Inleiding

NSC was mijn inziens een verademing ten opzichte van andere nieuwe politieke partijen sinds 2002: LPF, PVV, TON, FvD en PVV. Eindelijk werd er een veelbelovende partij opgericht met competente mensen, die een zinnige bijdrage zou kunnen leveren aan het openbaar bestuur. Hoewel de partij naar mijn smaak te Eurosceptisch is, is NSC een partij die over het algemeen veel raakvlakken heeft met mijn politieke profiel: vanuit het politieke midden tot constructieve vruchtbare oplossingen komen. In november werd de beweging van Omtzigt met 20 zetels beloond. Dit leek een mooi verkiezingsresultaat om vanuit het brede midden een kabinet te creëren. Dit bleek echter een verkeerde inschatting te zijn. De partij struikelt (bewust) een coalitie in met de ongrondwettelijke PVV. En wat nog wel het meest bezwaarlijk is, is dat NSC voor de aankomende EP-verkiezingen verworden is tot een kleinburgerlijke partij met sterke populistische karakteristieken.

Ik stond, net zoals vele burgers, positief tegenover de oprichting van NSC van oud-CDA’er Pieter Omtzigt. Het NSC-verkiezingsprogramma stond vol met mooie, doch technocratische idealen. In het verkiezingsprogramma: ‘Tijd voor Herstel’, werd er eerst een probleemanalyse opgesteld. Het toeslagenschandaal en Groningen waren geen incidenten, het waren producten van meerjarig slecht bestuur. Om toekomstige crises beter te kunnen tackelen, of zowaar te kunnen voorkomen, moest het openbaar bestuur drastisch hervormd en verbeterd worden. De beschadigde vertrouwensrelatie tussen de burger en overheid zou daarbij hersteld dienen te worden.                                                                            

Naast deze noodzakelijke politiek-ambtelijke omslag, dienen de rechtstatelijke grondbeginselen en instituten beter beschermd te worden. Er moet, volgens NSC, een grondwettelijk hof in het leven geroepen worden zodat burgers zich eenvoudiger kunnen beroepen op hun grondrechten. Er zou eveneens flink geïnvesteerd moeten worden in de strafrechtketen, omdat de keten met ernstige capaciteitsproblemen geconfronteerd wordt.

Voor NSC is bovendien het begrip ‘bestaanszekerheid’ een allesomvattend containerbegrip, die een sociaaleconomisch, financieel en geopolitiek component heeft. NSC onderstreept dat de toegang tot de meest basale voorzieningen niet meer vanzelfsprekend is voor Nederlanders denk aan: huisvesting, energie en voedsel. Daarnaast is NSC van mening dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt tot onaanvaardbare bestaansonzekerheid heeft geleid, evenals de hoge kosten voor levensonderhoud. Het gaat derhalve niet alleen om de beperkte toegang tot basisvoorzieningen, maar ook om het bijbehorende kostenplaatje. Deze verwaarlozing van de nationale bestaanszekerheid dient teruggedraaid te worden volgens NSC, die bestaansonzekerheid is dan ook de kern van het NSC-verhaal.

Kortom, het verkiezingsprogramma stond vol met idealen die ietwat technocratisch overkomen, maar die voor een groot deel van het kiezerspubliek als muziek in de oren klinkt.[1]


[1] Een groot minpunt aan het NSC-verkiezingsprogramma is dat het niet doorgerekend is door het CPB

De verkiezingscampagne

Tijdens de verkiezingscampagne maakte NSC-voorman Pieter Omtzigt een weifelende indruk. Het was geheel onduidelijk of Omtzigt zich zou kandideren voor het ambt van minister-president, en dat leidde tot veel onvrede onder zijn potentiële achterban. Echter, over het algemeen maakte Omtzigt naar mijn mening een goede indruk. Op 30 oktober debatteerde Omtzigt met Timmermans (Verenigd Links) in Arnhem. Dit debat is zeer uniek te noemen. Beide heren vervielen niet in oneliners en verkapte persoonlijke aanvallen. Nee, het was een debat op de inhoud: een ware ideeënuitwisseling over onder andere bestaanszekerheid en de energietransitie. Het debat was ook uitermate constructief te noemen, beide heren gaven elkaar regelmatig gelijk en vulden elkaar regelmatig aan. Er werd daadwerkelijk een brede visie op de toekomst van Nederland geponeerd. Het enige punt waar Timmermans en Omtzigt het oneens over waren, was over de bouw van nieuwe kerncentrales. Hierdoor kreeg ik het idee dat Omtzigt voor een brede centrumregering zou kiezen met onder andere GL/PvdA, dit leek mij de beste oplossing om de ontstane betonrot in het bestuurlijk-ambtelijk apparaat te kunnen verhelpen. Ik was ook zeer te spreken over het feit dat Omtzigt meermaals -in de aanloop van de verkiezingen- aangaf dat hij onder geen enkele voorwaarde met onconstitutionele partijen zou gaan regeren, zoals de PVV en FvD. Hij wilde het vaderland enkel besturen met partijen die de grondwet en rechtsstatelijke beginselen eerbiedigen.

De constructieve, op de inhoud gerichte verkiezingscampagne was dus naar mijn mening prijzenswaardig. Hoewel Omtzigt een weifelende indruk maakte, vond ik het verfrissend dat Omtzigt in ieder geval niet de volgende populistische verlosser was met simplistische oplossingen voor de uitdagingen van onze tijd. Hij hamerde ook er ook op dat zijn voornemens voor het land pas gerealiseerd konden worden over een wat langere termijn, hij beloofde de kiezer dus geen gouden bergen. Dit alles valt naar mijn mening alleen maar toe te juichen.  

Formatieonderhandelingen

Het was echter een bittere teleurstelling om te zien dat NSC de formatieonderhandelingen aan was gegaan met de ongrondwettelijke PVV. Er is op 10 januari weliswaar een rechtsstatelijke basislijn overeengekomen tussen de formerende partijen. Maar van een partij die zich voorgenomen had om de rechtstaat te beschermen, had ieder weldenkend mens verwacht dat de partij zich ,wegens principiële bezwaren, nooit zou wagen aan een coalitie met de PVV. De PVV heeft bovendien haar ongrondwettelijke standpunten alleen in de spreekwoordelijke ijskast gedaan. Deze standpunten kunnen dus, indien de politieke situatie zich ervoor leent, weer uit de ijskast worden gehaald en worden opgediend. Bovendien is NSC verantwoordelijk voor de normalisering van onconstitutionele krachten in het politieke domein. Een partij (de PVV) waarvan de voorman zulke rabiate teksten heeft uitgekraamd: minder-minder-Marokkanen-uitspraak en de kopvoddentaks. En een partij die zulke radicale standpunten inneemt (sluiting Moskeeën e.d.), die mag schijnbaar zonder al te veel obstakels aan de formatietafel zitten van NSC. Immers, de PVV hoefde er slechts tijdelijk (!) wat extreme standpunten voor in te trekken en diende slechts een niet-juridisch bindende ‘basislijn’ te ondertekenen. Dit schept ook een precedent voor andere radicale partijen om ooit te mogen ruiken aan bestuurlijke verantwoordelijkheid, zoals Fvd.

Wilders: CPAC en Twitteractiviteiten

Het blijkt uit de Twitteractiviteiten van Wilders dat hij helemaal geen waarde hecht aan de mede ondertekende ‘basislijn’. Zelfs gedurende het formatieproces weet Wilders zich niet op een ordentelijke manier te verhouden tot de democratische rechtsorde.

Wilders laat op X bijvoorbeeld blijken dat hij niets heeft met de ‘traditionele media’; dat is vergane glorie. Hij verkiest X boven de traditionele media, logisch want dan kan Wilders ongeremd en ongelimiteerd zijn onzin spuien, zonder dat vervelende journalisten hem kritisch kunnen bevragen. Kritische Twitteraars worden gewoonweg geblokkeerd door Wilders, ook een heel fijn voordeel ten opzichte van die vervelende traditionele media. De weerzin jegens de pers kwam verder naar boven borrelen tijdens de merkwaardige redevoering van de PVV-fractieleider tijdens de autocratische bijeenkomst te Boedapest (CPAC). Hij stelde namelijk dat journalisten maar ‘naar huis’ moesten gaan, als zij dachten dat de PVV op deze conferentie de formatie zou laten klappen. Een vijandige houding tegen een beroepsgroep die onze democratie mogelijk maakt, was niet genoeg ongrondwettelijke lariekoek voor Wilders. Ook het demonstratierecht is bij de PVV, ondanks het rechtstatelijk basislijn-akkoord, niet veilig. Wilders was woedend dat pro-Palestijnse demonstranten ,nota bene op Bevrijdingsdag, een vredige optocht hadden georganiseerd. Niet de boodschap van de demonstranten kon op kritiek rekenen bij Wilders, maar het feit dat mensen er überhaupt gebruik van maakten, was reden genoeg om een boze Tweet de wereld in te slingeren.

Tot slot had Wilders helemaal geen boodschap aan het gelijkheidsprincipe. Op Twitter stelde Wilders dat verdachten/criminelen met een islamitische achtergrond hun Nederlandse staatsburgerschap moesten afstaan, en deze moslims dienden vervolgens te vertrekken. Autochtone Nederlanders worden dus, als het aan Wilders ligt, gewoon strafrechtelijk vervolgd indien zij zich schuldig maken aan criminele feiten, maar islamitische Nederlanders moeten direct het land uit. Sommige Nederlanders zijn dus net wat gelijker dan andere Nederlanders.

Wilders was, zoals reeds vermeld, aanwezig bij de autocratische bijeenkomst te Boedapest. Bij deze zogenoemde CPAC-conferentie waren allerlei Poetinisten en Orbáneske figuren aanwezig. Het was een feestelijke aangelegenheid voor mensen die nu of in de toekomst hun medewerking willen verlenen aan een autoritair geleide regering. Een politicus die een rechtsstatelijk basislijn heeft ondertekend, zou alleen om die reden al een uitnodiging voor een dergelijke bijeenkomst afslaan. Wilders ging niet geheel verassend toch. Bovendien was de inhoud van Wilders’ CPAC-toespraak eveneens alarmistisch gezwets van de bovenste plank. Het ging onder andere over de Afrikanisering van het Europese continent en het gevaar van jonge Afrikaanse mannen voor blanke vrouwen. Daar komt nog bij dat de pers, zo gezegd, vijandig bejegend werd. En zijn autocratische vriend Orbán werd de hemel in geprezen. De speech bevatte zodoende allerlei onderdelen die geenszins stroken met rechtsstatelijke principes.

Voor NSC waren al deze Tweets van Wilders en de toespraak in Boedapest geen enkele aanleiding om zich openlijk te verzetten tegen dit populistische gezwets, en al helemaal niet om de stekker uit het formatieproces te trekken. Bij OP1 werd Pieter Omtzigt bijvoorbeeld geconfronteerd met de volgende Tweet van Wilders: ‘Ik kan die groeiende asielinstroom niet meer aanzien. Ons land is propvol, het kost miljarden, we hebben een giga woningtekort en steeds meer dorpen en steden lijken bezet gebied. Nederland is onherkenbaar. Overal azc’s. Dat moet snel stoppen. Nul concessies. Ben er klaar mee.’ Omtzigt reageerde aan tafel bij OP1 heel mild: ‘Deze tweet zou ik zelf niet retweeten.’ Verder maakte hij er geen woorden aan vuil, er werd evenmin duidelijk gemaakt aan de kiezer hoe verwerpelijk en feitelijk onjuist deze Tweet wel niet was. Voorafgaand aan de CPAC-toespraak was Omtzigt ook niet uitgesproken. Omtzigt was ‘benieuwd’ wat Wilders zoal te zeggen had op die autocratische bijeenkomst. Allemaal zeer passieve, gelaten opmerkingen afkomstig van Omtzigt dus. Het absolute dieptepunt was de steunbetuiging van NSC-Kamerlid Nicolien van Vroonhoven aan het adres van Kamervoorzitter Martin Bosma. Critici waren van mening dat een Kamervoorzitter van PVV huize nooit de Kamer zou kunnen representeren bij zo’n plechtige aangelegenheid. Van Vroonhoven nam het, in tegenstelling tot de democratische activisten, op voor de Kamervoorzitter en hoopte dat het niet al te woelige herdenkingen voor hem zouden zijn. NSC faciliteerde hier dus de zogenaamde slachtofferrol van de PVV’er, en normaliseerde daardoor het feit dat een PVV’er een politieke ambt, zoals het Kamervoorzitterschap kan ambiëren: als Bosma maar niet te veel openlijk wordt bekritiseerd, aldus Van Vroonhoven.

Niets wijst erop dat NSC op deze cruciale momenten een betrouwbare bondgenoot is als het gaat om het verdedigen van de rechtsstaat. Integendeel, de populistische eenmansfractie, in casu de PVV wordt regeringsfähig gemaakt en genormaliseerd!

Kleinburgerlijkheid en populisme

NSC is voorts een uitermate Eurosceptische partij. Deze scepsis ten aanzien van het Europese project was reeds na de bekendmaking van het verkiezingsprogramma bekend. Maar eind maart zagen we de gevolgen van dit Euroscepsisme. NSC-Kamerlid Isa Kahraman diende een motie waarin opgeroepen werd om de toetredingsonderhandelingen met Bosnië-Herzegovina te blokkeren op de EU-top. Het land moest eerst maar aan alle strenge criteria voldoen. Het is van essentieel belang dat onder andere landen van de westelijke Balkan zo snel mogelijk toetreden tot de EU, zodat deze landen niet in de Russo-Sino invloedssfeer terechtkomen. NSC zag die geopolitieke dimensie schijnbaar niet, of vond dat minder belangrijk. Deze kwestie werd dus primair ambtelijk-procedureel benaderd: Bosnië diende eerst maar strikt aan alle criteria te voldoen. Het urgentiegevoel ontbrak derhalve volledig, terwijl de wereld op dit moment niet bepaald stabiel en vredig is. Deze verstarde procedurele benadering van zo’n gewichtig geopolitiek thema bevestigde voor mij het idee dat de NSC-Kamerleden in feite ambtenaren zijn, die plotsklap op een politieke positie terecht waren gekomen. Deze toenmalige NSC-ambtenaren gaan echter ongestoord door met het strikt naleven van de procedures, ook al vraagt het huidige tijdsgewricht flexibiel en daadkrachtig optreden. 

In de aanloop van de aanstaande Europese parlementsverkiezingen heeft het Euroscepsisme van NSC een populistisch, kleinburgerlijk karakter gekregen. Allereerst, sprong EP-fractieleider van NSC Dirk Gotink in de bres voor de rookworst. Er worden aroma’s toegevoegd aan de rookworst die mogelijk door de EVSA aangemerkt worden als schadelijk voor de gezondheid. Dirk Gotink maakte hier een groots politiek statement van: zo’n verbod zou het draagvlak onder de Nederlandse burgerbevolking voor de EU ondermijnen. Het mediateam van NSC probeerde dit punt over de rookworst vervolgens breed uit te meten op alle socials.

Tijdens Koningsdag was er een nieuw nationaal-cultureel thema waar NSC zich op wilde profileren: Koningsdag. Op Koningsdag berichtte het mediateam van NSC dat de Europese regelgeving een bedreiging vormde voor het nationale feest: ‘Wij vinden culturele vrijheid essentieel en dit mag nooit verloren gaan door Europese regelgeving.’ Dit is gewoon feitelijk onjuist, in de EU-verdragen is vastgelegd dat de EU nationale tradities moet beschermen. NSC kreeg dan ook veel kritiek op dit bericht, en het mediateam verwijderde vervolgens het bericht. Het is natuurlijk niet verkeerd als een partij zich meer op conservatieve thema’s wil profileren. Maar waarom NSC dan uitgerekend dit soort knullige nationalistische thema’s aangrijpt zoals de rookworst, is voor mij een groot raadsel. Waarschijnlijk hoopt de partij met dit onversneden populisme de dalende trend in de peilingen te kunnen keren. Ik denk echter dat NSC hiermee het tegenovergestelde bereikt: het ondergraaft de reputatie van NSC als een serieuze technocratische partij die fundamentele vraagstukken zoals bestaanszekerheid meent te willen aanpakken.

Begin van het einde?

Kortom, NSC is een partij die opgericht is om zwaarwichtige thema’s op de politieke agenda te zetten. NSC is echter binnen afzienbare tijd gedegenereerd tot een partij die inspeelt op kleinburgerlijke nationalistische sentimenten. En die het onconstitutionele populisme van Wilders oogluikend toestaat, maar ook normaliseert. De drie pijlers waar het verkiezingsprogramma van NSC op gestoeld is: beter bestuur, herstel rechtsstaat en bestaanszekerheid, lijken verder uitzicht dan ooit. Ik denk dan ook dat NSC binnen afzienbare tijd ophoudt te bestaan als politieke partij. Als een partij haar principes binnen zo’n kort tijdbestek verloochent, dan lijkt me dat een indicator voor een aanstaande desintegratie van de partij.

Wil je dit opiniërende platform steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Scan deze QR-code dan!

Of steun het platform via deze link, u kunt via deze link een bedrag naar keuze invullen: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc

Trending

Blog op WordPress.com.