Waarom 29 oktober a.s. misschien wel de belangrijkste verkiezingen ooit zijn


Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 17 september jl. was Geert Wilders, de partijleider van de op dit moment grootste partij, om kwart over 10 ’s ochtends als eerste aan de beurt. Op sommige momenten deden de onverdraagzaamheid en haat in zijn betoog denken aan heel andere tijden.

Van Wilders’ betoog en van zijn antwoorden op interrupties door de fractievoorzitters van de andere partijen in de Kamer kun je veel vinden en zeggen. Je kunt zeggen dat hij gerust ook zijn betoog van 2 jaar of 10 jaar geleden had kunnen voorlezen. Daarbij was het dan fijn geweest als hij nu wat minder zins- en (war)taalfouten had gemaakt, maar qua zogenaamde ‘inhoud’ had het niet veel verschil gemaakt. Je kunt zeggen dat hij in de aanloop naar de verkiezingen van 29 oktober een campagnespeech afstak voor zijn kiezers – dat is een beetje flauw, want bij een beleidsarme Troonrede en Miljoenennota vanwege een demissionair kabinet en naderende verkiezingen is dat de facto wat vrijwel iedere lijsttrekker zou doen en ook deed. Je kunt zelfs zijn gemijmer en geraaskal integraal afdrukken en voor zichzelf laten spreken – ruim 76 procent van de opgekomen kiezers en meer dan 81 procent van de kiesgerechtigde Nederlandse bevolking trapt daar toch niet in. Over wat ‘het volk’ wil gesproken…

Toch is het interessant om te kijken waar zij dan niet intrappen. Helaas blijkt het dat iets meer dan 23 procent van de kiezers zich nog wel door Wilders laat verleiden. Vanwege wat is dat dan? En omdat in het kielzog van de PVV ook VVD, BBB, JA21, SGP en FvD stemmen oppikken van hen die Wilders’ ideeën net te ver gaan, of juist niet ver genoeg: wat is dan de kern van Wilders’ betoog? 


Weglopen is een patroon bij de grote, blonde ‘leider’ en ‘sterke man’


Van de ruim 2 uur en 10 minuten die Wilders aan het woord was, inclusief de interrupties van andere fractievoorzitters en zijn antwoorden daarop, besteedde hij pas tijdens de laatste 20 minuten kort aandacht aan drie inhoudelijke onderwerpen die zijn kiezers bezighouden: koopkracht en bestaanszekerheid, verlaging van de BTW op boodschappen en energie en een bonus voor mantelzorgers – zaken die de PVV bij stemmingen in de Tweede Kamer eerder overigens niet heeft gesteund, maar dat terzijde. Van die 20 minuten gingen nog ruim 10 minuten op aan zijn antwoorden op interrupties over de overlast door wolven (Stoffer, SGP), urgente hulp in Nederlandse ziekenhuizen aan zwaargewonden kinderen uit Gaza (Timmermans, GL-PvdA) en dierenleed (Ouwehand, PvdD). En als afsluiter, in een ultieme poging, opnieuw hulp voor jonge slachtoffertjes in Gaza (Van Baarle, DENK) voordat Wilders, die hulp categorisch weigerend, uit dat gesprek wegliep – maar weglopen is dan ook een vast patroon bij de grote, blonde ‘leider’ en ‘sterke man’.

In welgeteld 10 minuten zonder enig visie, breder perspectief of concrete maatregelen, repte Wilders met geen woord over andere zaken waar de mensen in Nederland zich volgens de PVV grote zorgen om maken: pensioenen en de toekomst van de ouderenzorg; toegankelijkheid van de zorg, eigen risico en tandartskosten terugbrengen in het basispakket; ouderenzorg en personeelstekorten; de rechtsorde, criminaliteit en de overlast en veiligheid op straat, met meer politieagenten en een strengere aanpak van ‘straattuig’, onvrede over bureaucratie, wantrouwen in de politiek en gebrek aan daadkracht bij de overheid. Onderwerpen waar je overigens met hetzelfde gemak en beoogd resultaat ook terecht kunt bij CDA, Denk, D’66, GL-PvdA, SP, Volt of de niet radicaal-rechtse tak van de VVD, om maar wat partijen te noemen.

De overige ruim 1 uur en 50 minuten wijdde Wilders aan de onderwerpen ‘niet-Westerse allochtonen’, ‘de islam’ en immigratie en asiel. Hij liet daarbij niet na om te benadrukken dat hij sprak namens mensen die geen racisten zijn. Mensen die, omdat zij het huidige Nederland niet meer zouden herkennen, alleen maar ‘hun’ eigen Nederland terug willen. Wát dat Nederland is, liet hij na te beschrijven. Dat laat hij al 20 jaar na te beschrijven en dat liet hij ook hier in zijn laatst 10 minuten spreektijd na. Het is, anders dan de utopische idealen van het fascisme – het scheppen van een nieuwe mens en beschaving – een typisch kenmerk van het rechts-populisme om vooral in vage, etno-nationlastische termen terug te verwijzen naar een mythisch verleden. 

Bron: NU.nl


Schreeuwwitje: “zetten we criminelen – als het kan –
het land uit of gaan we door met deze nationale zelfmoord?”


Ook dit leeuwendeel van Wilders’ verkiezingsbelofte, waarin hij een terugkeer schetst naar zijn mythische Nederland van weleer (dat vooralsnog al 25 jaar alleen in zijn hoofd bestaat), laat zich betrekkelijk eenvoudig samenvatten. Dat kan van vijf pagina’s A4 naar 3 paragrafen, nog geen A4-tje, door simpelweg de herhaling en stapeling van hyperbolen weg te laten. Wilders noemt in zijn betoog een aantal anekdotische voorbeelden die hij vervolgens generaliseert. Daarnaast noemt hij wat cijfers en onderzoeken waartoe hij zelf opdracht heeft gegeven, die een algemeen beeld lijken op te moeten roepen of die zouden moeten staan voor een ‘reëel scenario’ – wat dat ook mag betekenen – voor de bevolkingsontwikkeling in Nederland tot 2050. Saillant detail daarbij is dat hij professor Jan Latten (voormalig hoofddemograaf bij het CBS)  en doctor Jan van de Beek (wiskundige en cultureel antropoloog) noemt, wier berekeningen en denkbeelden, en de flagrante fouten daarin, hier op Anti-Populista al eens met bronnen onderbouwd en verifieerbaar zijn gefileerd en ontleed.

Waar al die uit hun context gerukte voorbeelden en (vaak gekleurde) cijfers toe moeten bijdragen is het angstbeeld dat Wilders wil neerzetten. Zijn betoog is doorspekt met veel en vaak  algemene of vage termen over criminaliteit. Groepen niet-Westerse allochtonen die hij daarbij noemt en als bevolkingsgroepen soms meermalen over één kam scheert zijn in willekeurige volgorde Afrikanen, Somaliërs, Syriërs, Marokkanen, Afghanen, Iraki, Eritreeërs, Arabieren en Berbers. Kort samengevat: “Nederland is Nederland niet meer”, “We hebben hele volksstammen aan vreemdelingen binnengelaten die hier niet thuishoren”, “vaak niet-Westerse allochtonen”, “Nederland is inmiddels één groot asielzoekerscentrum aan het worden”, “de gewone mensen thuis maken die ellende iedere dag, iedere dag opnieuw mee. Ze leven vaak in een multiculturele hel.” “Voeren we als de wiedeweerga een totale asielstop in, zetten we criminelen – als het kan – het land uit of gaan we door met deze nationale zelfmoord?” 


Ons land ís multicultureel


Ons land ís multicultureel. Negentig procent van de nu in Nederland levende bevolking heeft nooit iets anders gekend dan een samenleving waarin arbeidsmigranten uit Italië, Spanje, Griekenland, Turkije en Marokko, de gerepatrieerde Indische Nederlanders of Molukse militairen uit het KNIL en landgenoten uit Suriname en van de Antillen vanaf de jaren ’50 vrijwel overal gemeengoed waren of werden. Zelfs in de tijd van onze (over)grootouders, in de 19e en vroege 20e eeuw, waren er vele duizenden seizoenarbeiders uit Duitsland, België en later ook Polen maar ook bijvoorbeeld Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog. En weer lang dáárvoor waren er de verschillende stammen uit andere regio’s die de Lage Landen als eerste bevolkten en gaandeweg een samenleving vormden van onder andere landbouwers, veehouders, vissers en handelaren. Die samenleving nam eeuwenlang immigranten én vluchtelingen uit alle windstreken op in haar midden en beschikte mede daardoor in de 17e eeuw over het kapitaal om als zeevarende natie honderd jaar lang een wereldmacht te kunnen worden – overigens ook met alle gewelddadige, onderdrukkende en koloniaal roofbouw plegende uitwassen die daarmee gepaard gingen, waaronder de slavernij. 

Die laatste kanttekening zou iemand als Wilders uiteraard razend maken. De term “nationale zelfmoord” die hij gebruikt, is immers verwant aan de theorieën over omvolking of etnische vervanging die in extreemrechtse kringen circuleren. Deze theorieën komen vaak voor in het nationalistische/nativistische discours, in teksten en toespraken die immigratie en asiel zien als een bedreiging voor de culturele samenhang, veiligheid of identiteit van de natiestaat. In dit kader wordt immigratie soms omschreven als iets dat de ‘ondergang’ of ‘zelfmoord’ van een land veroorzaakt. Soms wordt de term ook breder gebruikt in opiniestukken of boeken van conservatief-nationalistische publicisten: zij waarschuwen er dan voor dat een land door ‘te veel immigratie’ of ‘te lakse asielpolitiek’ zijn eigen fundamenten ondermijnt. In de VS werd de uitdrukking national suicide al in de 20e eeuw gebruikt in debatten over immigratie en integratie, vaak door conservatieve denkers. In Europa werd het later overgenomen in debatten over asiel en migratie, met name door politici en bewegingen aan de radicaal conservatieve zijde. De term is niet objectief en wordt in de wetenschap nauwelijks gebruikt. Het is een politieke metafoor die angst en urgentie oproept, en maakt deel uit van een discours dat immigratie vooral in existentiële, bedreigende termen framet

Het leeuwendeel van de immigratie bestaat uit 29% ‘Arbeid’


We gaan van deze analyse geen droog cijferrelaas maken, maar voor het in- en overzicht toch even wat getalsmatige feiten op een rijtje. Neem je 2023, het jaar na de grootste golf tijdelijke vluchtelingen die uit de Oekraïne kwamen (108.550), als referentie en kijk je naar migratiemotieven (bron: CBS), dan bedroeg de categorie ‘Asiel’ inclusief nareizigers en gezinshereniging, 11% van de totale immigratie (CBS). De groei komt dus helemaal niet “vooral door alles wat met asiel en nareis en gezinsvorming en gezinshereniging” te maken heeft. Dat percentage is lager dan dat van Nederlanders die remigreerden (13%), terwijl het leeuwendeel van de immigratie bestond uit 29% ‘Arbeid’ (inclusief gezinsmigratie van de arbeidsmigranten) – waarvan weer het merendeel van 16% uit de EU/EFTA kwam en 13% van niet-EU/EFTA landen. Voor ‘Studie’ (inclusief gezin) immigreerde ook nog 13% en daarnaast waren er ook in dat jaar Oekraïense vluchtelingen (11%), ‘Overig gezin’ (11%) en ‘Overig en onbekend’ (11%), waarvan 91% afkomstig uit de EU/EFTA. Een belangrijke kanttekening hierbij is overigens dat we asielzoekers opsluiten in azc’s, van waaruit zij tot nu toe geen nuttige bijdrage mochten leveren aan de samenleving. Zij leven over het algemeen niet in wijken tussen de, volgens de wartalige Wilders, “gewone mensen thuis”. Jaarlijks krijgt gemiddeld slechts 47% van hen een verblijfsvergunning en van de afgewezenen emigreert het overgrote deel weer na de asielprocedure van maximaal ongeveer 2 jaar.

Bron: NOS


Daarmee praat Wilders dus over een ‘asielprobleem’, mensen die wonen tussen “de gewone mensen thuis”, ter grootte ongeveer 7% van de totale immigratie per jaar, even afgezien van overlastgevende asielzoekers die nog in hun procedure zitten. 7% betekent 22 duizend mensen, terwijl we jaarlijks ruim 90 duizend mensen voor werk naar Nederland halen. Maar daarover later meer. Zoom je in op overlastgevende asielzoekers, dan was in 2022 van de 83 duizend asielzoekers in azc’s maximaal 7% betrokken bij een incident (schelden, bedreiging, agressie, geweld) en werd 3% verdacht van – let wel, niet veroordeeld voor – een misdrijf. Op de lijst met de meest overlastgevende asielzoekers, die sinds juli 2023 bestaat, staat 1,5% van de asielzoekers in opvang (bij COA). 


De bewuste keuze, van opeenvolgende regeringen Rutte onder leiding van de VVD
 als grootste partij sinds 2010, voor een tactiek van zogeheten Verelendung


Die 1,5% is moeilijk met andere cijfers te vergelijken en ter nuance is het belangrijk je te realiseren dat veel van deze mensen zijn gevlucht uit oorlogsgebieden, voor geweld of politieke vervolging en dicht op elkaars lip leven in azc’s met een beperkte zinvolle dagbesteding. Trauma’s, stress en mentale overbelasting doen rare dingen met mensen. Maar als referentie kan wellicht gelden dat in Nederland jaarlijks rond de 150 duizend meldingen worden geregistreerd van geweldsdelicten (zoals bedreiging, mishandeling en zware mishandeling). Het aandeel hierin van incidenten in azc’s of met asielzoekers is niet-significant. Vergeleken met onze bevolking van ruim 18 miljoen is dat iets minder dan 1%, maar enerzijds worden niet alle incidenten gemeld en maakt schelden hier geen deel van uit. Anderzijds is niet voor iedereen die betrokken is bij een geweldsdelict ook daadwerkelijk sprake van een officiële verdenking, vervolging, aanklacht of veroordeling. Dat geldt overigens ook voor incidenten binnen azc’s. De 1% is daarmee slechts, maar niettemin, een globale indicatie dat de percentages elkaar niet enorm ontlopen.

Verder is het belangrijk om vast te stellen dat met name degenen die behoren tot de groep zogeheten ‘veiligelanders’ in het recente verleden voor veel en herhaaldelijke overlast hebben gezorgd. In 2024 was het percentage van de eerste asielaanvragen die afkomstig waren uit veilige landen volgens Vluchtelingenwerk rond de 5%. In opvanglocaties is het aandeel asielzoekers uit veilige landen iets hoger maar nog steeds laag; op basis van cijfers van COA en de Nederlandse lijst van veilige landen van herkomst is dit 6,7% in azc’s. Het percentage asielzoekers en de overlast die zij veroorzaken zouden hoe dan ook al lager zijn als voor ‘veiligelanders’ de procedure niet 2 jaar in beslag zou nemen. Een versnelde procedure vermindert bovendien mogelijk ook de aantrekkende werking op lot-/landgenoten die een poging overwegen.

Daarvoor is al sinds 2010, en uiteraard ook al daarvoor, onze regering aan zet; regeringen met daarin onveranderlijk vertegenwoordigd de VVD. Die regeringen hebben in al die jaren stelselmatig nagelaten te voorzien in voldoende capaciteit in de asielketen, van de opvang bij COA tot de procedures bij de IND en bij de rechterlijke macht. Die opvang schiet verwijtbaar te kort, zoals ook de onafhankelijke rechter keer op keer bevestigt – met als gevolg dat er miljoenen euro’s aan dwangsommen moeten worden betaald en dat mensenrechtenorganisaties en de VN-vluchtelingenorganisatie opeenvolgende VVD-regeringen er telkens op wezen dat zij verzaakten. De procedures duren (te) lang, zowel voor eerste asielaanvragen (tot 2 jaar) als voor gezinshereniging (tot 6 jaar). En de omstandigheden zijn, mede door een tekort aan adequate huisvesting en opvangplekken in azc’s, niet menswaardig. Beide zijn veroorzaakt door de bewuste keuze, van vier aansluitende regeringen Rutte onder leiding van de VVD als grootste partij sinds 2010, voor een tactiek van zogeheten Verelendung, verkommering: zorgen voor zo onaantrekkelijk mogelijke omstandigheden, zodat asielzoekers zich wel twee keer zullen bedenken om zich tot Nederland te wenden voor asiel of om anderen aan te raden dat te doen – en wie weet wordt ‘het volk’ het wel zo zat dat het de ruimte schept voor een toekomstige regering om het probleem op te lossen met een asielstop en deportaties… excuses, “uitburgering”.


De categorie met verreweg met de grootste impact,
onder andere op de woningmarkt, is arbeidsmigratie


Toch vormen asielzoekers, als hij eerlijk zou zijn, niet werkelijk Wilders’ grootste probleem. Ze zijn slechts een vehikel voor zijn simpele, verdelende boodschap. Als je immers kijktnaar de percentages is er weliswaar sprake van een jaar-op-jaar stapeling, maar vergeleken met de jaarlijkse instroom van arbeidsmigranten en andere categorieën is dat effect nog altijd beperkt. De categorie met verreweg de grootste impact, onder andere op de woningmarkt, is arbeidsmigratie. Weliswaar keert volgens onderzoek van het CBS ongeveer 40-50% van de arbeidsmigranten uiteindelijk weer terug naar hun land van herkomst, maar daarmee praat je nog altijd over grote aantallen die zich op de arbeids- en woningmarkt begeven. Het merendeel van die mensen halen we hiernaartoe voor laagbetaald werk in onder andere de landbouw, glastuinbouw en sierteelt (ca. 30-35%), de bouw (ca. 15-20%), industrie en productie zoals metaal, vlees- en voedselverwerking, chemie en metaal (15-20%) en de logistiek en transport, voor onder andere magazijnen, distributiecentra, transport en low cost e-commerce logistiek (10-15%).

Bij veel van die arbeidsplaatsen gaat het om werk waarvoor werkgevers tegen de bijbehorende lage lonen geen geïnteresseerde ‘autochtone’ Nederlanders meer vinden. Veel van hen produceren bovendien voor zo’n 75% voor de export. Meer politici dan alleen Wilders zouden zich moeten afvragen of dat werk is, dat we op termijn nog in Nederland moeten willen houden. Werk met een lage toegevoegde waarde dat een grote toestroom van laagbetaalde arbeiders, druk op de sociale volkshuisvesting, verdichting van steden, enzovoorts met zich meebrengt. Zouden we niet beter in veel hoger tempo het investerings- en vestigingsklimaat voor hoogwaardigere en duurzamer ‘groene’ en ‘blauwe’ industrieën kunnen verbeteren, waardoor we een deel van het totaal aantal arbeidsplaatsen kunnen opwaarderen en waardoor dus ook de vraag naar sociale woningbouw kan afnemen? Daar wil Wilders natuurlijk helemaal niet aan; dat is een veel te ingewikkeld en te eerlijk verhaal voor zijn achterban.

Kom überhaupt maar eens om inhoud bij de door ideeënarmoede geteisterde PVV en Wilders. Het is voor hem ook veel gemakkelijker om groepen mensen aan te wijzen die er niet zo uitzien als jij, iets anders geloven dan jij of anders denken dan jij, en hen en de ‘elite’ de schuld in de schoenen te schuiven van alles dat in Nederland niet goed gaat. Hij ontdoet criminaliteitscijfers van alle nuance, achtergronden en complexiteit, wijst naar ‘niet-Westerse allochtonen’ en ‘de islam’ – en de 19% van de bevolking die helaas vatbaar is voor zo simpel mogelijke taal en voor vijandbeelden, valt er als een blok voor. Wat hen verder bezighoudt speelt, als we op Wilders’ betoog af mogen gaan, in elk geval geen rol van betekenis. Natuurlijk is het zo dat er ook onder alle nieuwkomers in Nederland mensen zijn die het met de wetten en fatsoensnormen hier niet zo nauw nemen, net zoals die er onder autochtone Nederlanders zijn. Zinvolle, verplichte inburgering, begeleiding en ondersteuning in kwetsbare wijken helpen daarbij, maar laat dat nu net iets zijn waarop al jaren veel wordt bezuinigd.


“Ik zou me meer willen richten op uitburgering dan inburgering”


Ook de multiculturaliteit is, als je tussen de regels door leest en luistert, niet wat Wilders echt dwars zit. Het zijn niet-Westerse culturen die hij niet kan verdragen en die noemt hij meer dan eens in één adem met de islam. Wilders spreekt dus ook uitgebreid over de islam, de godsdienst die in Nederland al ruim 20 jaar stabiel vertegenwoordigd is met 5 à 6 procent van de bevolking: “Nederland islamiseert in rap tempo”. “De islam hoort niet bij Nederland”, “want de groei, weten we allemaal al langer, van de bevolking in Nederland komt vooral door migratie. En die migratie komt weer vooral door alles wat met asiel en nareis en gezinsvorming en gezinshereniging – en een groot deel daarvan is niet-Westers en is islamitisch”, “ik wil af van de islam in Nederland”. “Ik zou me meer willen richten, als het hierom gaat, op uitburgering dan inburgering, en ik zie er helemaal niets in om iets te proberen te integreren wat zich niet laat integreren. De islam laat zich niet integreren. Mensen kunnen integreren, ja zeker, iedereen kan integreren (…) Maar de ideologie, de ideologie de islam, is levensgevaarlijk en moeten we proberen zo snel mogelijk uit het land weg te krijgen.”

En zie daar het grote ‘zinkgat’ in Wilders’ logica: “er zijn een hele hoop moslims in Nederland, gelukkig maar, die goed integreren en die volwaardig lid zijn van onze samenleving”, maar de ideologie de islam moet verdwijnen. Wilders en De Graaf dienden in 2018 al eens een initiatiefwetsvoorstel in (Kamerstuk 35 039) om de islam in Nederland tot een gewelddadige, totalitaire ideologie te verklaren, in plaats van een godsdienst of levensbeschouwing, en deze te laten verbieden en het aanhangen ervan strafbaar te laten stellen. Vervang islam door Judaïsme, Koran door Thora, moslims door Joden, moskeeën door synagogen en boerka of niqab door yarmulke of sjeitel en het voorstel kon al zonder probleem op één lijn kan worden geplaatst met de Neurenberger rassenwetten uit 1935. Het werd dan ook gelukkig verworpen; toen nog wel…

Gezien wat hij door zijn hele betoog heen aanvoert, zijn crimineel gedrag, geweld en onderdrukking door moslims – seksueel en anderszins – tegen vrouwen, homoseksuelen en Joden wat hem het meeste bezig houdt. Dat spreekt voor hem, dáár willen wij allemaal van alle gelovigen en niet-gelovigen minder van zien, maar we kunnen hem heel precies vertellen waar zijn probleem dan zit: er is een klein percentage van álle Nederlanders – met daarin een groep van naar schatting zo’n 1% herhaalde daders – die het primair met hun criminele gedrag en secundair door, overlastgevend, niet de normen en waarden in onze samenleving te respecteren, altijd al heeft verziekt voor de rest. Van die groep is de leeftijdscategorie van jongeren tussen de 16 en 24 jaar oververtegenwoordigd in criminaliteitsstatistieken. Een deel van hen heeft ontegenzeggelijk een migratieachtergrond en een deel daarvan is niet-Westers. En voor weer een  deel daarvan betreft het vervolgens nog 2e of 3e generatie nakomelingen van arbeidsmigranten. Voor Wilders maakt het 1 miljoen van onze vriendelijke buren allemaal potentieel gevaarlijke moslims, die moeten ‘uitburgeren’.

Nederland is als lidstaat al decennia gebonden aan onder andere de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (VN, 1948), het Vluchtelingenverdrag (VN, 1951), het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (1966), het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EU, 1950), afspraken binnen de Europese Unie en het internationaal recht en de jurisprudentie daarin. Gezamenlijk definiëren deze verdragen en afspraken in feite wanneer iemand met recht kan claimen een vluchteling voor oorlog, geweld en onrechtmatige vervolging te zijn en hoe staten dienen om te gaan met het recht op asiel alsmede fundamentele mensenrechten zoals onderwijs, zorg en onderdak. Dit is hoe de mensheid heeft geprobeerd haar menselijkheid te borgen in bindende afspraken. Overigens ving Nederland als neutraal land zelfs al vóór al die verdragen, in 1914-1918, bij een bevolkingsomvang van 4 miljoen, 1 miljoen Belgische vluchtelingen op en bood het daarnaast plaats aan tal van, geallieerde én Duitse, geïnterneerde militairen. Maar waar het vandaag gaat om vluchtelingen en asiel en wat er in Europees verband ook mag schorten aan het gezamenlijk gevoerde beleid, de immigratie die hiervan het gevolg is, is simpelweg een realiteit waarmee we het moeten doen. Gelijke gevallen mag de Staat ook volgens onze Grondwet niet ongelijk behandelen als zij daarbij discrimineert of racistisch definities hanteert, gebaseerd op bijvoorbeeld herkomst, afkomst of geloofsovertuiging (Artikel 1 en 6 van de Grondwet).


Mensen die in vrede en harmonie samenleven met hun buren in Nederland
 verbieden hun godsdienst te belijden


Wat dan rest als je echt de samenleving wilt beschermen en versterken, is samenwerken aan oplossingen, beleid en maatregelen om de groep criminelen en overlastgevers effectief aan te pakken. Dat doe je bijvoorbeeld door de capaciteit en de middelen van de politie – ook in technologisch opzicht – gelijke tred te laten houden met die van de (georganiseerde) criminaliteit, door te zorgen voor voldoende capaciteit qua detentie en door voldoende te investeren in onderwijs, preventie, begeleiding en succesvolle rehabilitatie en re-integratie. En bijvoorbeeld ook door op locaties waar veel minderjarige en jongere, alleenstaande asielzoekers geconcentreerd zijn, in al die opzichten te voorzien in maatwerk en intensieve inburgering. In plaats daarvan maakt Wilders liever een bevolkingsgroep van ruim 1 miljoen hardwerkende en fatsoenlijke mensen tot zondebok. Dat is immers gemakkelijker te verkopen aan zijn achterban, omdat het nauwelijks een redelijke uitleg behoeft. Wat hij wil, is een wereldgodsdienst reduceren tot een ideologie en alle mensen binnen die godsdienst die in vrede en harmonie samenleven met hun buren in Nederland, verbieden hun godsdienst te belijden.

Nota bene 85 tot 90 procent van de moslims in Europa behoort tot de overwegend gematigde soennitische stroming binnen de islam en het merendeel van 50 tot 60 procent daarvan volgt weer de milde, hanafitische school. Die laat ruimte voor interpretatie en contextuele aanpassing, is gericht op redelijkheid, dialoog, consensus, integratie en hervorming, en benadrukt een spirituele, ethische en vredelievende interpretatie van de islam. Vergelijkbaar met hoe niet al te ver doorgeschoten katholieken en protestanten in het leven staan. Maar bijvoorbeeld ook de Turkse religieuze autoriteit Diyanet en veel Europese en Nederlandse moskeeën die daarmee banden onderhouden, zijn gericht op integratie en religieuze opvoeding en wijzen de politieke islam (‘islamisme’) af. Ongeveer 85 procent van de gematigde moslims en maar ook ongeveer twee derde van de overige van hun geloofsgenoten die strengere stromingen aanhangen, doen net zomin een vlieg kwaad als leden van de SGP, CU en het CDA en de andere katholieken, protestanten en gereformeerden in Nederland. Toch wil Wilders ook deze 950 duizend landgenoten ons land uitjagen. Dat is namelijk letterlijk wat dat wat hij zegt betekent. “Ik wil af van de islam in Nederland. (…) uitburgering”.


De pestkop, misschien wel narcist, die uit is op macht,
die de islam háát en van een redeloze strijd ertegen zijn leven heeft gemaakt


We weten allemaal waarom. De islam is een wereldreligie die, wat je er ook van mag vinden, door 95 procent – indien niet meer – van haar aanhangers in Europa, streng of mild, op een vreedzame manier wordt beleden. Toch vond Wilders het nodig om in 2008, in zijn provocerende, korte film Fitna, de islam – nadat hij deze eerder al diverse keren onder andere ‘achterlijk’ had genoemd – te bestempelen als intolerant, kwaadaardig, bedreigend en gevaarlijk. Dat scoorde sinds 9/11 punten, deed het lekker in de onderbuik van een groeiende, beïnvloedbare, xenofobische achterban en dus was het de weg van de minste weerstand om kiezers te trekken en macht te verwerven. Maar wie steeds A zegt, moet ook steeds weer B zeggen. Zijn haat en onverdraagzaamheid vormden een soort spiegelzaal met die van moslimfundamentalisten, vooral in het buitenland, waaronder Pakistan, die zijn beledigingen beantwoordden met fatwa’s – fundamentalisten beschikken helaas in geen enkele religie over veel relativeringsvermogen of humor. Die religieuze vonnissen riepen in Wilders’ geval deels ook op tot geweld tegen zijn persoon – vanzelfsprekend absoluut onacceptabel.


Dat bracht Wilders veel aandacht en sympathie, die hij graag krijgt, maar leidde er ook toe dat hij sindsdien 7 keer 24 uur persoonsbeveiliging nodig heeft en geen dag meer normaal heeft kunnen leven. Je gunt niemand – zeker niet om zijn mening – dat soort gekte en gif in zijn leven. Maar dát is zijn strijd: het gaat niet om Nederland, niet om ‘het volk’, niet om ‘de mensen thuis’, het gaat om hém. De pestkop, misschien wel narcist, die uit is op macht en daarover spreekt in termen van een dictatuur van de meerderheid, in plaats van het land democratisch besturen in het belang van het hele Nederlandse volk (Artikel 50 van de Grondwet). Die de islam háát en van een redeloze strijd ertegen zijn leven heeft gemaakt.

Wat je ook niemand gunt die ook alleen maar in harmonie met zijn buren zijn leven probeert te leiden, zijn die onverdraagzaamheid en haat die Wilders ook nu, na 17 jaar, nog dagelijks over hen heen stort en waaraan hij 91 procent van zijn spreektijd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen besteedde. Maar we kijken intussen natuurlijk ook naar een ander ‘monster’. In 2023 behaalde Wilders’ PVV maar liefst 23 procent van de stemmen met een agenda van haat en antidemocratische en ongrondwettelijke ideeën voor Nederland. Een stem voor Wilders was soms weliswaar óók een proteststem tegen 14 jaar afbraak van vertrouwde waarden door 4 opeenvolgende kabinetten Rutte (VVD), maar dat neemt niet weg dat zijn kiezers al dat andere erbij voor lief namen. Het zijn ideeën die, zoals we op zaterdag 20 september in Den Haag hebben kunnen zien, de tegenstellingen in de samenleving vergroten en rechts-extremistische uitingen normaliseren en aanmoedigen; die politieke intimidatie en geweld aanmoedigen. Waar dat uiteindelijk toe kan leiden hebben we in de jaren ’30 en ’40 van de vorige eeuw kunnen zien, toen dergelijke ideologieën in Duitsland, Italië en Japan het fascisme op gang brachten. Een stroming die uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog met meer dan 55 miljoen doden en een ongekende genocide tot gevolg had.


Het begint met taal, niet met tanks


Dat fascisme is hier het echte monster. Dat toont zich namelijk verraderlijk en stapsgewijs: het begint met het ‘luisteren’ naar de ontevredenheid van ‘het volk’, dat zich ‘ongehoord’ voelt. Vervolgens wordt vanuit een uiterst-rechts populisme niet gepraat over oplossingen en een verbindende visie voor het land, maar terugverwezen naar een niet-bestaand verleden en gewezen naar zondebokken die de oorzaak zouden zijn voor alle problemen; vreemdelingen, ambtenaren, rechters, kunstenaars, schrijvers, de ‘elite’. En het eindigt met uitgesproken fascisme waarin de democratische spelregels en instituties worden belasterd en overboord worden gekieperd om een autocratisch regime te kunnen vestigen. Een regime dat dan wel een beeld verkoopt van een glorieuze toekomst. In een paar jaar tijd zijn we ergens tussen de tweede en derde stap beland. Zoals Rosan Smits onlangs schreef in De Correspondent (lees vooral over de ‘Tien instrumenten van het fascisme’): het begint met taal, niet met tanks. In de geschiedenis – niet alleen in Duitsland en Italië in de Jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw, maar bijvoorbeeld ook in voormalige Oostbloklanden – heeft dat draaiboek zich altijd weer op dezelfde manier ontvouwen: populisme en rechts-extremisme raken met medewerking van gematigder politici en media genormaliseerd en conservatieve en centrumrechtse politici worden uitgeschakeld of medeplichtig, dan wel afhankelijk gemaakt van de fascistische agenda. Daarna wordt definitief afgerekend met de progressieve oppositie en uiteindelijk bezwijken ook de structuren en instituties die de democratie dragen. 

Zoals de later beruchte nazi-propagandaminister Joseph Goebbels al in 1928, ver voor Hitlers machtsovername in Duitsland, schreef: “De grote grap van de democratie is dat ze haar aartsvijanden de instrumenten in handen geeft voor haar eigen vernietiging”. De enigen die hen die instrumenten kunnen ontzeggen zijn wij, de kiezers. Tot besluit daarom deze oproep, omdat Wilders’ PVV op dit moment niet de enige partij is die blijk geeft van antidemocratische en ongrondwettelijke tendensen:

Het is belangrijk dat iedereen goed oplet en zich informeert. Wilders is erop gebrand om een politieke agenda uit te rollen van etno-nationalisme dat zichzelf niet in civiele maar etnische/raciale termen begrijpt. Een agenda van witte suprematie, die haaks staat op het gelijkheidsbeginsel dat ten grondslag ligt aan onze grondwet en het internationaal recht. We moeten die witte suprematie agenda tegenhouden en terugdringen. Die “nationale zelfmoord” complottheorie mag niet genormaliseerd worden.” – Sarah Bracke, professor in de sociologie aan de Universiteit van Amsterdam

Weet wat je stemt, op 29 oktober, en vertel het wie het maar horen wil.

Stem ze weg!