Waar Caroline van der Plas tenminste nog haar gebrek aan opleiding, ervaring en kennis zou kunnen opwerpen ter verdediging voor haar onophoudelijke stupiditeiten, geldt dat niet voor de nummer 2, en bijna nummer 1 van de BBB. Anders dan Van der Plas heeft Keijzer niet alleen een behoorlijke academische opleiding afgerond, maar beschikt ze ook over een aanmerkelijk uitgebreidere politieke ervaring, zowel in de Kamer als als bewindsvrouw. Dat Mona Keijzer niet nummer 1 is zit haar duidelijk vanaf dag één van haar aansluiting bij BBB niet lekker. Hoewel zij objectief gezien wellicht meer geschikt is voor de positie van lijsttrekker dan Caroline van der Plas, ontkomt men niet aan de conclusie dat Keizer ondanks haar grotere kennis en ervaring keer op keer minstens even grote blunders begaat als Caroline.
Het meest recente en gênante voorbeeld daarvan is het werkbezoek van demissionair minister voor Asiel en Migratie Keizer aan opvangschip Silja in Rotterdam, de vorige week. Mona ‘Alle ogen op Kwatta’ Keijzer, liet toe dat één van de mensen uit haar entourage, in strijd met duidelijk en expliciet daaromtrent gemaakte afspraken ter bescherming van de privacy van de op dit schip opgevangen vluchtelingen en vooral die van de minderjarigen, aldaar filmopnames maakte. Toen men daar terecht iets over stelde, omdat de bewoners en medewerkers van Silja, gegeven deze afspraken, een redelijke verwachting van privacy hadden en er onbevoegd werd gefilmd, reageerde Keizer kriegel. In plaats van haar excuses te maken, zoals men van een integere bewindsvrouw zou mogen verwachten, reageerde ze in haar wiek geschoten toen de Rotterdamse wethouder Faouzi Achbar Keijzer haar dringend verzocht om zich aan de afspraken te houden. Keijzer beet hem toe dat hij niet de baas op dit schip was, of woorden van gelijke strekking, om vervolgens weg te lopen zonder het filmen te laten stoppen. Haar opmerking getuigt overigens van een Van der Plas-waardige domheid, aangezien Achbar als vertegenwoordiger van het met de opvang van asielzoekers belaste college van burgemeester en Wethouders van Rotterdam, uiteraard wel ‘de baas’ is, terwijl het opvangschip wordt gehuurd en geen eigendom is van de rijksoverheid.
Er is weinig nieuw aan de persgeilheid van de moderne carrièrepoliticus, die vooral bezig is met het zichzelf op de meest positieve wijze presenteren aan de buitenwereld. Maar het gedrag van Keijzer in deze is ronduit kwalijk. Nogmaals, Keijzer is jurist en oud-advocaat, zodat juist van haar mag worden verwacht de regelgeving met betrekking tot bescherming van privacy en de in dat kader alleszins redelijke beperkingen van de bevoegdheid van de overheid binnen een mede voor bewoning bestemd en dus slechts gedeeltelijk openbaar lokaal te kennen en te respecteren. Aldus ontkomt men er niet aan te concluderen dat Keijzer opzettelijk en moedwillig van tevoren ter waarborging van de bescherming van fundamentele rechten voor de bewoners van het opvangschip gemaakte afspraken aan haar laars lapt met als enkel doel haar hang naar aandacht te bevredigen. Het is treurig dat sommige politici hun juridische opleiding kennelijk schijnen te vergeten of, liever gezegd: te negeren, wanneer ze eenmaal zijn gekozen als volksvertegenwoordiger en als Keijzer zich op een dergelijke wijze zou hebben gedragen in haar optreden als advocaat zou dat zonder meer als klachtwaardig zijn gesanctioneerd.
Tijdens de campagnes van 2023, en vooral die in 2025, is echter glashelder geworden dat de BBB beseft dat, nu ze de boeren op vrijwel elke mogelijke wijze in de kou hebben laten staan, op zoek moet naar een nieuwe achterban waarbij Keijzer – immers bekend met mest en bagger – haar oog heeft laten vallen op de malcontente onderbuik. De BBB werpt zich steeds meer op als een PVV-light, waarbij het racisme van Keijzer niet zelden niet onderdoet voor dat van Wilders. Het optreden van Mona is dan ook niets meer dan een nieuwe perfide staaltje palingpopulisme van ‘Hé, kijk mij eens ten onrechte te worden aangevallen terwijl ik niks anders probeer, dan mensen te laten zien wat voor een probleem die asielopvang toch is.’ De ronduit perfide intenties van Mona Keijzer worden glashelder door de verspreiding van de onrechtmatig gemaakte filmopnamen vanuit het ministerie van Asiel en Migratie, waarbij Keijzer haar bezoek aan het opvangschip heeft gebruikt om asielopvang in zijn algemeenheid in een kwaad daglicht te stellen én opnieuw te bepleiten dat de herhaaldelijk weggestemde en afgekeurde Asielnoodmaatregelenwet er door moet worden gedrukt. Dat is namelijk veel gemakkelijker dan zorgen voor deugdelijke opvang. Daardoor heeft zij, als de belabberde jurist die ze is, het ministerie kwetsbaar gemaakt voor civielrechtelijke aansprakelijkheid wegens de aantasting van de privacy van de asielzoekers op opvangschip Silja. Asielzoekers, die immers geen toestemming hebben gegeven voor het verspreiden van deze beelden, alsmede voor vorderingen uit hoofde van de wanprestatie jegens het COA, de gemeente Rotterdam en de medewerkers van het opvangschip Silja. Hierdoor heeft Mona onbedoeld inderdaad één ding duidelijk gemaakt: namelijk dat zij een perfide, onbetrouwbare en incompetente palingpopulist is, die kennelijk uit is op Fabers titel en kampioensriem van grootste prutser in vak K ooit.
