deskundigheid en democratisch-rechtstatelijke integriteit belangrijke kwalificaties zijn voor een staatsraad? En dat je die nu eenmaal niet in elk van de zes partijen vindt in één persoon, laat staan in meerdere?
Mijn vragen zijn bewust scherp, mede om aan te geven in welke uitslaande brand dit onzalige idee zou kunnen eindigen. Rob van Gestel, Professor of Regulation aan de Universiteit van Tilburg, stelt de zijne in een bijdrage op LinkedIn op 29 september, vanuit zijn deskundigheid uiteraard met veel meer gezag:
“moeten staatsraden voortaan voorafgaand aan hun benoeming aangeven van welke partij ze lid zijn of op welke partij ze stemmen? Daarbij is het wat mij betreft zeer de vraag waarom benoeming van staatsraden door de Tweede Kamer tot een grotere objectiviteit en onpartijdigheid zou leiden als de huidige benoemingswijze die in elk geval de laatste jaren tot een mix van verschillende typen deskundigheid leidt.
Voor iedereen die voortdurend soortgelijke verhalen hoort over de rechterlijke macht in Nederland die ook voornamelijk uit D66-ers zou bestaan, zou ik nog willen toevoegen: hoe vreemd en/of slecht is het eigenlijk dat als je rechters in enquêtes gaat vragen naar hun politieke voorkeuren, ze overwegend ergens in het midden van het politieke spectrum blijken te zitten qua stemgedrag?”
Weet wat je stemt op 29 oktober.
Stem ze weg!
