…en ook een suikertante die beide jongetjes verwent: de NOS
De NOS meldde op dinsdagavond 14 oktober nog laat: “JA21 veranderde onvermeld verkiezingsbeloftes voor doorrekening”. Dit naar aanleiding van een uitzending van Nieuwsuur waarin JA21-lijsttrekker Joost Eerdmans aan de tand werd gevoeld over diens verkiezingsprogramma. Het artikel dat onder die kop volgde liet twee dingen glashelder zien: niet alleen de politiek in Nederland is op een kantelpunt aangeland, maar de NOS ook. Voor dat laatste is, naast het genoemde artikel, ook een verontrustend interview van belang dat NOS-hoofdredacteur Giselle van Cann onlangs gaf aan Trouw.
Het centrale thema in dat Trouw-interview, dat verscheen op 21 september jl., is neutraliteit. De NOS probeert naar eigen zeggen meer dan andere media de neutraliteit te bewaken. Toch krijgt zij van verschillende en soms ook tegengestelde kanten, zoals in het geval van pro-Israëlische en pro-Palestijnse actievoerders, het verwijt niet neutraal te zijn. Het heeft er veel van weg dat juist de krampachtig pogingen van de NOS om haar neutraliteit te bewaren, bijdragen aan het normaliseren van populistische en antidemocratische geluiden en opvattingen. Mag van de NOS, gezien haar opdracht, niet een duidelijker bijdrage aan het beschermen van onze democratie worden gevraagd?
In het voorbeeld van de NOS-berichtgeving over de discrepanties tussen het verkiezingsprogramma en de cijfers zoals JA21 die bij het CPB aanleverde, is evident dat de waarheid op bedrieglijke wijze geweld wordt aangedaan. De NOS voert daarvoor weliswaar 8 voorbeelden aan, maak maakt nergens het bedrog en de impact daarvan werkelijk expliciet. We gaan daarop nader in in deel 1 van dit tweeluik.
Van Cann zegt in het interview met Trouw over de kritiek op de berichtgeving van haar NOS iets wonderlijks: “Als Extinction Rebellion hier voor de deur komt demonstreren, gebruiken ze de NOS als een middel om hun punt te maken, om aandacht te krijgen. Datzelfde zie ik bij politieke partijen en bij columnisten. Als vanuit de politiek vraagtekens worden gezet bij de integriteit van de NOS, dan vind ik écht dat een grens wordt overschreden. Natuurlijk mag iedereen, inclusief politici, kritiek hebben, alle kritiek die je wilt. Maar het in twijfel trekken van de legitimiteit van media en journalistiek is vaak de eerste stap naar het aantasten van het democratische fundament. Als je kijkt naar landen waar stappen worden gezet richting meer autocratische samenlevingen, zie je dat de media vaak als eerste worden aangepakt.
In dat laatste heeft Van Cann op zich gelijk, maar het wonderlijke in haar uitspraak zit hem in de sprong met zevenmijlslaarzen die zij zet van kritiek naar het in twijfel trekken van integriteit en legitimiteit. Toegegeven, de NOS wordt, zoals Van Cann zelf ook zegt, gefinancierd door de belastingbetaler, wat de omroep gevoelig maakt voor kritiek vanuit politiek Den Haag. De BBB, bijvoorbeeld, vroeg de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waar het mediableid en de publieke omroep onder vallen, om onderzoek te doen naar de NOS na haar onwelgevallige berichtgeving over Israël. De toenmalig minister van OC&W Eppo Bruins wees de partij terecht: de regering dient zich niet te bemoeien met de journalistiek van de NOS of andere media, zei hij. “En toch”, zegt Van Cann, “schrijft de SGP in haar verkiezingsprogramma dat zij toezicht wil op de berichtgeving van de NOS”. Dat verklaart echter nog niet haar grote gedachtesprong, tenzij ze zich nadrukkelijker bezighoudt met de politiek dan met het publiek. Alvorens dat nader te bekijken, is het echter belangrijk om het in twijfel trekken van integriteit en legitimiteit in perspectief te plaatsen.
Onder de titel The Authoritarian Regime Survival Guide werd op sociale media in januari 2017, in een reeks geïmproviseerde, spontane tweets, een tekst gepubliceerd die binnen een maand 3 miljoen keer werd bekeken. Het gemeenschappelijke element waren hun handelsmerk ondertekening:
“– With love, your Eastern European friends”,
en de begeleidende hashtag #LearnFromEurope.
Uitsneden en samenvattingen werden op verscheidene online media verspreid, maar in maart 2018 werd er op Verfassungsblog.de voor het eerst een integrale weergave geplaatst. De paragraaf ‘YEAR 1 Under Authoritarianism – What to Expect?’ daarvan vermeldt een vijftiental lessen die hopelijk niet aan dovemansoren zijn gericht. Punten 3 en 5 hiervan gaan specifiek over de media en waarheid(svinding) [1].
In het licht van die lessen zal de NOS, daar waar de kritiek op de omroep draait om verbieden, censureren, bestempelen als staatsvijand en het beknotten of de nek omdraaien van de vrije pers n vrije meningsuiting, ook AntiPopulista altijd aan haar zijde vinden. Tenminste, zolang de NOS kritisch denkt, de feiten controleert en de waarheid benadrukt. De vraag in het geval van de kritiek op de NOS is echter nadrukkelijk wat er daadwerkelijk in het geding is.
– Verslaggever Hans Middenweg van Neutraal Nieuws maakt een reportage van een antiracismedemonstratie. Een demonstrant vraagt hem wat hij als ‘neutraal’ beschouwt. “Nou”, stelt Middenweg, “als je het bijvoorbeeld hebt over racisme, dan zeg je niet dat het goed of slecht is, maar je laat beide kanten aan het woord.” Als toelichting wendt hij zich tot een andere betoger: “Als iemand beweert dat het regent, moet ik ook iemand spreken die zegt dat het droog is.” Die antwoordt daarop droogjes: “Of je gaat zelf naar buiten om te zien of het regent.” –
Dit is een scène afkomstig uit het satirische VPRO-programma Plakshot, dat dit jaar als gevolg van bezuinigingen van de NPO van tv verdween. Het is een knipoog naar het journalistieke neutraliteitsstreven, in de zin van feitelijk verslag doen van gebeurtenissen, zonder dat daar een mens- en maatschappijbeeld achter zit. Trouw heeft bijvoorbeeld over duurzaamheid wel zo’n visie. De Telegraaf heeft daar weer een hele andere kijk op. ‘Hans Middenweg’ zou bij Van Cann volgens Trouw op een stevige tussentijdse evaluatie kunnen rekenen: “Wij laten niet iemand aan het woord die zegt dat het regent om daarna iemand anders te zoeken die beweert dat de zon schijnt. Ons werk is om vast te stellen of het regent of dat de zon schijnt. Door aanwezig te zijn, ook op plekken waar je als kijker, luisteraar of lezer niet kunt zijn. Wij zoeken uit hoe het zit en vertellen jou wat we hebben aangetroffen. Dat is waar ons werk over gaat.”
Komt de inmiddels steeds vaker gehoorde kritiek op de NOS er echter niet juist op neer dat zij dat níet voldoende doet? Dat zij onvoldoende onderscheid maakt tussen feiten en meningen? Als het 1 centimeter regent en JA21 zegt: “Ach, het valt toch me, die paar druppels kun je geen regen noemen”, hoort de NOS dan niet te benoemen dat 10 millimeter toch geldt als matige regen; op dat moment al en niet een dag of twee dagen later? De NOS heeft de opdracht om relevante nieuwsfeiten te brengen, die van duiding en achtergronden te voorzien en aan waarheidsvinding te doen, om haar publiek zo goed mogelijk te informeren. Ook de NOS-redactie onderschrijft dat als je hen daar op aanspreekt: “Wat wij proberen te doen, is om u zo waardenvrij mogelijk te vertellen wat er in de wereld gebeurt, zodat u uw eigen mening kunt vormen. Daarbij proberen we altijd meerdere invalshoeken en meningen te belichten. Als redactie hebben we geen mening of voorkeur bij welke partij of standpunt dan ook. We volgen het nieuws en besteden aan beide kanten aandacht. Niet altijd in één onderwerp (het kan een reportage met een bepaalde invalshoek betreffen), maar wel in de loop der tijd. Dat is in elk geval onze intentie.”

Bij dat laatste wringt wellicht de schoen. Want wat als op de diverse invalshoeken en meningen niet diep genoeg wordt doorgevraagd? Of wat als dat doorvragen alleen gebeurt in formats of artikelen die niet worden bekeken door de aantallen kijkers zoals tijdens het NOS Journaal van 8 uur of wordt weggestopt ergens ver achter de koppen van de meest prominente online artikelen? Wat als meningen die niet op feiten zijn gebaseerd, of zelfs zonder onderbouwing diametraal tegengesteld zijn aan de feiten, niet worden ontmaskerd? Wat als een mening neerkomt op discriminatie, xenofobie of racisme en degene die deze mening uit daarop niet wordt bevraagd? Dan wordt toch de lezer of kijker op zijn best geacht zelf uit het gefragmenteerde totaalaanbod van de NOS ‘het complete beeld’ bij elkaar te puzzelen? Dat gaat volledig voorbij aan de vluchtigheid van nieuws en hypes en bijvoorbeeld ook aan de invloed van eenzijdige sociale media, waar desinformatie door de toepassing van algoritmes hoogtij viert. Begrijpt de NOS wellicht de implicaties van haar opdracht in het huidige medialandschap niet meer zo goed?
Voordat we tot de kern komen, vermelden we eerst nog één voorbeeld uit het bewuste interview, waarbij ook de benadering van Trouw exemplarisch is voor de kwestie die we adresseren. We citeren voor ons doel en omwille van de volledigheid een lijvig brok interview, onder dankzegging aan Trouws journalistieke werk.
Van Cann stelt: “Het draait bij ons om wat er feitelijk gebeurt, dat is het uitgangspunt in onze verslaggeving. (…)
Wat doe je bijvoorbeeld met de term ‘genocide’? Daarover is binnen de NOS veel discussie geweest, wat ook tot nieuwe inzichten heeft geleid.
“Vanaf het begin van deze oorlog hebben we een helder standpunt gehad: we gebruiken het woord ‘genocide’ niet. Genocide is een juridische term, en wij kunnen dat niet vaststellen. Daarom vermeden we dat woord.
In maart dit jaar kwam er een bestand, maar dat werd geschonden. Daarna volgden nieuwe ontwikkelingen: honger werd gebruikt als wapen, het culturele leven werd systematisch vernietigd, en er waren uitspraken van bepaalde Israëlische leiders die gericht waren op het ontmenselijken van de Palestijnen. Deze journalistieke optelsom en inzichten vanuit de wetenschap, dat genocide geen moment is maar een proces, was voor ons aanleiding om ons standpunt aan te passen. We realiseerden ons dat we af en toe het woord ‘genocide’ of ‘genocidaal geweld’ nodig hebben om adequaat te beschrijven wat er feitelijk gebeurt. Als we dat woord volledig vermijden, kunnen we niet meer goed uitleggen wat er gebeurt.
Maar het gebruik van de begrippen genocidaal geweld of genocide gebeurt bij ons niet lichtzinnig. Dus ja, we hebben ons standpunt aangepast op basis van de ontwikkelingen ter plekke en de inzichten die we vanuit wetenschappelijke hoek hebben gekregen. Het standpunt dat het woord ‘genocide’ alleen door een rechter gebruikt mag worden, hebben we verlaten. Tegelijkertijd vind ik dat in het maatschappelijke debat de discussie over het wel of niet gebruiken van dat woord vaak wordt ingezet als een soort weerspiegeling van een bepaalde opvatting, een manier om te laten zien waar je staat. Die betekenis wordt er vaak in gelegd, maar zo gebruiken wij dat woord nadrukkelijk niet.”
Al op 29 december 2023 maakte Zuid-Afrika de genocide-zaak tegen Israël aanhangig bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ). Al op 26 januari 2024 vaardigde het Hof in een vrijwel unaniem oordeel van de 17 rechters een eerst bindend tussenvonnis uit met voorlopige maatregelen, waarmee het Israël opdroeg alles te ondernemen ter voorkoming van daden die als genocide kunnen worden beschouwd volgens het Genocideverdrag. Daarmee erkenden zij dat er ten minste een redelijk vermoeden was van genocide of risico van genocide en dat de genocidezaak daarom doorgang kon vinden. Onder de werking van het VN-Genocideverdrag (1948) en de uitspraak van het ICJ inzake Bosnië en Herzegovina vs. Servië en Montenegro (2007) is dat voor lidstaten het unieke, benodigde signaal dat hun plicht in werking treedt om alles te doen om een genocide te voorkomen. Desondanks besloot de NOS haar redactionele richtlijn pas ruim een jaar later aan te passen, op basis van volslagen subjectieve argumenten; de journalistieke optelsom en inzichten vanuit de wetenschap, dat genocide geen moment is maar een proces, waren er immers ook in januari 2024 al.
Veertien maanden lang werd de berichtgeving van de NOS gekleurd door de arbitraire inschatting van amateurs om wat zich in Gaza voltrok niet als een ‘genocide’, maar als een ‘oorlog’ en een ‘conflict’ te benoemen. Die ‘duiding’ las het Nederlandse publiek constant in online nieuwsberichten en op Teletekst en hoorde het in elk NOS Journaal, maar ook tijdens Nieuwsuur en in elke andere NOS nieuw- en actualiteitenrubriek waarin de toestand in Gaza werd belicht. Dit is een bewijs van jewelste dat de door de redactie vastgestelde uitgangspunten voor de ‘neutrale’ berichtgeving al beperkend zijn voor wat de lezer of kijker voorgeschoteld. Niet alleen dat, ook daarna nog hanteert de NOS-redactie een zeer twijfelachtig uitgangspunt. Van Cann zegt: “Daarnaast hebben we ook meteen besloten dat we geen enerzijds-anderzijds journalistiek zouden doen. Geen ‘ja maar’, maar ‘en en’. Dus én de misdaden van Hamas én de catastrofe in Gaza. We laten zien wat er gebeurt, en daarbij nemen we alle perspectieven mee. Dat kan niet binnen één item, of binnen één verhaal. Maar als je alle berichtgeving optelt, moeten die perspectieven allemaal aan bod komen
Perspectieven, ja natuurlijk, maar wie en wat bepalen de weging en de aandacht die de perspectieven krijgen, gemeten in tijd of woorden? Verandert dat bijvoorbeeld naarmate de proportionaliteit in de aantallen slachtoffers zoek raakt – veranderde dat, naarmate het aantal slachtoffers aan Israëlische zijde stabiel bleef op ongeveer tweeduizend en die aan Palestijnse zijde opliepen naar omstreeks 450 duizend? De oplettende kijker weet het antwoord: nee. De ‘balans’ tussen de aandacht voor tienduizenden doden in Gaza, tientallen per dag, en het lot van de in totaal ongeveer 200 en later 80 resterende Israëlische gijzelaars bleef continu in vrijwel één adem aanwezig terwijl zich een genocide op 20 procent van de Palestijnse bevolking voltrok. Veertien maanden lang!
Het is bij die optelsom van perspectieven op de NOS-berichtgeving dat Van Cann zelfs nu nog de sprong met zevenmijlslaarzen maakt van ‘kritiek’ naar ‘het in twijfel trekken van integriteit en legitimiteit’. Als je kritisch bent op de NOS vanwege een 14 maanden lang gehandhaafde, discutabele richtlijn voor haar journalisten en redactie, staat dat absoluut niet gelijk aan het ter discussie stellen van haar integriteit of legitimiteit. Trouw laat na dat op te merken en verzuimt daardoor de verontrustende zwakte van Van Canns defensieve reactie en wellicht tunnelvisie bloot te leggen. Ook dat is een voorbeeld op zich, in dit geval van hoe weinig kritisch de rol van de NOS in het medialandschap ook door collega’s van buitenaf wordt bekeken en wellicht ook van hoe weinig zelfkritisch zij mogelijk zijn. Niet zelden is dan ook zelfs in ‘kwaliteitskranten’ als Trouw, De Volkskrant en NRC, zeker in de kortere online berichten die niet achter de betaalmuur zitten, een dergelijk soort ‘seriële objectiviteit’ en gebrek aan nadere duiding te bespeuren. Voor een completer beeld ben je dan aangewezen op achtergrondartikelen en een abonnement, waar lang niet elke argeloze lezer toegang toe heeft.
Er zullen hoofdredacteuren zijn die, in een geval als dat van Van Cann, om minder zijn gevraagd te vertrekken, als zij een duidelijke opdracht niet adequaat invulden als gevolg van inschattingsfouten zoals die ten aanzien van de genocide in Gaza. Sterker nog: het is onduidelijk met welke richtlijnen de NOS-redactie momenteel werkt ten aanzien van de binnenlandse politiek en de verkiezingen, maar ook bij die berichtgeving kunnen vraagtekens worden gezet. Daarover meer in deel 1 van dit tweeluik.
Bronnen:
[1] “3. Ze zullen de staatsmedia onderwerpen en er een propagandakanaal van maken. Vervolgens zullen ze, door middel van ingewikkelde wetten en dreigementen, proberen alle mainstream media te controleren en de persvrijheid te beperken. Ze zullen kritische pers weren van hun persconferenties en hen “leugenaars” en “nepnieuws” noemen. Ze zullen die media als “onpatriottisch” bestempelen, handelend tegen het volk (zie punt 2.).
Vecht voor elk mediakanaal, elke journalist die wordt verboden, gecensureerd, ontslagen of bestempeld als “staatsvijand” – er is geen hoop op vrijheid waar geen vrije pers is.(…)
5. Ze zullen de waarheid verdraaien, feiten ontkennen en schaamteloos liegen. Ze zullen proberen u te laten vergeten wat feiten zijn, uw behoefte om de waarheid te vinden verdoven. Ze zullen ht publiek voeden met “post-truths” en “alternatieve feiten” en kennis en logica vervangen door emoties en fictie.
Denk altijd kritisch, controleer de feiten en benadruk de waarheid. Ontmasker onwetendheid met feiten.” (Vertaling: Martin Jansen)
