Ik zal een jaar of veertien geweest zijn, toen ik mijn zinnen op een brommertje zette. Ik wilde zo’n ding. Lekker scheuren door de buurt en me niet meer lamlendig hoeven trappen om, op weg naar school, de bruggen over het Maas-Waalkanaal over te komen. Daar had ik als scholier uit Nijmegen-Zuid natuurlijk hartgrondig de pest aan. Maar ja, als veertienjarige mocht ik niet werken en al helemaal geen brommer rijden.

Vervloekt heb ik die regels, die me hinderden in wat ik wilde en in wat ik logisch vond. Ik was oud voor mijn leeftijd, maar werd op allerlei manieren tegengehouden in wat ik wilde. Ik mocht niet werken, geen brommer rijden, geen alcohol nuttigen, geen autorijden, eigenlijk gewoon helemaal niks. En ik vond mezelf echt wel verantwoordelijk genoeg.

Iets meer dan vijfenveertig jaar later. Er zijn leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Die mensen moeten, zo vinden we, eigenlijk beter zijn dan wij opdat ze waardig zijn om ons te vertegenwoordigen. Ze moeten vrij zijn van onze menselijke tekortkomingen, zoals neigen tot het ontgaan of regelrecht ontduiken van regels, de wet overtreden, een beetje liederlijke declaraties indienen, ofwel: de kluit een beetje bedonderen zoals we allemaal wel eens doen. Of niet? Toch? Als een lid van de Kamer het doet met iemand anders dan met wie hij/zij getrouwd is, is de boot aan. Ook als er ergens een snelheidsovertreding wordt begaan, of een cadeau wordt aangenomen dat een beetje heel erg veel te duur is. Nee, wij eisen van onze politici dat ze zo ongeveer god in hoogst eigen persoon zijn.

En dan zijn er leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal die ontdekken dat ook zij zich aan grenzen te houden hebben. Als ze zich al niks van kiezers aantrekken, dan is er toch één hele vervelende grens: de Grondwet. Dat ding kan wel zó in de weg zitten. “Als ik wil roepen dat er “minder, minder, minder, minder Marokkanen” moeten zijn, kan ik zomaar voor de rechter worden gedaagd en veroordeeld bovendien. Als ik ondernemers dingen beloof die ik eigenlijk niet mag beloven dan loop ik ook het risico tegen de lamp te lopen. En als ik dan wil roepen dat alle religies vooral scholen moeten openen maar dat we dat vooral aan de islamieten in ons land moeten verbieden, dan moet dat toch gewoon verboden kunnen worden?” Nee, dat kan niet – volgens artikel 23 van de Grondwet. “Getver – dat is wel héél vervelend”.

Mooi. Hoe zit dat ook alweer? De Grondwet is een werk van meer dan tweehonderd jaar oud, en daarmee het fundament van onze democratie. In de Grondwet hebben we dingen afgesproken waar we niet aan willen tornen – of alleen na heel lang en grondig denken en praten. De Grondwet heeft tot doel de minderheid tegen de meerderheid te beschermen, en andersom, om de democratie te beschermen tegen hen die het niet zo nauw met haar nemen en om rechten te waarborgen in tijden dat er gure winden waaien. De Grondwet is daarmee niet alleen de minst veranderde wet, maar ook de best beschermde in ons bestel.

Mevrouw van der Plas van de BBB, tot voor kort een partij van betekenis en nu gereduceerd tot een zeer marginaal bestaan, is van mening dat ze de Grondwet aan haar wensen moet kunnen aanpassen, omdat die haar in de weg zit. Toen ik veertien was had ik graag willen shoppen in de Nederlandse wetgeving, en alleen die wetten willen volgen waar ik als “stormige en dringende” jongeling het meeste aan had, en de rest graag aan de kant geschoven zodat ik had kunnen gaan werken om de centen te verdienen om dat brommertje te kopen (en daarna op te laten voeren, natuurlijk). Ik was dan ook helemaal niet blij toen dat niet bleek te kunnen en ik een jaar later (ik was vijftien) door een agent werd gestopt omdat ik op een geleend brommertje met duizelingwekkende vaart door het stadsdeel knetterde (en zonder helm, natuurlijk, want dat was voor sukkels). Ik had heel graag de wet veranderd, zodat die meer aan mijn wensen beantwoordde. Maar helaas, ik mocht op het politiebureau langskomen waar ik een enorme uitbrander kreeg die mijn gezagsgetrouwheid aardig stimuleerde. Voor even dan.

Van der Plas is, denk ik, niet zo gevoelig voor uitbranders. Ze heeft in de afgelopen maanden op allerlei manieren laten zien dat het haar niet kan schelen hoe de doelen van de BBB bereikt worden, en ook niet ten koste van wat. Laten we haar dus geen kans geven de Grondwet te vermeubelen tot het slappe aftreksel van de huidige Grondwet, dat zo in haar kraam te pas zou komen. Geen parels voor de zwijnen, en ook geen koeienstront voor u en de mijnen.

Als de Grondwet je in de weg zit, dan doe je iets verkeerd.