Naar goede traditie vond in Amsterdam op zaterdag 22 maart 2025 opnieuw een massale demonstratie plaats tegen racisme en fascisme. Naar schatting van de organisatoren zouden er tussen de 10.000 en 15.000 mensen hieraan hebben deelgenomen.  Ondergetekende was er daar één van.

Meelopend in de demonstratie bekroop mij toch een beetje een ambivalent gevoel. Aan de ene kant is het uiteraard zonder meer toe te juichen dat er duizenden zijn die bereid zijn om deel te nemen aan deze demonstratie en duidelijk te maken dat zij racisme en fascisme afwijzen. Het is ook toe te juichen dat een groot deel van de zwijgende meerderheid – die al te vaak niet of te weinig wordt gehoord – nu duidelijk liet zien en horen hoe zij over een ander denken. Tijdens de demonstratie werd terecht groepen dat zwijgen geen optie is en dat is natuurlijk waar. De geschiedenis heeft keer op keer aangetoond dat dat kwaden zijn die uitsluitend gedogen doordat teveel mensen zwijgen wanneer ze juist van zich moeten laten horen.  Het is ook goed dat duidelijk werd gemaakt dat men tegen elke vorm van racisme en fascisme was.  Men denke immers aan het gedicht van Martin Niemöller:

Toen de nazi’s de communisten arresteerden heb ik gezwegen; ik was immers geen communist. 

Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten heb ik gezwegen; ik was immers geen sociaaldemocraat.   

Toen ze de vakbondslieden kwamen halen heb ik gezwegen; ik was immers geen vakbondsman. 

Toen ze de Joden opsloten heb ik gezwegen; ik was immers geen Jood.                             

Toen ze de katholieken arresteerden heb ik gezwegen; ik was immers geen katholiek. 

Toen ze mij kwamen halen

 …was er niemand meer die nog kon protesteren.

Tegelijkertijd is het wel jammer dat sommige mensen, ook in het kader van publiek verzet tegen kwaden als racisme en fascisme dan vooral uitdragen dat ze behoren tot een bepaalde groep en voor bescherming van de belangen van die groep deelnemen. Want daarmee draagt men onbedoeld de boodschap uit dat men er niet voor elkaar is, maar toch vooral voor zichzelf c.q. de eigen groep. Daardoor vertroebelt de boodschap die feitelijk gegeven had moeten worden, te weten dat racisme en fascisme voor niemand acceptabel mag zijn, ongeacht de groep die wordt benadeeld en ongeacht de groep waartoe men zelf behoort.                                                                                              

Door onder verschillende vlaggen tegen racisme en fascisme te betogen benadrukt men juist net dat men tot verschillende groepen behoort en dat die groepen toch (primair) protesteren om hun eigen slachtofferschap te benadrukken. Daarom was het jammer dat men onder meer de zaak van een vrij Palestina of het kwaad van onderdrukking van transgenders betoogde, niet omdat ik tegen het eerste of voor het tweede ben – hoewel ik daar ongetwijfeld wel een ander beeld bij heb dan anderen – maar omdat het de protestanten uit die groepen separeerde van anderen en elkaar.                  

En dat biedt ruimte voor een verdeel- en heerstactiek voor racisten en fascisten die hun boodschap daarop kunnen aanpassen en stellen dat zij zich alleen maar tegen een bepaalde groepen verzetten om andere groepen juist te beschermen. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat Geert Wilders pretendeert op te komen voor homoseksuelen en transgenders omdat die veroordeeld zouden worden door moslims en daarom tegenstander is van migratie uit ‘niet-Westerse landen’. Daardoor proberen ze aanhang te krijgen en een gevoel van veiligheid te creëren onder bepaalde groepen voor een doel dat er feitelijk niet is.

Want als alle moslims of Joden weg zijn hebben fascisten en racisten een andere groep nodig om te kunnen onderdrukken en de schuld te geven van de problemen die ze zelf veroorzaken en dat zou best wel eens de groep kunnen zijn waar jij dan toe behoort en die doordat jij je niet hebt verzet tegen de demonisering en uitbanning van anderen omdat jij niet tot die groepen behoorde dan te zwak is om dat nog te doen. Daardoor ontstond ondanks de ongetwijfeld louter goede intenties van de organisatoren en alle deelnemers toch een beetje het gevoel dat we wel sámen waren, maar niet één.

Terwijl de les die Niemöller probeerde bij te brengen nu net is dat we bij verzet tegen racisme en fascisme ondanks het feit dat we verschillen niet voor een gedeeld doel, maar een gezamenlijk doel moeten staan. Dat is die les die men nooit mag vergeten en helaas is dat nou net juist wel gebeurd. Men dient zich niet tegen racisme te zetten omdat men toevallig zwart, geel of bruin is maar omdat racisme hoe dan ook onverdedigbaar is. Men dient zich niet tegen discriminatie op basis van geaardheid te verzetten omdat men transgender of homoseksueel is maar omdat mans seksuele geaardheid hoe dan ook geen reden is voor minder genot en bescherming van rechten en men dient zich niet tegen vervolging op basis van religie te verzetten omdat men het geloof belijdt dat wordt gedemoniseerd, maar omdat men – binnen de grenzen van de wet – hoe dan ook vrij moet zijn om het geloof aan te hangen dat men wil.

Kortom men dient zich niet zich tegen racisme, fascisme en discriminatie misstanden te verzetten omdat men er slachtoffer van is, maar omdat die ideologieën en misstanden op zichzelf ontoelaatbaar zijn. Want uiteraard is de samenleving opgebouwd uit verschillende groepen en uiteraard bestaat ‘het volk’ niet als één homogene identiteit met één enkele set normen en waarheden en daar is – zolang men hen die anders over zaken denken de ruimte laat om dat binnen de grenzen van de wet te doen – ook niets tegen.

Iets wat de samenleving echter wel niet alleen samen, maar als één moét uitdragen is het uitzonderen, vervolgen en onderdrukken van welke groep dan ook louter omdat ze afwijken van anderen hoe dan ook onaanvaardbaar is.                                                                                             

Daarom liep ik mee maar wel zonder bord, badge of vlag, omdat ik het verzet tegen racisme en fascisme van iedereen steun, ongeacht de reden waarom.