Dit beeld is van Caroline van der Plas (BBB) die op Prinsjesdag de kleuren van Israël draagt “om steun te betuigen aan de Joodse gemeenschap en de Israëlische gijzelaars”. Het raakt aan een niet alleen immoreel maar ook ongrondwettelijk aspect van het beleid van de demissionaire regering van VVD en BBB.

Over proportionaliteit hoeven we het niet meer uitgebreid te hebben. Schattingen door internationale deskundigen van het totale aantal directe (door het oorlogsgeweld) en indirecte (door alle andere gevolgen van de oorlog) Palestijnse slachtoffers gaan richting 400 duizend doden en een veelvoud daarvan aan gewonden. Van de dodelijke slachtoffers is tot nu toe ongeveer twee vijfde kinderen, maar onder de indirecte slachtoffers verwacht men dat die verhouding, onder andere als gevolg van ondervoeding, uithongering, uitdroging en schade aan interne organen, die verhouding richting 3 kinderen per 5 personen zal kunnen oplopen.

De huidige schattingen laten zich vertalen zich in ongeveer 12 Palestijnen per Hamas-terrorist, waarvan 5 kinderen. Het vertaalt zich ook in ongeveer 200 dode Palestijnen, waarvan 80 kinderen, per op 7 oktober of daarna gedode Israëlische burger, gijzelaar of militair. Zo’n 82% van de Joodse bevolking in Israël steunt daarnaast de verdrijving van Palestijnen uit Gaza, de etnische zuivering (bron: Haaretz). Het leek Caroline van der Plas blijkbaar van goede smaak te getuigen om daar nog een schepje bovenop te doen, in plaats van aandacht te schenken aan de op Prinsjesdag toevallig ook net geïntensiveerde genocide.
Het is namelijk al maanden, ten minste sinds de uitspraken van de Israëlische minister Smotrich over het doel van etnische zuivering, zonneklaar dat in Gaza sprake is van genocide door Israël. Nu is er sinds vorige week en gisteren ook de bevestiging hiervan door respectievelijk een resolutie (https://genocidescholars.org/wp-content/uploads/2025/08/IAGS-Resolution-on-Gaza-FINAL.pdf) van het IAGS en een rapport (https://www.ohchr.org/en/press-releases/2025/09/israel-has-committed-genocide-gaza-strip-un-commission-finds) van de onafhankelijke VN-commissie voor de Palestijnse gebieden.

Nederland is als lidstaat van het VN-Genocideverdrag gehouden aan de plicht om alles in haar vermogen te doen om de genocide te voorkomen c.q. te stoppen. Nederlandse bewindslieden en Kamerleden zijn op grond van hun eed of belofte van trouw aan de Grondwet en dus ook de artikelen 91, 92, 93 en 93 daarvan, zoals de Staat der Nederlanden en haar ingezetenen gebonden om internationale verdragen en dus ook het Genocideverdrag te (laten) uitvoeren. De geest van dat verdrag is dat staten ook de (morele) verplichting hebben om samen te werken om genocide buiten hun grenzen te voorkomen.

In het baanbrekende arrest van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in de zaak Bosnia and Herzegovina v. Serbia and Montenegro (2007) (https://www.icj-cij.org/case/91/judgments) heeft dit Hof heel precies omschreven hoe de preventieplicht uit het Genocideverdrag moet worden uitgelegd. Als Nederlandse politieke partijen niets voelen voor die verplichtingen, kunnen zij proberen de Grondwet te wijzigen, maar dat vereist sowieso nieuwe verkiezingen, tussen twee lezing- en stemronden door zowel de Tweede als de Eerste Kamer. De kans op ‘succes’ is uiterst minimaal.

Alles dat Nederland momenteel doet is ‘stille diplomatie’ bedrijven en een paar halfbakken sancties handhaven; alleen hadden Netanyahu, Smotrich en Ben-Gvir in het najaar toch al geen bezoekje gepland aan de Keukenhof of een wedstrijd van Ajax – dat dit jaar bovendien gelukkig Maccabi Tel Aviv niet treft. Maar er zijn bijvoorbeeld nog altijd geen sancties tegen alle Israëlische bewindslieden, politici, hoger leidinggevende ambtenaren en legerleiders, geen volledige handelsboycot en geen voorwaardelijke, allesomvattende wapenembargo.

Weet wat je stemt op 29 oktober. Stem ze weg!